Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over de onzichtbaarheid van de premier in het maatschappelijk debat over de dringende noodzaak om de natuur te herstellen en de stikstofmaatregelen die daarvoor nodig zijn
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister-President over de onzichtbaarheid van de premier in het maatschappelijk debat over de dringende noodzaak om de natuur te herstellen en de stikstofmaatregelen die daarvoor nodig zijn (ingezonden 17 juni 2022).
Antwoord van Minister-President Rutte (Algemene Zaken) (ontvangen 22 juni 2022).
Vraag 1
Erkent u dat de huidige stikstofcrisis – de «muur» waar het kabinet tegen aan is gereden –
veroorzaakt is door politieke keuzes die (ook) in uw kabinetten zijn gemaakt, denk
aan het afschaffen van de Ecologische Hoofdstructuur en de bezuiniging van 70% op
het natuurbudget door het kabinet-Rutte I, het doorzetten van het toen al omstreden
Programma Aanpak Stikstof (PAS) in het kabinet-Rutte II en een volstrekt ontoereikende
stikstofwet in het kabinet-Rutte III? Erkent u dat u eindverantwoordelijk was voor
uw kabinetsbeleid op dit gebied? Zo nee, wie was dan wel eindverantwoordelijk voor
deze keuzes?
Antwoord 1
Zoals vaker benoemd, ben ik als Minister-President verantwoordelijk voor datgene wat
er onder mijn bewind gebeurt, dus ook voor de gemaakte beleidskeuzes in het natuur-
en stikstofbeleid. Als je over langere tijd de verantwoordelijkheid draagt, is het
onvermijdelijk dat het voorkomt dat niet de juiste keuzes zijn gemaakt. Daarbij is
het van belang om dat op zo’n moment te erkennen en bij te sturen, wat ook gebeurd
is op het stikstofdossier na de uitspraak van de Raad van State over de Programmatische
Aanpak Stikstof (PAS) op 29 mei 2019.
Vraag 2
Voelt u zich verantwoordelijk voor de maatschappelijke onrust die is ontstaan nu na
lang dralen en talmen alsnog maatregelen door uw kabinet zijn afgekondigd om de uitstoot
van stikstof terug te dringen?
Antwoord 2
Het kabinet heeft direct na de PAS-uitspraak in november 2019 besloten tot een eerste
maatregelenpakket voor de stikstofproblematiek in de woningbouw- en infrastructuursector,
gevolgd door de structurele aanpak stikstof in april 2020 waarvoor ruim € 5 miljard
beschikbaar is gesteld. Daarnaast is op 1 juli 2021 de Wet stikstofreductie en natuurverbetering
inwerking getreden waarin harde stikstofreductiedoelen zijn opgenomen. In het coalitieakkoord
zijn de te realiseren doelen verbreed1 en aangescherpt; voor het onontkoombaar terugbrengen van de stikstofuitstoot en -depositie
en de daarvoor benodigde transitie van de landbouwsector is incidenteel 25 miljard
euro gereserveerd. De richtinggevende stikstofreductiedoelen, die vorige week per
gebied bekend zijn gemaakt, zijn nodig om de stikstofdoelen te realiseren en het herstel
en behoud van natuur en biodiversiteit te borgen, wat ook voor de landbouw van cruciaal
belang is.
Het kabinet is zich ervan bewust dat de doelen voor ondernemers hard zijn aangekomen,
de opgave is in sommige gebieden groot. Het is van belang dat provincies, samen met
de gebiedspartners, in de gebieden tot passende oplossingen te komen. De doelen zijn
nog niet in beton gegoten, maar geven richting aan het gebiedsproces en kunnen nog
worden aangepast aan de hand van nieuwe inzichten. En zoals ook in het coalitieakkoord
opgenomen zullen alle sectoren, dus ook de industrie en de mobiliteitssector, een
evenredige bijdrage leveren aan het oplossen van het stikstofprobleem.
Vraag 3
Hoe gaat u die verantwoordelijkheid waarmaken?
Antwoord 3
Zoals in het voorgaande antwoord is benoemd, neemt het kabinet zijn verantwoordelijkheid.
Die blijft het kabinet ook nemen, omdat de stikstofproblematiek niet van vandaag op
morgen is opgelost.
Vraag 4
Erkent u dat u mensen met uw uitspraak bij Nieuwsuur uit mei vorig jaar – «Neem stikstof,
daar hadden we meer tijd voor moeten nemen, in plaats van meteen het probleem op te
lossen» – in de veronderstelling hebt gebracht dat het probleem daadwerkelijk was
opgelost? Erkent u dat dit soort uitspraken bijdragen aan de onrust die is ontstaan
nu er toch verdergaande maatregelen nodig blijken?
Antwoord 4
Uit het feit dat in het coalitieakkoord € 25 miljard is gereserveerd voor de aanpak
van de stikstofproblematiek, blijkt duidelijk dat het stikstofprobleem niet is opgelost.
Met mijn uitspraak bij Nieuwsuur heb ik dan ook niet de indruk gewekt dat het probleem
reeds was opgelost.
Vraag 5
Wat gaat de bevolking van u horen of zien in het verdedigen van de noodzaak om de
natuur eindelijk te beschermen tegen de schade die ammoniak (uit de veehouderij) en
stikstofoxiden aanrichten in de natuur? Bent u bereid om aan de Nederlandse bevolking
en boeren duidelijk uit te leggen dat de achteruitgang van de natuur op dit moment
escaleert (op sommige plaatsen al bijna onherstelbaar is verdwenen) en de vergunningverlening
voor bijvoorbeeld woningen daardoor grotendeels stilligt?2
Antwoord 5
Het kabinet vindt het herstel en behoud van natuur en biodiversiteit belangrijk. Dat
blijkt ook uit de reeds genomen stikstofmaatregelen, de afspraken uit het coalitieakkoord
en de startnotitie van het Nationaal Programma Landelijk Gebied met daarin de richtinggevende
stikstofreductiedoelen. Zoals bij elk kabinetsbesluit zal ik daar voor staan en dat
toelichten en verdedigen wanneer dat aan de orde is.
Vraag 6
Wat gaat de bevolking van u horen of zien als het gaat om reflectie op de eigen politieke
keuzes die tot deze dramatische situatie hebben geleid?
Antwoord 6
Zoals bij het antwoord op vraag 1 al benoemd, is het van belang om bij te sturen als
op enig moment blijkt dat niet de juiste keuzes zijn gemaakt. Dit heeft het kabinet
bij het stikstofbeleid ook gedaan, na de uitspraak van de Raad van State over de PAS.
Vraag 7
Kunt u zich er iets bij voorstellen dat de premier wordt gemist in deze onrustige
tijden voor Nederland?
Antwoord 7
In het Nederlands staatsbestel dragen Ministers verantwoordelijkheid voor hun eigen
beleidsterrein. Daarom voeren de Minister voor Natuur en Stikstof en de Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit primair het woord over het stikstof- en landbouwbeleid.
Zoals bij het antwoord op vraag 5 benoemd, zal ik als Minister-President dat beleid
toelichten en verdedigen wanneer dat aan de orde is.
Vraag 8
Begrijpt u dat mensen verwachten dat de Minister-President naar voren stapt om zelf
ook dit beleid, dat veel losmaakt in ons land, te verdedigen – en het niet alleen
overlaat aan de Minister voor Natuur en Stikstof en de Minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 7.
Vraag 9
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden voorafgaand aan het Kamerdebat over het
stikstofbeleid en het perspectief voor de Nederlandse boeren?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Rutte, minister van Algemene Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.