Amendement : Amendement van het lid Kwint over het maximeren van de bezoldiging van bestuurders die tevens een toezichthoudende functie bekleden
35 920 Wijziging van een aantal onderwijswetten in verband met onder andere de uitbreiding van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium (Wet uitbreiding bestuurlijk instrumentarium onderwijs)
Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID KWINT
Ontvangen 14 juni 2022
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel VIII wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL VIIIa. BEZOLDIGING BESTUURDERS MET TOEZICHTHOUDENDE FUNCTIES
1. Voor zover een bestuurder van een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 47
van de Wet op het primair onderwijs, artikel 50 van de Wet op de expertisecentra,
artikel 3.4 van de Wet voortgezet onderwijs 2020, artikel 53 van de Wet primair onderwijs
BES, artikel 97 van de Wet voortgezet onderwijs BES, van een stichting als bedoeld
in de artikelen 17, 17d of 48 van de Wet op het primair onderwijs, de artikelen 28,
28j of 51 van de Wet op de expertisecentra, de artikelen 3.10, 3.16 of 3.22 van de
Wet voortgezet onderwijs 2020, artikel 54 van de Wet primair onderwijs BES, de artikelen
98 of 109 van de Wet voortgezet onderwijs BES, van een rechtspersoon als bedoeld in
artikel 55 van de Wet op het primair onderwijs, artikel 57 van de Wet op de expertisecentra,
artikel 4.1, tweede lid, van de Wet voortgezet onderwijs 2020, de artikelen 1.4.1,
1.4a.1, 1.6.1, of 2.1.3, derde lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, artikel 60
van de Wet primair onderwijs BES, artikel 105, eerste lid, van de Wet voortgezet onderwijs
BES, onderscheidenlijk een lid van het instellingsbestuur bedoeld in artikel 1.1,
onderdeel j, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of een
lid van het bestuur van een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet educatie
en beroepsonderwijs BES, tevens lid is van een toezichthoudend orgaan als bedoeld
in de artikelen 1.2, onderdelen f, g en h, 1.3, 1.4 of 1.5 van de Wet normering topinkomens,
bedraagt de som van de bezoldigingen niet meer dan de maximale bezoldiging, bedoeld
in artikel 2.3, eerste lid, van de Wet normering topinkomens.
2. Artikel 1.6a, tweede en derde lid, en paragraaf 5 van de Wet normeringstopinkomens
zijn van toepassing.
Toelichting
Onderwijsbestuurders vallen normaliter onder de Wet Normering Topinkomens. In de wet
is echter een uitzondering gemaakt voor toezichthoudende functies. Dit leidt ertoe
dat er nog altijd onderwijsbestuurders zijn die fors meer verdienen dan de in Nederland
vastgestelde maximumnorm. Indiener vindt dit zeer onwenselijk. Ten eerste omdat deze
norm niet voor niks is vastgesteld en een onderwijsbestuurder weliswaar een zeer verantwoordelijke
baan heeft, maar niet een meer verantwoordelijke baan dan een Minister, laat staan
de Minister-President.
Ten tweede, mede door schaalvergroting, geven de onderwijsbestuurders die precies
de maximaal toelaatbare bezoldiging ontvangen leiding aan gigantisch grote onderwijsinstellingen.
Het lijkt de indiener verstandig dat de bestuurders hun aandacht dan niet gaan verdelen
over nog een of twee (of zelfs meer) onderwijsinstellingen daarnaast.
Tenslotte, docenten in het voortgezet onderwijs – maar ook het personeel in het beroeps-
en wetenschappelijk onderwijs – moeten hard knokken voor een fatsoenlijke beloning.
Dit terwijl onderwijsbestuurders de afgelopen jaren wel een salarisverhoging konden
ontvangen. Dat geld lijkt ons beter besteed aan onderwijsgevend personeel.
Dit amendement regelt dat het stapelen van toezichtfuncties niet kan leiden tot een
inkomen boven de WNT-norm. Voor uitbetaling van dat deel dat boven de WNT-norm ligt
bestaat geen rechtsgrond, zodat de betalende partij een vordering op de ontvanger
krijgt voor het teveel betaalde.
Kwint
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid