Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van het lid Peters over het lerarentekort in Nederland
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het lerarentekort in Nederland (ingezonden 7 maart 2022).
Antwoord van MinisterWiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs), mede namens de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 16 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Surinaamse leerkrachten kunnen ons lerarentekort opvangen,
maar ze mogen niet komen»1 en de uitzending van het tv-programma Kassa d.d. 5 maart 2022?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het enorme lerarentekort in met name de grote steden en aandachtswijken?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een tekort aan leraren, kinderen hindert in hun ontwikkeling
en de kansenongelijkheid bevordert?
Antwoord 3
Voldoende bevoegde en bekwame leraren zijn essentieel voor de kwaliteit, kansengelijkheid
en continuïteit van het onderwijs en daarmee voor een optimale ontwikkeling van kinderen.
Een tekort aan leraren is een risico daarvoor.
Vraag 4
Deelt u de mening dat om het lerarentekort op te lossen, creatief gedacht moet worden
en grenzen van wet- en regelgeving moeten worden opgezocht?
Antwoord 4
We zien dat steeds meer scholen zoeken naar creatieve oplossingen om de kwaliteit
en continuïteit van het onderwijs te borgen, bijvoorbeeld door functiedifferentiatie
en specialisatie. Ik vind het zeker wenselijk dat scholen, vanuit het belang van goed
onderwijs voor leerlingen, verkennen welke mogelijkheden er zijn en daar waar nodig
ook gebruik van maken.
Vraag 5
Bent u bekend met het feit dat Nederlands sprekende geschikte, bekwame en beschikbare
leraren uit Suriname niet in Nederland mogen werken, omdat ze niet uit de Europese
Unie komen?
Antwoord 5
Ik ben ermee bekend dat leraren uit Suriname die een Surinaamse pabo hebben gevolgd,
niet als leraar in Nederland aan de slag kunnen. Oorzaak hiervoor is tweeledig. In
de eerste plaats zijn deze leraren meestal nog niet bevoegd: de Surinaamse pabo heeft
lagere eindtermen dan de Nederlandse pabo. Dat betekent dat deze leraren hier pas
als leraar kunnen werken als zij voldoen aan alle bekwaamheidseisen voor de lesbevoegdheid
primair onderwijs. Bijscholing door een Nederlandse lerarenopleiding is dan nodig
om een bevoegdheid te halen.
Ten tweede moet een leraar van buiten Europa, de EER en Zwitserland beschikken over
een gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (hierna: gvva) om in Nederland
te kunnen werken. De werkgever vraagt deze gvva aan bij de IND, die op haar beurt
als onderdeel van de procedure advies vraagt aan het UWV. Het UWV beoordeelt of de
aanvraag past binnen de voorwaarden van de Wet arbeid vreemdelingen (hierna: Wav).
Er wordt bijvoorbeeld een arbeidsmarkttoets gedaan, waarbij onderzocht wordt of er
voor de betreffende functie al arbeidsaanbod aanwezig is in Nederland, de EER en Zwitserland
– het zogenaamde «prioriteitgenietend aanbod» – en of de werkgever voldoende inspanningen
heeft gedaan om aanbod te werven. Verder wordt getoetst of de werkgever een passend
salaris aanbiedt en of de vreemdeling over de juiste beroepskwalificaties beschikt.
Vraag 6
Kunt u aangeven uit welk Europees land Nederlands sprekende geschikte en bekwame leraren
kunnen komen?
Antwoord 6
Een voorbeeld van een land waar vaker leraren op Nederlandse scholen aan het werk
gaan, is (Nederlandstalig) België. Ook vanuit de Duitstalige lidstaten komen er soms
leraren over naar Nederland (dit kan ook zijn om het vak Duits te geven in het voortgezet
onderwijs).
Vraag 7
Kunt u aangeven welke beschikbare en geschikte Nederlandse ongediplomeerde doelgroep
aangeboord kan worden, die met relatief weinig moeite een Pabo-diploma kan halen?
Antwoord 7
Elk jaar stromen er professionals vanuit andere beroepssectoren het onderwijs in.
In 2021 is er voor 767 zij-instroomtrajecten in het beroep van leraar in het primair
onderwijs subsidie toegekend aan de werkgever (een schoolbestuur) om een zij-instromer
tot leraar te kunnen laten opleiden. Dit is slechts een klein deel van de volledige
groep zij-instromers: naast deze groep zijn in 2021 meer dan 2.000 professionals met
een vooropleiding in het hoger onderwijs, gestart met de (meestal deeltijd) pabo om
een lesbevoegdheid te halen.
Daarnaast kan ook onderwijsondersteunend personeel, zoals onderwijsassistenten of
leraar-ondersteuners, een verticale overstap maken naar het leraarschap. In 2021 is
voor meer dan 350 onderwijsassistenten door de werkgever subsidie aangevraagd om de
pabo te kunnen volgen.
Vraag 8 en 9
Deelt u de mening dat maatwerk mogelijk zou moeten zijn voor een geschikte, bekwame
en beschikbare doelgroep leraren?
Wat gaat u doen om maatwerk mogelijk te maken, zodat het lerarentekort (een klein
beetje) verkleind kan worden?
Antwoord 8 en 9
Met de Kamer ben ik van mening dat maatwerk van belang voor geschikte, potentiële
leraren. In het Regeerakkoord hebben we dan ook afgesproken om de lerarenopleidingen
verder te verstreken en ook de opleiding voor zij-instromers te verbeteren en te flexibiliseren.
Voor de zomer sturen mijn collega, Minister Dijkgraaf van OCW en ik u een brief over
de aanpak van de tekorten, waar zij-instroom deel van uitmaakt.
Lerarenopleidingen kunnen maatwerk bieden en doen dit ook steeds vaker, bijvoorbeeld
voor kandidaten die de capaciteit hebben om (versneld) een lerarenopleiding met succes
te doorlopen, zoals zij-instromers. Lerarenopleidingen hebben in het aanbod van verkorte
maatwerkopleidingen de afgelopen jaren ook al stappen in gezet: met het sluiten van
het Bestuursakkoord flexibilisering lerarenopleidingen in oktober 2020 werken zij
aan het (nog) beter aan te laten sluiten van het opleidingsaanbod op de behoeften
van aankomende leraren.
Surinaamse leraren kunnen, als zij voldoende bekwaam en (in Nederland) bevoegd zijn,
ook bijdragen aan de aanpak van het lerarentekort. Voorwaarde is dat voldaan wordt
aan de voorwaarden van de Wav. Een werkgever (schoolbestuur) kan bij de IND een aanvraag
indienen om een openstaande vacature op te vullen met mensen die afkomstig zijn uit
landen van buiten Nederland, de EER of Zwitserland. Indien een werkgever kan aantonen
dat er voldoende wervingsinspanningen zijn verricht, er een passend salaris wordt
geboden, de kandidaat beschikt over door DUO erkende kwalificaties voor het beroep
van leraar en er geen ander prioriteit genietend aanbod is, is aan de belangrijkste
voorwaarden voor het verkrijgen van een gvva voldaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.