Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over het bericht ‘Extra maatregelen CBR om wachttijden terug te dringen’
Vragen van het lid Van Baarle (DENK) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Extra maatregelen CBR om wachttijden terug te dringen» (ingezonden 31 mei 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 17 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Extra maatregelen CBR om wachttijden terug te dringen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het CBR vanaf 1 september de volgende maatregelen gaat nemen en zijn
dit alle maatregelen die vanaf 1 september ingaan: «Wie zakt voor het praktijkexamen bromfiets, brommobiel, motor verkeersdeelneming
of auto met aanhangwagen kan op zijn vroegst na 4 weken weer afrijden. Eerste herexamen
praktijkexamen auto op zijn vroegst na 4 weken. Na twee keer of vaker zakken voor
het praktijkexamen auto kan de kandidaat op zijn vroegst na 15 weken weer afrijden.»? Gaat het hier om een voornemen, of zijn deze maatregelen definitief?
Antwoord 2
Het CBR heeft in de afgelopen periode al een groot aantal maatregelen genomen om de
examencapaciteit te vergroten. Naast het werven en opleiden van nieuwe examinatoren
en aanvullende maatregelen om het verzuim terug te dringen (onder andere door extra
monitoring en het inzetten van verzuimcoaches) betreft dit o.a. het maximaliseren
van overwerk, werken op feest- en herdenkingsdagen, het verlengen en terughalen van
gepensioneerde examinatoren, het detacheren van examinatoren vanuit CBR-locaties waar
de druk op de examens wat lager is naar de Randstad en het opschorten van voortgangsgesprekken.
Daarnaast is een aantal maatregelen genomen dat tot doel heeft rijscholen te stimuleren
de kwaliteit van de opleiding te verhogen waardoor kandidaten eerder slagen en er
minder beroep op herexamens wordt gedaan. Dat zijn de maatregelen zoals door de vraagsteller
zijn opgesomd. Deze maatregelen zijn vooraf afgestemd met de verschillende brancheorganisaties
van rijscholen. Op basis van het overleg met de brancheorganisaties heeft het CBR
de voorgestelde maatregelen aangepast. De beoogde invoeringsdatum is 1 september 2022.
Vraag 3
Acht u het rechtvaardig dat kandidaten die reeds een rijexamen hebben gedaan langer
moeten wachten op een herexamen? Wat is hiervan de achterliggende rationale en wat
levert dit concreet op?
Antwoord 3
Al een aantal jaren hanteert het CBR een periode van 2 weken tussen het eerste examen
en een herexamen. Dit vanuit de gedachte dat kandidaten met een reden gezakt zijn
en vaak nog een aantal lessen nodig hebben om op het juiste niveau te komen. Eerder
zag het CBR kandidaten soms binnen een paar dagen terugkomen en vaak met het resultaat
dat zij wederom zakten voor het praktijkexamen. Om te stimuleren dat kandidaten voldoende
tijd en aanvullende rijlessen nemen – en daarmee de kans om te slagen vergroten –
heeft het CBR de termijn van twee weken opgehoogd naar vier weken en deze maatregel
ook van toepassing gemaakt op de overige particuliere praktijkexamens. De verwachting
is dat hiermee het percentage kandidaten dat slaagt bij het (her)examen omhoog gaat.
Elk procentpunt dat het slagingspercentage stijgt betekent jaarlijks ongeveer 8.000
minder herexamens. Een stijging met 5% levert een capaciteit van circa 40.000 examens
op, wat overeenkomt met een daling van de reserveringstermijn met vier weken.
Vraag 4
Wat is de reden om mensen die twee keer of vaker zijn gezakt 15 weken te laten wachten
en wat levert dit concreet op? Acht u dit ook een absurde termijn voor mensen die
graag hun rijbewijs wensen te halen?
Antwoord 4
De gedachte achter deze maatregelen is dat rijscholen en kandidaten gestimuleerd worden
pas op examen te komen als zij daar ook echt klaar voor zijn (examengereed). Het percentage
kandidaten dat de eerste keer slaagt schommelt al jaren rond de 50%. Bijna 1.200 rijscholen
hebben zelfs een slagingspercentage lager dan 30%. Daarnaast worden jaarlijks 2.500–3.000
examens voortijdig afgebroken omdat de examinator de rijcapaciteit van de kandidaat
als dermate onder de maat beoordeelt dat deze een gevaar vormt voor de verkeersveiligheid.
Zowel het CBR als de vertegenwoordigers uit de branche vinden het huidige slagingspercentage
(te) laag. Door de wachttijd voor een derde examen (het tweede herexamen) naar achteren
te schuiven (15 weken) is de verwachting dat dit rijscholen en kandidaten stimuleert
alles op alles te zetten om in maximaal twee keer te slagen en dat daarmee het slagingspercentage
zal stijgen.
Vraag 5
Denkt u dat de kans dat iemand slaagt voor een herexamen groter of kleiner wordt vanwege
de voorgenomen termijn van 15 weken? Kunt u dit onderbouwen?
Antwoord 5
De verwachting is dat met deze maatregel het aantal kandidaten dat in twee keer slaagt
zal stijgen. Zie voor de onderbouwing de antwoorden 3 en 4.
Vraag 6 en 7
Wat is de reden dat de geldigheid van een nieuwe machtiging na 12 maanden komt te
vervallen?
Wat is de reden dat na twee keer annuleren de machtiging van de kandidaat komt te
vervallen?
Antwoord 6 en 7
Deze maatregel wordt genomen om misbruik van machtigingen te voorkomen. Het CBR heeft
sterke vermoedens – die worden onderbouwd door signalen uit de branche – dat er rijscholen
zijn die gemachtigd worden door kandidaten die niet in een rijopleiding zitten en
ook niet de intentie hebben om examen te doen (zogenaamde dummy kandidaten). Voor
deze kandidaten worden examens gereserveerd, vervolgens op een later moment weer geannuleerd
en de vrijgekomen plekken worden dan snel gereserveerd voor «echte» kandidaten. Dit
is oneigenlijk gebruik van het reserveringssysteem van het CBR. Sommige kandidaten
worden op die manier een groot aantal keren opgevoerd en vervolgens weer geannuleerd.
Dit gaan ten koste van de mogelijkheid van andere kandidaten om een plek te reserveren.
De maatregel is bedoeld om dit gedrag te ontmoedigen. Overigens ontvangt de kandidaat
een notificatie voordat de machtiging afloopt en kan deze de machtiging vrij eenvoudig
(en kosteloos) verlengen door de rijschool opnieuw te machtigen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.