Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hagen over het bericht dat veel gevaarlijk asbestschroot in illegaliteit verdwijnt
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat veel gevaarlijk asbestschroot in illegaliteit verdwijnt (ingezonden 24 mei 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 14 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Asbest. We moeten het op een speciale manier afvoeren,
maar dat gebeurt vaak niet. Kankerverwekkend materiaal komt terecht op gevaarlijke
plekken: «Ernstige risico’s»»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
Vraag 2
Bent u bekend met de brief die uw Ministerie (Infrastructuur en Waterstaat) heeft
ontvangen van Omgevingsdienst NL over ijzerhoudend asbestafval en omgevingsdiensten?
Antwoord 2
Ja. De brief gaat overigens over asbesthoudend staalschroot, hetgeen niet hetzelfde
is als ijzerhoudend asbestafval. Sinds 1 juli 2021 geldt een stortverbod voor asbesthoudend
staalschroot.
Vraag 3
Klopt het dat er bij meer dan 50% van de sloopmeldingen sprake is van illegaliteit?
Antwoord 3
In de brief van Omgevingsdienst NL die is bedoeld in vraag 2 staat «Op basis van resultaten
vanuit het «vrije veld toezicht» concluderen de omgevingsdiensten dat er op dit moment
sprake is van meer dan 50% illegaliteit door met name particuliere opdrachtgevers
en aannemers». Een belangrijk deel van de illegaliteit die hier wordt bedoeld, is
het ontbreken van een sloopmelding en een asbestinventarisatie bij het verwijderen
van asbest. In het antwoord op vraag 9 ga ik hier verder op in. De illegaliteit die
Omgevingsdienst NL bedoelt, heeft dus geen betrekking op gedane sloopmeldingen, omdat
het juist met name gaat om het ontbreken van een sloopmelding.
Vraag 4
Bent u ook van mening dat risico’s op het gebied van kankerverwekkende stoffen zoals
asbest zoveel mogelijk moeten worden voorkomen?
Antwoord 4
Ja, daar ben ik het mee eens. Voor asbest bestaat daarom ook een uitgebreid stelsel
van regelgeving om de leefomgeving en de werknemer te beschermen bij het omgaan met
asbest dat in het verleden is toegepast. Uitgangspunt hierbij is een risicogerichte
aanpak.
Vraag 5
Bent u het met Omgevingsdienst NL eens dat illegale sloop van asbest leidt tot ernstige
risico’s voor de leefomgeving en dat illegaliteit in de sloop ondermijnend werkt voor
bedrijven die zich wel aan de wet houden?
Antwoord 5
Ja, daar ben ik het in het algemeen mee eens.
Vraag 6 en 7
Hoe gaat u opvolging geven aan de brief en de adviezen van Omgevingsdienst NL? Binnen
welke termijn kan Omgevingsdienst NL een antwoord verwachten op zijn brief?
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de illegaliteit in de sloop van ijzerhoudend asbest afneemt?
Antwoord 6 en 7
De brief van Omgevingsdienst NL beschrijft waarom het voor omgevingsdiensten niet
goed mogelijk is om het sinds 1 juli 2021 geldende stortverbod voor asbesthoudend
staalschroot te handhaven en doet een aantal aanbevelingen, die met name aanpassingen
aan meldingsvereisten, asbestinventarisaties en het Landelijk asbestvolgsysteem (LAVS)
betreffen. In het antwoord op vraag 9 ga ik in op het verbeteren van de naleving van
asbestregelgeving in het algemeen.
Specifiek voor asbesthoudend staalschroot kan ik het volgende aangeven. Om het staalschroot
te kunnen recyclen, zou het gescheiden moeten worden van ander materiaal. In de praktijk
wordt asbesthoudend staalschroot veelal samen met ander asbesthoudend afval verpakt
en afgevoerd en als geheel bij een stortplaats aangeboden. Bij het verder scheiden
van vrijgekomen asbesthoudende afvalstoffen is het belangrijk om dit te bezien vanuit
zowel regelgeving rondom leefomgeving en circulaire economie als arboregelgeving.
Ik blijf in gesprek met Omgevingsdienst NL en bezie welke oplossingen er mogelijk
zijn en kunnen worden gerealiseerd om zo veel mogelijk te stimuleren dat asbesthoudend
staalschroot bij sloop gescheiden van ander asbesthoudend materiaal wordt afgevoerd
naar een faciliteit voor veilige recycling van het staal. Daarbij wordt ook het perspectief
van de arboregelgeving meegenomen, die uitgaat van het zoveel mogelijk beperken van
blootstelling van werknemers aan asbest.
Vraag 8
Hoe is de samenwerking op dit punt tussen Infrastructuur en Waterstaat, Sociale Zaken
en Werkgelegenheid, gemeenten, omgevingsdiensten en provincies?
Antwoord 8
Er is nauwe afstemming tussen de Ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Sociale
Zaken en Werkgelegenheid op het gebied van asbest. Bovendien vindt regelmatig overleg
plaats tussen de beleidsdepartementen, VNG, Omgevingsdienst NL, de Nederlandse Arbeidsinspectie
en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Genoemde toezichthouders hebben met elkaar
werkafspraken gemaakt. Zo hebben Omgevingsdienst NL en de Nederlandse Arbeidsinspectie
in 2017 via een intentieverklaring een intensieve samenwerking in het asbesttoezicht
op strategisch, tactisch en operationeel niveau vormgegeven.
Vraag 9
Vindt u dat het stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-stelsel)
op het gebied van asbest heeft gefaald of op zijn minst ernstige tekortkomingen vertoont,
gezien de hoge percentages illegale sloop van asbest en de risico’s die hier volgens
Omgevingsdienst NL bij komen kijken?
Antwoord 9
Nee, op grond van een nalevingstekort dat voor een belangrijk deel speelt bij particulieren
kan niet worden gesteld dat het VTH-stelsel heeft gefaald. In het algemeen geldt dat
het lastig is de naleving door particulieren via toezicht structureel te verbeteren,
alleen al vanwege de omvang van de doelgroep. Veelal is men zich niet bewust van de
aanwezigheid van asbest of worden de risico’s niet onderkend. Waarschijnlijk is hier
dus winst te behalen via bewustwording en voorlichting. Ik ga kijken welke acties
op dit punt kunnen worden genomen.
Dit neemt niet weg dat ik open sta voor verbeteringen om beter toezicht mogelijk te
maken. Dat is ook een belangrijk doel van het overleg dat is genoemd in het antwoord
op vraag 8. Een verbetering waar nu aan wordt gewerkt op verzoek van Omgevingsdienst
NL is het bieden van de mogelijkheid om milieutoezicht direct uit te kunnen oefenen
op het bedrijf dat asbest verwijdert, waar dat nu alleen nog kan vanuit het arbotoezicht.
Bij de opvolging van de aanbevelingen van de commissie Van Aartsen om het VTH-stelsel
te versterken, heeft het onderwerp asbest ook aandacht. Nog niet alle gemeenten hebben
de basistaken, onder andere op het gebied van asbest, overgedragen aan een omgevingsdienst.
Begin april jl. heb ik een brief gestuurd om alle provincies nogmaals te wijzen op
de inzet van hun systeemrol in het interbestuurlijk toezicht om ervoor te zorgen dat
alle basistaken door gemeenten bij omgevingsdiensten worden belegd en gevraagd om
een volledig overzicht met taken die (nog) niet zijn ingebracht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.