Schriftelijke vragen : Het informeren van de Kamer
Vragen van de leden Westerveld en Bromet (beiden GroenLinks) aan de Minister-President over het informeren van de Kamer (ingezonden 24 juni 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden van 20 juni jl. op onze schriftelijke vragen van 3 juni
2022 over het informeren van de Kamer?1
Vraag 2
Kunt u toelichten waarom niet iedere vraag inhoudelijk is beantwoord? Kunt u zich
voorstellen dat door de zeer summiere beantwoording van de gestelde vragen over de
grondwettelijke informatiepositie van de Kamer de indruk kan worden gewekt dat de
regering de zorgen uit het parlement over de tijdige en volledige informatie niet
serieus neemt?
Vraag 3
Wilt u vraag 3 «Hoe vindt u dat het sinds de beantwoording van genoemde schriftelijke
vragen is gegaan met het naleven van werkafspraken tussen kabinet en Kamer over de
wijze van informeren van de Kamer?» alsnog inhoudelijk beantwoorden? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 4
Wilt u vraag 5 «Kunt u zich voorstellen dat Kamerleden hun werk niet goed kunnen doen,
wanneer zij moeten reageren op berichtgeving in de media terwijl de informatie nog
niet aan de Kamer is gezonden?» alsnog inhoudelijk beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Wilt u vraag 6 «Deelt u de mening dat het feit dat een bewindspersoon graag in de
media wil optreden (bijvoorbeeld interview in een krant of een optreden in een televisie-uitzending)
over een kabinetsplan het niet rechtvaardigt dat media voordat een kabinetsplan naar
de Kamer wordt gestuurd, van het kabinetsplan (onder embargo) op de hoogte worden
gesteld? Zo nee, waarom acht u een mediaoptreden en/of het onder embargo naar de media
sturen van een kabinetsplan belangrijker dat het tijdig informeren van de Kamer? En
op welke wijze acht u dit passen binnen de werkafspraken met de Tweede Kamer?» alsnog
inhoudelijk beantwoorden?
Vraag 6
Wat bedoelt u precies met «zo snel als redelijkerwijs mogelijk» in uw antwoord op
vraag 2 van 20 juni jl.? Kunt u dit nader concretiseren aan de hand van voorbeelden?
Deelt u de mening dat wanneer bewindspersonen (onder embargo) media kunnen informeren,
het redelijkerwijs ook mogelijk moet zijn om diezelfde informatie ten minste op hetzelfde
moment aan de Kamer te verstrekken? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Kunt u deze vragen afzonderlijk van elkaar beantwoorden zonder te verwijzen naar antwoorden
op voorgaande vragen? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
M. Rutte, minister-president -
Indiener
Lisa Westerveld, Kamerlid -
Medeindiener
Laura Bromet, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.