Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Molen over het bericht ‘Private opleider NCOI verstrekt niet-erkende masterdiploma’s’
Vragen van het lid Van der Molen (CDA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Private opleider NCOI verstrekt niet-erkende masterdiploma’s» (ingezonden 20 mei 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 13 juni
2022)
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat NCOI (Nederlands Commercieel Opleidingsinstituut) zo’n 500 studenten
onterecht een masterdiploma heeft verstrekt?1
Antwoord 1
Iedere student of cursist die tijd en geld besteedt aan het volgen van een opleiding
of cursus, moet er op kunnen vertrouwen dat de onderwijsaanbieder zich aan de wet-
en regelgeving houdt. Een student moet er dan ook van uit kunnen gaan na afronding
van een masteropleiding ook daadwerkelijk de mastertitel te mogen voeren. Ook voor
werkgevers is van groot belang dat werknemers die een mastertitel voeren, ook daadwerkelijk
een wettelijke erkende masteropleiding hebben afgerond.
In 2017 is de Wet bescherming namen en graden hoger onderwijs in werking getreden.
Op grond van deze wet is de mastergraad, maar bijvoorbeeld ook de associate degree
en de bachelorgraad, beschermd. Deze mogen dan ook alleen onder voorwaarden worden
verleend. Indien de Inspectie van het Onderwijs (de inspectie) signalen ontvangt dat
een instelling of organisatie onterecht graden verleent, kan zij hier onderzoek naar
verrichten. Indien de inspectie constateert dat er inderdaad onterecht graden zijn
verleend, kan ik een bestuurlijke boete opleggen.
Naar aanleiding van signalen heeft de inspectie onderzoek gedaan naar zestien onderwijsaanbieders
die vallen onder de Salta Groep (voorheen de NCOI Groep). Bij vijf aanbieders heeft
de inspectie in haar rapportage geconstateerd dat zij onterecht graden hebben verleend.
Ik zal deze rapporten zorgvuldig bestuderen en, indien daartoe aanleiding is, gepaste
maatregelen treffen.
Vraag 2
Welk gedeelte van de onduidelijke voorlichting heeft het NCOI naar aanleiding van
het oordeel van de Inspectie van het Onderwijs aangepast? Volgens welke onderdelen
voldoet de online informatie nog steeds niet aan de wet volgens de Inspectie?
Antwoord 2
De inspectie heeft de Salta Groep er meermaals op gewezen dat de informatievoorziening
op de websites van de zestien onderwijsaanbieders die onder het onderzoek vielen,
volgens de inspectie niet op orde was. Hierop zijn door deze instellingen en organisaties
een aantal wijzigingen doorgevoerd. Zo heeft de Salta Groep de voorlichting ten aanzien
van het gebruik van de term master en het verzorgen van onderwijs bij een aantal onderwijsaanbieders
tussen de inspectiebeoordelingen in oktober 2021 en december 2021 aangepast. De inspectie
heeft mij kenbaar gemaakt dat zij de voorlichting in december 2021 voor het laatst
in volledigheid heeft beoordeeld. Op dat moment voldeed de informatievoorziening volgens
de inspectie op de volgende punten niet:
Het onderscheid tussen NVAO geaccrediteerde opleidingen vs. cursusaanbod (bij 14 onderwijsaanbieders).
Het gebruik van de term master (bij 10 onderwijsaanbieders).
Het gebruik van de naam «hbo» in de naam van de cursus (bij 12 onderwijsaanbieders).
Het verzorgen van onderwijs (bij 10 onderwijsaanbieders).
De niveau-aanduiding (bij 12 onderwijsaanbieders).
Vraag 3
Welke termen zijn niet wettelijk beschermd en zorgen voor een «grijs gebied»?
Antwoord 3
De inspectie geeft aan dat er termen zijn waarvan het gebruik de indruk wekt dat het
om geaccrediteerd onderwijsaanbod gaat, maar ook problematisch kunnen zijn in de context
van de voorlichting. Deze termen bevinden zich volgens de inspectie in een «grijs
gebied». Een voorbeeld hiervan is het gebruik van de term «hbo» in de naam van een
cursus of in de voorlichting over het cursusaanbod, waardoor geïnteresseerden geen
onderscheid kunnen maken tussen NVAO-geaccrediteerde hbo-opleidingen enerzijds en
niet-geaccrediteerd «hbo»-aanbod anderzijds.
Vraag 4
Welke maatregelen kunt u en/of de Inspectie nemen bij het onterecht verstrekken van
diploma’s? Welke overtredingen in welke mate zijn nodig voordat deze maatregelen worden
genomen?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in de beantwoording op vraag 1 kan de inspectie een onderzoek starten,
indien zij het vermoeden heeft dat een organisatie of instelling onterecht graden
heeft verleend. Eventuele overtredingen stelt zij vast in een rapport dat openbaar
wordt gemaakt.2
Vervolgens is het aan mij om de rapportage zorgvuldig te bestuderen. Indien daartoe
aanleiding is, kan ik een bestuurlijke boete opleggen. In het verleden zijn er op
basis van rapportages van de inspectie al bestuurlijke boetes opgelegd aan andere
instellingen en organisaties.3
Vraag 5
Hoeveel studenten zijn er getroffen? Moeten er nog correcties worden doorgevoerd?
Zo ja, welke? Is er sprake van geleden schade? Maken voormalige studenten daar aanspraak
op en welke procedures staan hun ter beschikking?
Antwoord 5
In haar rapportage heeft de inspectie aangegeven dat er in totaal 557 graden onterecht
zijn verleend door instellingen en organisaties die vallen onder de Salta Groep. Daarnaast
heeft de inspectie geconstateerd dat er per juni 2021 622 cursisten stonden ingeschreven
voor de opleidingen, waarvoor volgens de inspectie onterecht graden zijn verleend.
Ik heb geen beeld van mogelijk geleden schade. Cursisten die zich gedupeerd voelen,
kunnen de gang naar de civiele rechter maken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.