Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over het bericht ‘Allemaal dezelfde stempel van de commerciële keuringsarts’
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Allemaal dezelfde stempel van de commerciële keuringsarts» (ingezonden 1 april 2022).
Antwoord van MinisterVan Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 14 juni
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2461.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de berichten «Allemaal dezelfde stempel van de commerciële keuringsarts»1 en «Het UWV keurt zijn eigen vlees; Onderzoek De afkeuringsindustrie»?2
Antwoord 1
Beide berichten bevatten indringende, persoonlijke verhalen van mensen in een kwetsbare
positie. Ik begrijp dat deze berichten vragen oproepen.
Vraag 2
Hoe verklaart u dat mensen met allerlei verschillende psychische problematieken allemaal
dezelfde diagnose krijgen van Psyon?
Antwoord 2
Wanneer een verzekeringsarts een expertise door een psychiater of een andere medisch
specialist aanvraagt, is dat in het algemeen omdat er onduidelijkheid is over de diagnostiek
en/of behandeling, of omdat er op grond van de eigen onderzoeksbevindingen reden is
te twijfelen aan de aard en/of de ernst van het ziektebeeld. Dat er in deze geselecteerde
groep diagnoses gesteld worden die duiden op een ander ziektebeeld dan verwacht door
de betrokken persoon is dan ook niet verwonderlijk.
De aanpassingsstoornis is erkend in de DSM-5-classificatie en er is speciaal voor
deze stoornis door experts een zorgstandaard ontwikkeld. De diagnose is overigens
niet de doorslaggevende factor bij de sociaal-medische beoordeling. Het is aan de
verzekeringsarts de geclaimde belemmeringen om te zetten in arbeidsmogelijkheden en
te bezien welke beperkingen voortvloeien uit ziekte of gebrek en welke mogelijkheden
voor arbeid er nog zijn. De expertise door een deskundige is een hulpmiddel voor de
verzekeringsarts om tot zijn oordeel te komen. Daarnaast heeft hij onder andere een
medisch dossier en zijn eigen onderzoeksbevindingen. Overigens vragen de UWV-verzekeringsartsen
in beperkte mate een externe expertise aan. Dat gebeurt naar schatting in minder dan
één procent van de WIA-claimbeoordelingen (zie het antwoord op vraag 8 en 9).
Vraag 3 en 4
Vindt u een dergelijke onzorgvuldige keuringswijze acceptabel?
Wat gaat u doen om een serieuze en onafhankelijke keuring door het Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen (UWV) en haar opdrachtnemers (inzake «onafhankelijke medische
diagnostieken»), te waarborgen?
Antwoord 3 en 4
Naar aanleiding van de artikelen in Trouw en De Groene Amsterdammer heeft overleg
plaatsgevonden tussen UWV en Psyon. UWV heeft geconcludeerd dat de inhoud van de artikelen
vooralsnog geen aanleiding geeft om te twijfelen aan de door Psyon geleverde kwaliteit.
Met Psyon is afgesproken dat de kwaliteit van de rapportages frequent (elk kwartaal)
met UWV zal worden geëvalueerd. UWV heeft inmiddels via een aselecte steekproef een
aantal rapportages van Psyon uit de afgelopen zes maanden beoordeeld. Hieruit is gebleken
dat de kwaliteit adequaat is. Overigens heeft beoordeling van Psyon-rapportages door
tuchtrechters en de Nederlandse Vereniging voor Medisch Specialistische Rapportage
(NVMSR) in het verleden niet geresulteerd in kritiek op de wijze van rapporteren of
de gehanteerde onderzoeksmethoden.
UWV heeft verder aangegeven dat er in de huidige wijze van beoordelen voldoende waarborgen
voor de onafhankelijkheid en zorgvuldigheid van de oordeelsvorming zijn, ook wanneer
de verzekeringsarts externe expertise aanvraagt.
Binnen UWV heeft de verzekeringsarts een onafhankelijke positie. Die onafhankelijkheid
is vastgelegd in het professioneel statuut dat door UWV en de verzekeringsartsen zelf
is opgesteld en in 2021 is herijkt. Ook de externe deskundige is onafhankelijk. Het
is aan de externe deskundige om antwoord te geven op de door de verzekeringsarts gestelde
vragen. De deskundige bepaalt zelf de inhoud en reikwijdte van het antwoord. Het is
uiteindelijk aan de verzekeringsarts om deze inbreng in combinatie met de bevindingen
uit eigen onderzoek mee te nemen in zijn beoordeling van de belastbaarheid van de
betreffende persoon.
Wat betreft de zorgvuldigheid heeft UWV als uitgangspunt dat een expertise moet voldoen
aan de eisen van de NVMSR. Als een rapport aan deze normen voldoet, kan dat als een
waarborg voor een zorgvuldige expertise worden beschouwd. De bij Psyon aangesloten
psychiaters rapporteren volgens de NVMSR-richtlijnen. Bovendien zijn de externe deskundigen
BIG-geregistreerde specialisten in hun vakgebied en zijn zij gehouden aan de normen
en richtlijnen van hun eigen beroepsgroep, waarop zij tuchtrechtelijk aanspreekbaar
zijn. Psyon heeft UWV laten weten dat de tuchtrechter tot nu toe nooit aanleiding
heeft gezien om aan een van de bij hen aangesloten psychiaters een maatregel op te
leggen. In beide door Investico genoemde hoger beroepzaken heeft de Centrale Raad
van Beroep overigens niet getwijfeld aan de medische juistheid van het oordeel van
UWV en de externe expertise. UWV is in algemene zin tevreden over de kwaliteit van
de expertises van de deskundigen aangesloten bij Psyon. Dat beeld is bevestigd door
bovengenoemde steekproef van UWV.
Gelet op het bovenstaande zie ik op dit moment onvoldoende aanleiding voor ingrijpen.
Vraag 5, 6 en 7
Is Psyon op enigerlei wijze gestimuleerd diagnoses op te leveren die ondersteunend
zijn richting het zo veel mogelijk arbeidsgeschikt verklaren van mensen?
Was er in enigerlei mate sprake van doelstellingen, streefcijfers of stimulansen richting
Psyon om aan te sturen op rapporten die ondersteunend zijn voor het arbeidsgeschikt
verklaren van mensen?
Wilt u als bijlage alle documenten openbaar naar de Kamer sturen die de opdrachtformulering
of de aansturing richting Psyon betreffen of die op enigerlei wijze als sturend gezien
kunnen worden richting een diagnostiek die ondersteunend is voor het aansturen op
het arbeidsgeschikt verklaren van mensen?
Antwoord 5, 6 en 7
UWV heeft aangegeven dat er op geen enkele wijze richting Psyon wordt gestuurd op
de uitkomst van de diagnose. UWV geeft geen doelstellingen, streefcijfers of stimulansen
richting Psyon. Er zijn derhalve ook geen documenten beschikbaar.
Vraag 8
Hoeveel «onafhankelijke medische diagnostieken» heeft Psyon voor het UWV gedaan in
2022, 2021, 2020 en 2019?
Vraag 9
Welk totaalbedrag heeft het UWV betaalt aan Psyon in 2021, 2020 en 2019?
Antwoord 8 en 9
Onderstaande tabellen bevatten de gevraagde gegevens voor de UWV-divisie Sociaal Medische
Zaken (SMZ) en de divisie Bezwaar en Beroep (B&B). Daarbij staat één factuur voor
één expertise. UWV vroeg gemiddeld ruim 400 expertises aan bij Psyon. Ter vergelijking:
in 2021 heeft UWV ruim 68.000 claimbeoordelingen gedaan.
SMZ-betalingen aan Psyon
Jaar
# facturen
bedrag
2019
382
€ 737.887
2020
359
€ 813.669
2021
318
€ 788.473
2022 t/m april
119
€ 275.511
B&B-betalingen aan Psyon
Jaar
# facturen
bedrag
2019
63
€ 145.400
2020
90
€ 237.100
2021
71
€ 193.800
2022 t/m april
34
€ 102.100
Vraag 10
Hoe verklaart u dat de rechterlijke macht de oordelen van Psyon klaarblijkelijk voor
zoete koek slikten?
Antwoord 10
Zoals aangeven in antwoord op vraag 3 en 4, voldoen de rapporten aan de NVMSR-normen.
De bij Psyon aangesloten psychiaters leveren volgens UWV kwalitatief goede en navolgbare
rapporten, die adequaat antwoord geven op de door de verzekeringsarts voorgelegde
vragen. Daaruit maak ik op dat de rapporten voor de rechterlijke macht voldoende inzichtelijk
en overtuigend om te volgen zijn.
Vraag 11 en 12
Welke manieren ziet u in deze om de rechtsgang en de kansen van burgers in deze te
verbeteren?
Wat is uw reactie op de uitspraken Tilburgse advocaat Jean-Louis van Os: 'Binnen het
bestuursrecht gaat de rechter er op voorhand van uit dat het uwv goed onderzoek gedaan
heeft. Het is dan aan de burger om te laten zien dat dat niet zo is.» en «Het bestuursrecht
is partijdig. Het uwv keurt zijn eigen vlees, en de Centrale Raad legitimeert dat
vervolgens. De Centrale Raad zou zelf onafhankelijke deskundigen moeten inschakelen.»?3 Wilt u hierin mede betrekken dat het onderzoek van het UWV danwel in opdracht van
het UWV zeker niet altijd deugdelijk blijkt te zijn?
Antwoord 11 en 12
Ik kan me voorstellen hoe intens de ervaring kan zijn van mensen die het niet eens
zijn met het oordeel van UWV. Ik begrijp ook wat de advocaat zegt. Ik wijs er wel
op dat de werkelijkheid genuanceerd is. In verreweg de meeste gevallen voert UWV de
medische onderzoeken correct uit, al dan niet na correctie door de verzekeringsarts
van Bezwaar en Beroep. Zoals aangegeven in antwoord op vraag 3 en 4, zijn in de bestaande
wijze van beoordelen voldoende waarborgen aanwezig voor de onafhankelijkheid en zorgvuldigheid
van de oordeelsvorming, ook wanneer de verzekeringsarts externe expertise aanvraagt.
Ook een expertise door een medisch adviseur geldt voor UWV de zogeheten vergewisplicht
(artikel 3:9 Awb). Dit betekent dat UWV gehouden is zich ervan te vergewissen of een
onderzoek op zorgvuldige wijze heeft plaatsgevonden en voldoet aan de richtlijnen
en aan de wettelijke normen (Awb, WIA, Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten).
Aan UWV is het in ieder geval om ervoor te zorgen dat bij bezwaar de beslissing, daar
waar nodig, wordt herzien. In de bezwaarfase beziet een verzekeringsarts de casus
opnieuw. Kritisch onderzoek naar de vraag of er toch niet aanleiding is om betrokkene
tegemoet te komen, behoort voorop te staan. In dit verband is van belang dat UWV momenteel
bezig is om haar dienstverlening opnieuw tegen het licht te houden en waar mogelijk
te verbeteren. De «burgergerichte» heroverweging in bezwaar vormt daar een onderdeel
van en ook in lopende procedures in beroep en hoger beroep zal zo burgergericht mogelijk
worden gehandeld. Dit houdt onder meer in dat UWV inzet op een informele aanpak (dejuridiseren),
de ruimte in de regels zoekt om de betrokken burger tegemoet te komen (ook als een
besluit rechtmatig is, zal worden onderzocht of dit besluit niet zal kunnen worden
vervangen door een beter besluit) en dat UWV waar mogelijk zal trachten om een definitieve
en voor de burger aanvaardbare oplossing te bewerkstelligen.
Waar dit niet lukt, kan uiteindelijk een oordeel door de rechter nodig zijn. De heer
Van Os suggereert dat de Centrale Raad daarbij onafhankelijke deskundigen zou moeten
inschakelen. De rechter heeft die mogelijkheid. Het is niet aan mij om in deze een
oordeel te geven over de rechtspraak, want dat oordeel komt onafhankelijk en zelfstandig
tot stand.
Vraag 13
Bent u bereid onafhankelijk te laten onderzoeken in hoeverre de praktijk van Psyon
en de praktijk van het UWV als opdrachtgever, de toets der kritiek kunnen doorstaan?
Antwoord 13
In antwoord op vraag 3 en 4 heb ik aangegeven om welke redenen ik op dit moment onvoldoende
aanleiding voor ingrijpen zie. Beoordeling van Psyon-rapportages in het verleden door
tuchtrechters en de NVMSR heeft nooit geresulteerd in kritiek op de wijze van rapporteren
of de gehanteerde onderzoeksmethoden.
Vraag 14
Bent u bereid de samenwerking met Psyon onmiddellijk stop te laten zetten?
Antwoord 14
UWV ziet vooralsnog geen reden om de artsen te ontraden een psychiater van Psyon in
te schakelen. De verzekeringsarts bepaalt zelf welk bureau wordt ingeschakeld, waarbij
de keuze kan zijn ingegeven door de lokale situatie, zoals eventuele wachttijden en
eerdere ervaringen.
Vraag 15
Bent u bereid iedereen die door Psyon beoordeeld is en arbeidsgeschikt is verklaard,
een eerlijke herkeuring te geven?
Antwoord 15
Voor alle duidelijkheid wil ik nogmaals benadrukken dat Psyon nooit beoordeelt of
iemand arbeids(on)geschikt is. Dat oordeel is altijd aan de verzekeringsarts. Vooralsnog
is er op grond van het bericht «Allemaal dezelfde stempel van de commerciële keuringsarts»
en de bevindingen van UWV onvoldoende reden aan te nemen dat cliënten voor wie een
psychiatrische expertise door bij Psyon aangesloten psychiaters is aangevraagd geen
eerlijke beoordeling hebben gehad. Mocht in de toekomst blijken dat de inbreng van
Psyon niet voldoet aan de daaraan gestelde eisen, dan zal UWV naar bevind van zaken
handelen en zal ik uw Kamer informeren via de periodieke Stand van de uitvoering.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.