Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over 'het bericht KLM stelt vaccinatieplicht in voor nieuwe piloten en stewardessen'
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Financiën over het bericht «KLM stelt vaccinatieplicht in voor nieuwe piloten en stewardessen» (ingezonden 20 april 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Minister van Financiën (ontvangen 13 juni 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 2679
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «KLM stelt vaccinatieplicht in voor nieuwe piloten
en stewardessen» op AD.nl van 12 april jl.?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat is uw mening over het feit dat KLM een vaccinatieplicht heeft ingesteld voor nieuwe
piloten en stewardessen?
In hoeverre mogen werkgevers tijdens een sollicitatieprocedure vragen naar de vaccinatiestatus
van een werknemer?
Antwoord 2 en 3
Zoals aangegeven in de beantwoording van vragen van het lid Stoffer van de SGP van
30 september jl., is en blijft vaccinatie vrijwillig. In algemeenheid geldt dat een
werkgever hier dan ook niet toe mag dwingen of dit vereisen, direct of indirect. Werkgevers
die een moreel appèl doen op hun werknemers mogen dat natuurlijk altijd doen, zoals
ook de overheid heeft gedaan. Dat mag alleen als daar een goede reden voor is. Die
goede reden kan bijvoorbeeld zijn als er geen alternatieven zijn om een gezonde en
veilige werkomgeving te creëren. Een werkgever mag wel met de werknemer afspreken
om beschermingsmiddelen te dragen of om alternatief werk te doen. Het is daarom belangrijk
dat werkgevers en werknemers met elkaar het gesprek voeren over gezondheid en veiligheid
op de werkvloer en tot afspraken komen die voor iedereen goed werken. De bedrijfsarts
kan daarbij een adviesrol vervullen.
De pilotenvakbond VNV heeft onlangs een kort geding procedure bij de rechter aanhangig
gemaakt tegen KLM. VNV heeft daarin gevorderd KLM met onmiddellijke ingang te verbieden
bij kandidaat-vliegers op enigerlei wijze informatie in te winnen en/of te gebruiken
omtrent de vaccinatiestatus tegen corona en/of om kandidaten af te wijzen omdat zij
aangeven niet gevaccineerd te zijn en/of geen vaccinatie willen nemen. KLM heeft daartegen
ingebracht dat zij enkel vraagt of vliegers volledig inzetbaar zijn, waarvan een vaccinatie
tegen corona volgens KLM deel uitmaakt.
De kantonrechter Amsterdam heeft op 2 juni jl. (ECLI:NL:RBAMS:2022:3029) – samengevat
– geoordeeld dat het vragen naar en eisen van een vaccinatie tegen corona een niet
gerechtvaardigde inbreuk oplevert op de grondrechten van kandidaat-vliegers. Met het
verlangen van een vaccinatie tegen corona maakt KLM inbreuk op de persoonlijke levenssfeer
(artikel 8 EVRM) van kandidaat-vliegers. Daarom zijn de belangen van de kandidaat-vliegers
in de onderhavige zaak groot. Het belang van KLM om haar planning met inachtneming
van de cao-afspraken rond te krijgen en om haar bedrijfsvoering zo goed mogelijk in
te richten is eveneens aanwezig, maar weegt niet zo zwaar als de (grond)rechten van
de kandidaat-vliegers. Het oordeel van de kantonrechter luidt dat het KLM met onmiddellijke
ingang is verboden om bij kandidaten voor vacatures voor de functie van vlieger op
enigerlei wijze informatie in te winnen en/of te gebruiken omtrent de vaccinatiestatus
tegen COVID-19 en/of om kandidaten af te wijzen omdat zij aangeven niet gevaccineerd
te zijn en/of geen vaccinatie willen nemen, op straffe van een dwangsom van € 100.000,00
per overtreding. Tegen deze uitspraak staat nog de mogelijkheid van hoger beroep open.
Vraag 4 en 5
Herinnert u zich uw antwoord op schriftelijke vragen van het lid Stoffer2 op 1 oktober jl. waarin u het volgende aangaf: «In Nederland is en blijft vaccinatie
vrijwillig. Het kabinet gaat niet toe naar een vaccinatieplicht. Een werkgever mag
hier dan ook niet toe dwingen of dit vereisen.»?
Kunt u bevestigen dat het voor werkgevers, en dus ook voor KLM, verboden is personeel
af te wijzen op basis van het feit dat men niet gevaccineerd is of van hen te eisen
zich te laten vaccineren?
Antwoord 4 en 5
Ja, ik herinner mij het antwoord op de eerdere schriftelijke vragen. In Nederland
bestaat geen plicht tot vaccinatie. Een werknemer is vrij te kiezen voor vaccinatie
of niet.
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 2 hoeft een werknemer aan een werkgever
geen informatie te geven over zijn vaccinatiestatus. De werknemer kan door de werkgever
ook niet verplicht worden tot vaccinatie.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 heeft de rechter met betrekking tot de
situatie bij KLM geoordeeld dat ook voor de sollicitatieprocedure geldt dat de werkgever
niet mag vragen naar de vaccinatiestatus van de werknemer. Een sollicitant hoeft daar
geen informatie over te geven en dit mag geen reden zijn om een sollicitant te weigeren
voor een functie.
Vraag 6
Kunt u het juridisch kader schetsen ten aanzien van het verbod op vaccinatiedwang?
Antwoord 6
Zoals hierboven aangegeven heeft het Nederlandse vaccinatiebeleid een vrijwillig karakter.
Iedereen heeft de keuze om zich wel of niet te laten vaccineren en dat geldt ook voor
werknemers. Als aan de weigering om zich te laten vaccineren arbeidsrechtelijke gevolgen
worden verbonden, dan wordt de keuzevrijheid van de werknemer ingeperkt. Een indirecte
vaccinatieplicht kan botsen met het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
het recht op onaantastbaarheid van de lichamelijke integriteit en de vrijheid van
gedachte, geweten en godsdienst.
Een dergelijke inbreuk op de grondrechten van de werknemer is slechts in uitzonderlijke
gevallen gerechtvaardigd. Dat kan alleen als de werkgever kan aantonen dat de inbreuk
noodzakelijk is om een legitiem doel te bereiken en dat de inbreuk voldoet aan de
eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Het belang van de werkgever bij het
gevaccineerd zijn van de werknemer moet zodanig zijn dat het belang van de werknemer
bij weigering van een vaccinatie daarvoor moet wijken. Daarbij wegen alle omstandigheden
van het concrete geval mee. Van belang is bijvoorbeeld of de roostering van het personeel
(tijdelijk) gewijzigd zou kunnen worden, of er alternatieve werkzaamheden voorhanden
zijn en wat de mogelijke gevolgen van de weigering zullen zijn. Als minder ingrijpende
maatregelen in een bepaalde situatie kunnen voldoen zullen ver(der)gaande maatregelen
niet snel gerechtvaardigd zijn. Het uiteindelijke oordeel in een concrete zaak is
aan de rechter. In de KLM-zaak achtte de rechter de belangen van de (sollicitant)vliegers
zwaarwegender dan het belang van KLM, zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat het besluit van KLM om een vaccinatieplicht in te stellen
voor nieuwe piloten en stewardessen in strijd met de wet is en dat bij afwijzing van
ongevaccineerden sprake is van discriminatie op basis van medische status? Zo ja,
op welke wijze wordt gehandhaafd op het verbod om van werknemers te eisen zich te
laten vaccineren, en door wie?
Antwoord 7
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2. heeft de rechter in de KLM-zaak geoordeeld
dat het ongeoorloofd was om naar de vaccinatiestatus van (sollicitant)vliegers te
vragen en om hen af te wijzen indien zij geen COVID-19-vaccinaties willen nemen. T.a.v.
de handhaving geldt dat indien de werknemer vaccinatiedwang- of drang vanuit de werkgever
ervaart, dit het beste eerst met de werkgever kan worden besproken. Zo nodig kan de
werknemer binnen de eigen organisatie terecht bij de ondernemingsraad of de vertrouwenspersoon
voor advies. Als zij er samen niet uitkomen heeft de werkgever of de werknemer de
mogelijkheid om een procedure te starten bij de rechter. De rechter zal in zijn uitspraak
beoordelen of de werkgever een legitiem doel nastreefde en of de door de werkgever
getroffen maatregelen het te bereiken doel rechtvaardigden en proportioneel en subsidiair
waren.
Vraag 8
Wat vindt u als aandeelhouder van KLM van dit beleid?
Antwoord 8
De directie van KLM is verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering, waaronder het opstellen
van beleid binnen de onderneming. De raad van commissarissen houdt daar toezicht op.
De aandeelhouder heeft daar geen rol in. Een onderneming dient zich daarbij vanzelfsprekend
aan de geldende wet- en regelgeving te houden. Zie verder de beantwoording van vraag
7.
Vraag 9
Hoe reageert u op het feit dat de Vakorganisatie Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers
oproept deze praktijk van KLM onmiddellijk te stoppen?
Antwoord 9
Het is hun recht om hiertoe op te roepen. Voor de uitspraak die de kantonrechter gedaan
heeft in de procedure die Vakorganisatie VNV heeft aangespannen tegen KLM verwijs
ik naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 10
Bent u voornemens KLM aan te spreken op dit besluit?
Antwoord 10
Zoals aangegeven in de beantwoording van vraag 2 heeft de rechter inmiddels uitspraak
gedaan. Ik ga ervan uit dat KLM gevolg zal geven aan deze uitspraak. KLM heeft overigens
nog de mogelijkheid om tegen de uitspraak in hoger beroep te gaan.
Vraag 11
Herinnert u zich uw schriftelijke antwoorden van 1 oktober jl. op vragen van het lid
Stoffer over het bericht «Ministerie kan niets doen tegen bedrijven die vaccinatiebewijs
eisen»?
Antwoord 11
Ja.
Vraag 12
Herinnert u zich het antwoord op de vraag of u bereid bent een juridische basis te
creëren om op te kunnen treden tegen werkgevers die een vaccinatiebewijs eisen van
hun werknemers, namelijk dat er toen een verkenning liep naar de mogelijke toepassing
van de coronatoegangsbewijzen in bepaalde sectoren?
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13
Wat zijn de uitkomsten van deze verkenning op het specifieke punt van de ontbrekende
juridische basis ten aanzien van optreden tegen werkgevers die een vaccinatiebewijs
vereisen?
Antwoord 13
Tijdens de verkenning is gesproken met de vertegenwoordigers van de sectoren waar
een Coronatoegangsbewijs (ctb) werd gevraagd van bezoekers, gasten en klanten. In
deze gesprekken met de evenementen-, sport- en cultuursector en de horeca stond de
vraag centraal of de uitzondering in de Tijdelijke wet Coronatoegangsbewijzen voor
toepassing van het ctb voor toegang tot de arbeidsplaats, kon vervallen en zo ja,
welke aandachtspunten men het kabinet hiervoor wilde meegeven.
Uit de gesprekken kwam het algemene beeld naar voren dat werkgevers en werknemers
in de betreffende sectoren tot voor beide partijen acceptabele oplossingen kwamen.
Werkenden die geen mededeling wilden doen over hun vaccinatiestatus werden voor zover
mogelijk gevraagd thuis te werken of werden tijdelijk voor andere werkzaamheden ingezet.
In een brief van 2 november 20213 maakte de Minister van VWS er melding van dat het Arbo Managementteam (AMT) aan de
hand van de arbeidshygiënische strategiemethodiek een inschatting van het mogelijke
effect van de invoering van het ctb voor werknemers op de virusverspreiding had gemaakt.
Het AMT was van mening dat het invoeren van een ctb voor werknemers niet nodig werd
geacht in werkomstandigheden, waarbij er voldoende andere (subsidiaire) mogelijkheden
zijn tot risicoreductie, zoals thuiswerken, thuisblijven bij klachten en gespreid
werken én als deze mogelijkheden worden benut. Uit de epidemiologische cijfers bleek
echter, dat er ondanks versoepelingen toch sprake was van een toename van het aantal
werksituatie gerelateerde infecties. Het OMT was dan ook van mening dat, toen deze
discrepantie al maanden bleef voortduren, er geen bezwaar zou kunnen zijn om onder
bepaalde omstandigheden een ctb voor werknemers in te voeren. Het OMT benadrukte daarbij
dat deze afweging op een zorgvuldige wijze diende te gebeuren aan de hand van een
nauwgezette risico-inventarisatie, criteria van proportionaliteit en subsidiariteit
en met betrokkenheid van de personeelsvertegenwoordiging.
Op basis van het OMT-advies is begonnen met de voorbereidingen voor de «tijdelijke
wet verbreding coronatoegangsbewijzen». Het nadrukkelijk doel is om gericht risico’s
te mitigeren en daarmee een (gedeeltelijke) (her)sluiting van de hele samenleving
te voorkomen. Het kabinet wilde het ctb als mogelijke maatregel achter de hand houden
zodat snel en adequaat maatregelen konden worden genomen als de epidemiologische situatie
daarom zou vragen.
Graag merk ik hierbij op dat het tonen van een ctb niet hetzelfde is als het tonen
van een vaccinatiebewijs. Een ctb kon immers worden verkregen middels een herstelbewijs,
testbewijs of vaccinatiebewijs.
Vraag 14
Klopt het dat nog altijd een wettelijke basis ontbreekt om op te kunnen treden tegen
werkgevers die toch een vaccinatiebewijs of een door de werkgever gewenste vaccinatiestatus
van hun werknemers eisen?
Antwoord 14
Een specifieke wettelijke basis voor toepassing van een vaccinatiebewijs op de werkvloer
is er niet. Het bestaande arbeidsrecht voorziet echter in bepalingen om het handelen
te beoordelen van werkgevers die vragen om een vaccinatiebewijs. Het is aan de rechter
om geschillen die daaruit voortvloeien te beoordelen. Daarbij geldt dat de arbeidsrechtelijke
open normen veelal op grond van de omstandigheden van het geval moeten worden ingevuld.
In het algemeen kan gesteld worden dat in de meeste corona gerelateerde situaties
waarover de rechter zich al heeft uitgelaten, de werknemer veel rechtsbescherming
geniet. De werkgever die de werknemer ten onrechte om een vaccinatiebewijs vraagt,
heeft geen grond om de werknemer de toegang tot het werk te ontzeggen, het loon niet
te betalen en in het uiterste geval te ontslaan.
Vraag 15
Bent u bereid alsnog een juridische basis te creëren zodat u kunt optreden tegen werkgevers
die van hun werknemers eisen gevaccineerd te zijn of zich te laten vaccineren?
Antwoord 15
Zoals aangegeven in de beantwoording van vragen van het lid Stoffer van de SGP van
1 oktober jl. ben ik hiertoe niet bereid (zie voetnoot 1). Uit de jurisprudentie die
tot dusver is ontstaan, blijkt dat de werknemer veel bescherming geniet zoals aangegeven
in het antwoord op vraag 14.
Slechts in gevallen waarin de rechter de inbreuk op het grondrecht van de werknemer
gerechtvaardigd achtte en de werknemer stelselmatig niet voldeed aan redelijke instructies
van de werkgever, kwam de rechter tot het oordeel dat de werknemer verwijtbaar had
gehandeld, zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 11 februari
2022, ECLI:NL: RBAMS:2022:418.
Vraag 16
Gaat u werkgevers die toch over de schreef gaan hierop aanspreken?
Antwoord 16
Ik zie geen directe aanleiding daartoe, omdat het algemene beeld niet is dat bedrijven
een vaccinatiebewijs eisen, ook niet in de periode toen er meer corona besmettingen
waren dan nu het geval is. Zoals in de beantwoording op eerdere vragen van u van 31 september
jl. was aangegeven, attendeer ik werkgevers en werknemers op hun rechten en plichten
in dit verband via rijksoverheid.nl4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.