Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over waardevolle artificiële intelligentie (AI) voor Gezondheid (Kamerstuk 27529-275)
2022D24979 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de brief inzake Waardevolle artificiële intelligentie (AI) voor
Gezondheid1
De voorzitter van de commissie, Smals
De adjunct-griffier van de commissie, Bakker
Inhoudsopgave
Blz.
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
4
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
5
II.
Reactie van de Minister
5
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief over artificiële intelligentie
(AI) van 9 mei jongstleden. Zij onderschrijven het door de Minister genoemde uitgangspunt,
namelijk dat innovaties en e-health kunnen bijdragen aan de verlichting van de toenemende
druk op het zorgstelsel en om de juiste zorg op de juiste plek te krijgen. Deze leden
danken de Minister voor de brief met daarin de actuele Europese ontwikkelingen omtrent
AI. Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De Minister geeft in zijn brief aan dat het gebruik en de opschaling van andere digitale
toepassingen vanuit zijn departement al langer gestimuleerd wordt maar dat specifieke
aandacht voor de betekenis van AI als nieuwe systeemtechnologie en de impact daarvan
op de zorgsamenleving nog ontbrak. Kan de Minister aangeven waar dat aan heeft gelegen?
Heeft het ontbreken van deze aandacht onnodige vertraging in het implementeren van
AI in de zorg veroorzaakt?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Europese Commissie in het voorjaar van 2021
met een voorstel is gekomen voor een verordening betreffende AI. Op welke manier speelt
eigenaarschap van data en eigenaarschap van algoritmen een rol in deze verordening?
Genoemde leden lezen in de brief de inzet die het kabinet bij de onderhandelingen
zal plegen. Wanneer zullen deze onderhandelingen van start gaan en op welke manier
wordt de Kamer op de hoogte gehouden van de vorderingen?
Deze leden zijn verheugd te lezen dat de Minister een klimaat wil stimuleren voor
versnelde toepassing van kansrijke en opschaalbare innovaties op het gebied van AI
in de gezondheidszorg. Uit de e-healthmonitor van 2021 bleek dat de relevantie van
inzet van digitale zorg duidelijk is, maar dat het vaak nog zoeken is naar het hoe.
Ook in het recente Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR)-rapport staat
dat de potentie van AI nog maar op beperkte schaal wordt benut en beoogde gebruikers
weinig ervaring hebben. Genoemde leden vragen dan ook in hoeverre de mensen op de
werkvloer en patiënten worden betrokken bij de vormgeving van de plannen rondom AI
in de zorg en of hier nog winst te behalen valt.
Kan de Minister aangeven op welke manier regionale samenwerking gestimuleerd wordt
in het programma Waardevolle AI voor Gezondheid? Waaruit bestaat de ondersteuning
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het verder professionaliseren
van de Nederlandse AI Coalitie (NL AIC)?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het positief maatschappelijk rendement volgens
analyse enkel bereikt kan worden als structurele belemmeringen voor implementatie
en opschaling van innovatie worden weggenomen en zijn benieuwd hoe de Minister hierin
staat en hoe hij ervoor wilt gaan zorgen dat het positief maatschappelijk rendement
bereikt gaat worden.
Kan de Minister aangeven in hoeverre de praktijkvideo’s, podcasts en docu-series hebben
bijgedragen aan de bewustwording van de waarde van AI? Is dit voldoende of dient hier
nog meer aan gedaan te worden? In hoeverre is de gratis e-learning «de Nationale AI
cursus voor de zorg» bekend binnen de zorg en wordt het volgen van deze cursus actief
gestimuleerd2?
Hoe gaat de Minister erop toezien dat de ontwikkelingen rondom AI meer vanuit praktijk-
en zorgvraag gedreven worden dan vanuit technologie wanneer het aankomt op AI binnen
de zorg?
Een van de aanbevelingen uit het WRR-rapport «Opgave AI. De nieuwe systeemtechnologie»
is dat expliciet gekozen dient te worden voor een Nederlandse AI-identiteit. Wat vindt
de Minister van deze aanbeveling en neemt hij deze over?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Voor de leden van de D66-fractie is het belangrijk dat de toenemende druk op het zorgstelsel
het hoofd geboden wordt. Door de krapte op de arbeidsmarkt staan steeds meer vacatures
in de zorg open en kampen sectoren als de wijkverpleging met tekorten, zo signaleren
deze leden. Het meer inzetten op e-Health, digitale consulten en andere slimme apps
kunnen het zorgpersoneel ontlasten. Daarnaast zien deze leden dat de inzet op deze
innovaties juist de patiënten kan helpen, omdat patiënten hiermee makkelijker kunnen
beschikken over hun eigen gezondheidsomgeving en zij de arts bijvoorbeeld laagdrempelig
kunnen consulteren vanuit een thuisomgeving, zonder dat de patiënt naar het ziekenhuis
moet. Deze leden zien hier grote voordelen in en met interesse hebben zij dan ook
de kabinetsbrief gelezen over de actuele Europese ontwikkelingen op het gebied van
AI.
Genoemde leden onderschrijven de meerwaarde die AI kan hebben voor de gezondheidszorg,
maar delen ook de risico’s die de Minister signaleert en vinden het positief dat er
op EU-niveau samenwerking is om AI op een goede en gecontroleerde manier in te zetten
in de gezondheidszorg. Deze leden horen dan ook graag van de Minister hoe deze veilige
inzet van AI in Europese randvoorwaarden geborgd wordt in het AI-pact. Deze leden
denken dan bijvoorbeeld ook aan randvoorwaarden omtrent privacy van patiënten. Zij
lazen dat de Europese Commissie in het voorjaar van 2021 met een voorstel is gekomen
voor een verordening betreffende AI en vragen de Minister om aan te geven wat de huidige
status is van deze verordening en of er al sprake is van implementatie.
De leden van de D66-fractie hebben tevens met interesse gelezen over de impact die
systeemtechnologie zou kunnen hebben en de belemmeringen die zich tegelijkertijd voordoen
bij de inzet ervan in de Nederlandse gezondheidszorg. Deze leden begrijpen dat er
door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport onderzoek wordt gedaan naar
de inzet van AI om bijvoorbeeld de aanrijden van ambulances te verbeteren. Deze leden
zouden graag zien dat deze best-practices breder gedeeld worden binnen de zorgsector
en dat gekeken wordt naar de opschaalbaarheid hiervan. Deze leden vragen de Minister
om een beeld te geven van waar wet- en regelgeving op dit moment een remmend effect
zou kunnen hebben op de veilige en transparante inzet van AI.
De leden van de D66-fractie hebben daarnaast met interesse kennisgenomen van het rapport
van het Centrum voor Ethiek en Gezondheid (CEG)3 en horen graag van de Minister hoe hij van plan is om dit rapport en conclusies te
betrekken bij zijn plannen. Hoe wordt daarnaast ook de ethische afweging gemaakt over
de inzet van AI? Deze leden begrijpen dat AI ingezet zou kunnen worden bij het sneller
signaleren van ziekten en als voorspelmodel in het kader van preventie, diagnostiek
en behandeling. Dit zou ook passende zorg verder kunnen bevorderen, zien deze leden.
Zij begrijpen dat er met maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA’s) al een beeld
wordt gevormd van de kosten en baten van de inzet van AI en vragen of de impact ook
kwantificeerbaar is.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister mogelijkheden ziet om de inzet van
AI te bevorderen door bijvoorbeeld het versterken van prikkels in het (bekostiging)systeem
om te investeren in de implementatie en opschaling van AI-toepassingen voor de gezondheidspraktijk.
Deze leden horen graag van de Minister hoe dit er concreet uit zou kunnen zien en
waar nu knelpunten zitten om hier meer in te investeren. Ook begrijpen zij dat optimale
ondersteuning van de zorgverleners, patiënten en burgers nodig is om de transformatie
van de gezondheidszorg te kunnen maken. Deze leden zouden ook hier graag een beter
beeld krijgen van waar het nu nog knelt in de ondersteuning en hoe dit concreet kan
worden verbeterd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister met
betrekking tot waardevolle AI voor Gezondheid. Deze leden hebben hier enkele vragen
bij. Op de eerste pagina van de brief schrijft de Minister dat structurele belemmeringen
vooralsnog in de weg staan van de versnelling en opschaling van AI. Zij vragen of
de Minister concrete voorstellen met bijbehorend tijdpad kan geven inzake hoe hij
deze structurele belemmeringen aan wil gaan pakken.
De Minister geeft aan dat de werkgroep Gezondheid en Zorg inmiddels een bestendige
groep is van meer dan 250 deelnemers die samenwerking en uitwisseling van best-practices
activeert en faciliteert op kansrijke AI-projecten. De leden van de CDA-fractie vragen
of dat allen branchevertegenwoordigers c.q. beroepsvertegenwoordigers zijn. Of zijn
dit individuele zorgaanbieders c.q. instellingen? Hoe is de groep van meer dan 250
deelnemers samengesteld? Wie financiert wat in deze publiek-private samenwerking?
Wat zijn de concrete doelen van deze samenwerking?
De Minister onderzoekt onder andere of het mogelijk is deel te nemen aan de call vanuit
het Digital Europe Programme van de Europese Commissie voor het realiseren van een
Testing and Experimenting Facilities (TEF’s) Health in Nederland. Genoemde leden vragen
wat de redenen zijn dat Nederland hier tot nu toe nog niet aan mee doet. Welke landen
doen op dit moment wel al mee? Wat zijn de opbrengsten voor de deelnemers?
De Minister schrijft tot slot dat op stelselniveau samen met veldpartijen verder ingezet
moet worden op randvoorwaarden die belangrijk zijn voor de opschaling van AI. De leden
van de CDA-fractie vragen welke stelselaanpassingen en/of aanpassingen in randvoorwaarden
volgens de Minister nodig zijn. Komt de Minister met voorstellen voor dergelijke aanpassingen
en zo ja, wanneer wordt de Kamer hierover geïnformeerd? Hoe gaat de Minister de prikkels
in de bekostiging versterken? Heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opdracht om
dergelijke prikkels in de bekostiging te versterken?
De leden van de CDA-fractie vragen ten slotte welke onderwerpen en verbeteringen op
het gebied van AI worden meegenomen in het Integraal Zorgakkoord.
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van de Kamerbrief
inzake Waardevolle AI voor Gezondheid. Genoemd lid erkent de waardevolle bijdrage
die AI kan leveren binnen de zorg. Het lid vraagt of de door de Minister aangegeven
acties daadwerkelijk leiden tot een bredere inzet of doorontwikkeling van AI en roept
de Minister op om hierover nauw contact te houden met het veld en bij te sturen indien
het nodig is.
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.M.G. Smals, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
J. Bakker, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.