Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij, De Roon en Eppink over het instellen van de doodstraf in Irak voor mensen die normalisatie of vrede met Israël nastreven
Vragen van de leden Van der Staaij (SGP), De Roon (PVV) en Eppink (JA21) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het instellen van de doodstraf in Irak voor mensen die normalisatie of vrede met Israël nastreven (ingezonden 2 juni 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 juni 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Iraq passes law to criminalise relations with Israel»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is het doel en de inhoud van de wet waar het artikel naar verwijst?2 Klopt het dat deze wet verder gaat dan een vergelijkbare wet uit 1969?3
Antwoord 2
De wet Criminalizing Normalization and the Establishment of Relations with the Zionist Entity werd op 26 mei jl. aangenomen in het Iraakse parlement. De wet bouwt voort op een
vergelijkbare wet uit 1969. Waar de wet uit 1969 zich beperkt tot het strafbaar stellen
van aanmoedigen van zionisme, gaat de nieuwe wet ook over het nastreven van normalisering
en criminaliseert specifieke activiteiten.
De wet legt een verbod op het aanknopen van diplomatieke, politieke, militaire, economische,
culturele of enige vorm van banden met Israël op. Verder vermeldt de wettekst specifiek
«deelname aan conferenties en bijeenkomsten die worden georganiseerd of gesponsord
door zionistische instellingen of andere instellingen die normalisatie bevorderen
of relaties aangaan» met Israël. Normalisering wordt gedefinieerd als «elke handeling
die enige vorm van betrokkenheid zou opleveren, direct of indirect, met als doel relaties
aan te gaan met de zionistische entiteit.» Tevens zou de wet het voor Irakezen binnen
of buiten het land illegaal maken om in contact te komen, incl. via sociale media,
met Israëlische functionarissen of conferenties bij te wonen van organisaties die
banden hebben met Israël. De wet (artikel 9) bepaalt dat deze van toepassing is op
alle «Iraakse overheidsinstellingen», inclusief Ministers en Iraakse volksvertegenwoordigers,
de rechterlijke macht en mediaorganisaties.
Er staat een gevangenisstraf tot levenslang voor elke Irakees die «naar de zionistische
entiteit is gereisd of een van zijn ambassades of instellingen in welk land dan ook
heeft bezocht of er contact mee heeft opgenomen.» Een uitzondering wordt gemaakt voor
bijvoorbeeld religieuze bezoeken, mits vooraf goedkeuring is verkregen van het Iraakse
Ministerie van Binnenlandse Zaken.
Vraag 3
Hoe verhouden doel en inhoud van de wet zich tot het Handvest van de Verenigde Naties
en andere internationale (mensenrechten)verdragen waar Irak partij bij is?
Antwoord 3
Een aantal strafbaarstellingen uit de wet staat op gespannen voet met het internationaal
recht, in het bijzonder wanneer de toekomstige toepassing van deze wet leidt tot een
inperking van het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vrijheid van
denken, geweten en godsdienst. De exacte implicaties van de wet moeten uit de toepassing
van de wet in de praktijk blijken, maar de inhoud van deze wet en de daarin als strafbaar
gedefinieerde feiten bieden aanleiding tot grote zorg.
Vraag 4
Klopt het dat personen die streven naar normalisatie van de betrekkingen met Israël
een levenslange gevangenisstraf en zelfs de doodstraf kunnen krijgen? Zo ja, onder
welke precieze omstandigheden kan of zal dit het geval zijn?
Antwoord 4
Artikelen 6 t/m 9 van de wet spreken over het aanknopen van banden met Israël, het
aanmoedigen van Zionisme en het bevorderen van of aangaan van relaties met Israël
of Israëlische entiteiten als gronden waarvoor een levenslange gevangenisstraf of
de doodstraf opgelegd kan worden.
Vraag 5
Begrijpt en deelt u de afschuw en zorg van de indieners over het op deze wijze bestraffen
en daarmee zelfs voorkómen van een streven naar normalisatie en vrede?
Antwoord 5
Ja. De exacte implicaties daarvan moeten uit de toepassing van de wet in de praktijk
blijken, maar de inhoud van deze wet en de daarin als strafbaar gedefinieerde feiten
zijn zeer zorgelijk. Nederland heeft de zorgen geuit bij de Iraakse autoriteiten en
de kwestie aangekaart op EU-niveau. Nederland zal zich bilateraal en EU-verband blijven
uitspreken tegen deze wet en de uitvoering van de wet aandachtig en nauwgezet volgen.
Het kabinet steunt de trend tot normalisatie in de betrekkingen met Israël en is deswege
tegen het principe van de wet. Nederland is tevens principieel tegen de doodstraf,
bepleit de afschaffing van de doodstraf onder alle omstandigheden wereldwijd en trekt
hierin op in EU-verband. Deze welbekende positie wordt uitgedragen in bilaterale contacten
met landen waar de doodstraf wordt toegepast, zoals in Irak, en in multilaterale fora
zoals in de VN.
Vraag 6
Deelt u ook de zorg over precedentwerking, waarbij streven naar vrede en normalisatie
in meer landen geproblematiseerd en zelfs gecriminaliseerd wordt?
Antwoord 6
Op dit moment niet. De Iraakse wet staat in contrast met landen in de regio die de
afgelopen jaren de banden met Israël hebben aangehaald, waaronder de Verenigde Arabische
Emiraten, Bahrein, Marokko en Sudan. Het kabinet steunt de trend tot normalisatie
in de betrekkingen met Israël.
Vraag 7 en 8
Hebben VN-organen, zoals de VN-Mensenrechtenraad, reeds hun afkeuring hierover geuit?
Hebben ook internationale mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch inmiddels hun afschuw of afkeuring hierover uitgesproken,
zoals ze ook zeer voortvarend zijn in het uiten van veroordelingen aan het adres van
Israël?
Antwoord 7 en 8
De VN-organen, Amnesty International en Human Rights Watch hebben vooralsnog geen
publieke reactie gegeven op de wet.
Vraag 9 en 10
Heeft u in uw bilaterale contacten met de Iraakse regering uw zorg over deze wet uitgesproken,
of bent u voornemens dat te doen?
Bent u eveneens voornemens uw zorgen hierover in EU- en VN-verband kenbaar te maken?
Antwoord 9 en 10
Ja, Nederland heeft in bilaterale contacten de zorgen over het principe van de wet
uitgesproken. In deze contacten benadrukt Nederland tevens principieel tegen de doodstraf
te zijn en dat de wet de mensenrechten in Irak, en met name de vrijheid van meningsuiting
en vrijheid van religie, verder onder druk zet. Ook in EU-verband heeft Nederland
de kwestie aangekaart en deze zorgen over de wetgeving kenbaar gemaakt. Nederland
zal zich bilateraal en in EU-verband proactief blijven uitspreken tegen deze wet,
Irak hierop blijven aanspreken en de uitvoering van de wet aandachtig en nauwgezet
volgen.
Vraag 11
Welke (sanctie)maatregelen kan of zal Nederland, ook in EU- en VN-verband, nemen als
deze wet daadwerkelijk in werking treedt?
Antwoord 11
De wet treedt formeel pas in werking zodra de Iraakse president de wet heeft ondertekend
of binnen 30 dagen na aanname van de wet in het parlement. Nederland blijft de uitvoering
van de wet aandachtig en nauwgezet volgen. Eventuele (sanctie-)maatregelen zal Nederland
dan onderzoeken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.