Voorstel van wet : Voorstel van wet
36 131 Wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Bankwet 1998, de Wet financiële markten BES en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2022-II)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
ARTIKEL VII
ARTIKEL VIII
ARTIKEL IX
ARTIKEL X
ARTIKEL XI
ARTIKEL XII
ARTIKEL XIII
ARTIKEL XIV
ARTIKEL XV
ARTIKEL XVI
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Financieel Stabiliteitscomité
wettelijk te verankeren, een ruimere definitie van kredietvergoeding in de Wet financiële
markten BES te hanteren, alsmede enige andere wijzigingen en verbeteringen in de wetgeving
op het terrein van de financiële markten aan te brengen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet op het financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 1:1 wordt in de definitie van saneringsmaatregel in onderdeel b «of een daarmee vergelijkbare maatregelen die zijn genomen» vervangen
door «, of een daarmee vergelijkbare maatregel die is genomen».
B
Aan artikel 1:25 wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. De Autoriteit Financiële Markten neemt deel aan het periodiek overleg inzake financiële
stabiliteit, bedoeld in artikel 9h van de Bankwet 1998.
C
Artikel 1:25d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, onderdeel b, wordt «3A:86» vervangen door «3A:68».
2. In het derde lid, onderdeel c, wordt «3A:373A:112» vervangen door «artikelen 3A:37
en 3A:112».
3. In het derde lid, onderdeel d, wordt «artikel 3A:383A:113» vervangen door «artikelen
3A:38 en 3A:113».
4. In het derde lid, onderdeel e, wordt «artikel 3A:413A:117» vervangen door «artikelen
3A:41 en 3A:117».
D
Artikel 2:3e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt «overeenkomstig artikel 29, vijfde lid, van de richtlijn
betaaldiensten» vervangen door «met inachtneming van de krachtens artikel 29, vijfde
lid, van de richtlijn betaaldiensten door de EBA vastgestelde technische reguleringsnormen».
2. In het zesde lid wordt na «op verzoek van de Autoriteit Financiële Markten» ingevoegd
«met inachtneming van de krachtens artikel 29, zesde lid, van de richtlijn betaaldiensten
door de EBA vastgestelde technische reguleringsnormen».
E
In artikel 3:2, eerste lid, onderdeel a, wordt na «geconsolideerd» ingevoegd «eigen».
F
In artikel 3:67a wordt «DNB» vervangen door «de Nederlandsche Bank».
G
Aan artikel 3:73c, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Een verzekeraar met beperkte risico-omvang neemt in de toelichting op de jaarrekening
gegevens op over zijn solvabiliteit en financiële positie.
H
In artikel 3:86, tweede lid, vervalt de tweede zin.
I
Artikel 3:98 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel c» vervangen
door «Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel d» en wordt «artikel 3:95, eerste
lid, aanhef en onderdeel a» vervangen door «artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel
b».
2. In het tweede lid wordt «artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel c» vervangen
door «artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel d».
3. In het derde lid wordt «Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel c» vervangen
door «Artikel 3:95, eerste lid, aanhef en onderdeel d».
J
Aan artikel 3:100 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Indien op grond van artikel 3:102, tweede lid, een verklaring van geen bezwaar wordt
aangevraagd voor alle groepsmaatschappijen, gelden de vereisten van het eerste lid,
onderdelen b en c, behalve voor de aanvrager tevens voor alle groepsmaatschappijen
die een gekwalificeerde deelneming in de financiële onderneming houden, verwerven
of zodanig vergroten dat een bovengrens als bedoeld in artikel 3:102, eerste lid,
wordt bereikt of overschreden, dan wel enige zeggenschap verbonden aan de gekwalificeerde
deelneming uitoefenen in de financiële onderneming.
K
Na artikel 3:103 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 3:103a
1. Een groepsmaatschappij waaraan op grond van artikel 3:102, tweede lid, een verklaring
van geen bezwaar is verleend die geldt voor alle groepsmaatschappijen gezamenlijk,
stelt de Nederlandsche Bank in kennis van een voorgenomen wijziging binnen de groep
die ertoe leidt dat een groepsmaatschappij een gekwalificeerde deelneming in een financiële
onderneming zal houden, verwerven of zodanig zal vergroten dat een bovengrens als
bedoeld in artikel 3:102, eerste lid, wordt bereikt of overschreden, dan wel enige
zeggenschap verbonden aan een gekwalificeerde deelneming zal uitoefenen. Gelijke verplichting
rust op de overige bij die wijziging betrokken groepsmaatschappijen.
2. Zodra een groepsmaatschappij aan de ingevolge het eerste lid op haar rustende verplichting
heeft voldaan, is de verplichting voor de andere in dat lid bedoelde groepsmaatschappijen
opgeheven. Melding op grond van dit artikel geldt tevens als een melding van de groepsmaatschappij
en alle bij de wijziging betrokken groepsmaatschappijen ter voldoening aan de verplichting,
bedoeld in artikel 3:103, eerste lid.
3. Aan een voorgenomen wijziging binnen een groep als bedoeld in het eerste lid, wordt
door een groepsmaatschappij geen uitvoering gegeven voordat de Nederlandsche Bank
of, ten aanzien van banken, niet zijnde houders van een vergunning als bedoeld in
artikel 3:4, de Europese Centrale Bank, daarmee heeft ingestemd.
4. De Nederlandsche Bank, of ten aanzien van banken, niet zijnde houders van een vergunning
als bedoeld in artikel 3:4, de Europese Centrale Bank, stemt in met de voorgenomen
wijziging, tenzij één van de in artikel 3:100, eerste lid, genoemde gronden zich voordoet
met betrekking tot de voorgenomen wijziging.
5. De artikelen 1:62 en artikel 1:106 tot en met 1:106e zijn van overeenkomstige toepassing
op een besluit als bedoeld in het derde lid, waarbij:
a. voor «aanvraag van een verklaring van geen bezwaar» wordt gelezen: een kennisgeving
als bedoeld in artikel 3:103a, eerste lid;
b. voor «verklaring van geen bezwaar» wordt gelezen: de instemming, bedoeld in artikel
3:103a, vierde lid;
c. voor de toepassing van artikel 1:106b, eerste lid, voor «alle gegevens en bescheiden»
wordt gelezen: de gegevens, bedoeld in artikel 3:103a, zesde lid; en
d. voor «aanvrager» wordt gelezen: de groepsmaatschappij die de Nederlandsche Bank overeenkomstig
het bepaalde in artikel 3:103a, eerste lid, in kennis stelt van een voorgenomen wijziging
binnen de groep.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke gegevens worden
verstrekt bij een kennisgeving als bedoeld in het eerste lid.
L
Artikel 3:104 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «of 3:97,» ingevoegd «dan wel een besluit tot instemming
als bedoeld in artikel 3:103a, derde lid,».
2. In het tweede lid wordt na «zonder dat een verklaring van geen bezwaar is verkregen
of dat de bij de verklaring van geen bezwaar gestelde beperkingen in acht zijn genomen,»
ingevoegd «dan wel indien zonder de in artikel 3:103a, derde lid, bedoelde instemming
is verkregen of de daaraan gestelde beperkingen in acht zijn genomen,».
3. In het derde lid wordt na «artikel 3:95, eerste lid,» ingevoegd «of artikel 3:103a,
derde lid,».
M
Aan artikel 3:105 wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Het eerste lid, eerste volzin, en tweede tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige
toepassing op een besluit tot instemming als bedoeld in artikel 3:103a, derde lid,
met dien verstande dat voor «verklaring van geen bezwaar» steeds wordt gelezen «besluit
tot instemming».
N
Artikel 3A:85 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt «op de een zodanige wijze» vervangen door «op
een zodanige wijze».
2. In het derde lid wordt na «tezamen met onderdeel b, c of d, of de in de onderdeel
b, c of d,» vervangen door «tezamen met onderdeel b, c of d van dat artikel, of de
in onderdeel b, c, of d van dat artikel».
O
In artikel 3A:86, tweede lid, vervalt de komma na «bedoeld» en wordt «3A:85, eerste
lid» vervangen door «artikel 3A:85, eerste lid».
P
In artikel 3A:91, tweede lid, onderdeel b, wordt «Het daadwerkelijke verlies» vervangen
door «het daadwerkelijke verlies».
Q
In artikel 3A:101, eerste lid, wordt «3A:89, tweede lid» vervangen door «artikel 3A:89,
tweede lid».
R
In artikel 3A:115 wordt «3A:105, 3A:104» vervangen door «3A:104, 3A:105».
S
Artikel 5:25c wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid, tweede volzin, wordt na «jaarlijkse financiële verslaggeving»
ingevoegd «, met uitzondering van het bezoldigingsverslag, bedoeld in artikel 135b
van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek,».
2. In het tweede lid wordt in onderdeel b «en» geschrapt en wordt, onder vervanging
van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:
d. het door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek, gecontroleerde jaarlijkse bezoldigingsverslag, bedoeld in artikel
135b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
T
Artikel 5:88a, derde lid, komt te luiden:
3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de toegang van:
a. betaaldienstverleners die geheel of gedeeltelijk zijn vrijgesteld van artikel 2:3a,
eerste lid;
b. betaaldienstverleners met zetel in een andere lidstaat waaraan een vergunning is verleend
voor het verlenen van betaaldiensten.
U
1. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van
artikelen uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen in de numerieke volgorde
de volgende artikelaanduidingen ingevoegd:
2:3e, eerste lid en vierde tot en met zesde lid
2:67a, eerste, derde en vierde lid
2. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 wordt in de opsomming van artikelen
uit het Deel Markttoegang financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de volgende
artikelaanduiding verwijderd:
2:3e, eerste, tweede en derde lid
3. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van
artikelen uit het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen in de numerieke
volgorde de volgende artikelaanduidingen ingevoegd:
3:17, zesde lid
3:103a, eerste en derde lid.
4. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van
artikelen uit het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen in de numerieke
volgorde de volgende artikelaanduidingen verwijderd:
artikel 3:17, zesde lid
3:17a
3:24.0b
3:108a
5. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van
artikelen uit het Gedragstoezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde
de volgende artikelaanduidingen ingevoegd:
4:15a, eerste, tweede en vierde lid
4:74b, eerste, tweede en derde lid
4:74c
6. In de bijlage behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van artikelen
uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de
volgende artikelaanduidingen verwijderd:
2:67a, eerste, derde en vierde lid
4:90c
4:91l
7. In de bijlage behorend bij de artikelen 1:80 worden in de opsomming van artikelen
uit het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen in de numerieke volgorde de
volgende artikelaanduidingen verwijderd:
4:52b
4:55a
8. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 worden in de opsomming van
artikelen uit het Deel Gedragstoezicht financiële markten in de numerieke volgorde
de volgende artikelaanduidingen verwijderd:
4:15a, eerste, tweede en vierde lid
4:74b, eerste, tweede en derde lid
4:74c
5:25f
5:25j
5:88a, eerste en tweede lid
9. In de bijlagen behorend bij de artikelen 1:79 en 1:80 wordt in de opsomming van artikelen
uit het Deel Gedragstoezicht financiële markten in de numerieke volgorde de volgende
artikelaanduiding ingevoegd:
5:88a
ARTIKEL II
De Bankwet 1998 wordt gewijzigd als volgt:
A
In artikel 4, eerste lid, onderdeel e, wordt «op voet van» vervangen door «op de voet
van».
B
In de artikelen 7 en 11 wordt «de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken»
telkens vervangen door «de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken».
C
Na hoofdstuk IIB wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK IIC. PERIODIEK OVERLEG INZAKE FINANCIËLE STABILITEIT
Artikel 9h
1. De Bank voert, onder de naam Financieel Stabiliteitscomité, periodiek overleg met
vertegenwoordigers van de Stichting Autoriteit Financiële Markten en Onze Minister
over macro-economische en financiële ontwikkelingen met als doel om risico’s voor
de stabiliteit van het financiële stelsel te signaleren en mogelijke oplossingsrichtingen
ter mitigatie van die risico’s aan te dragen. De Bank kan, in overeenstemming met
de Stichting Autoriteit Financiële Markten, dienaangaande aanbevelingen doen.
2. De deelnemers komen ten minste tweemaal per jaar bijeen onder voorzitterschap van
de president van de Bank. De Bank brengt van deze bijeenkomsten en van aanbevelingen
verslag uit aan Onze Minister. Onze Minister zendt afschriften van deze verslagen
aan de beide kamers der Staten-Generaal.
3. Het Centraal Planbureau woont als externe deskundige de bijeenkomsten van het overleg
bij.
4. De deelnemers regelen de verdere werkwijze van het overleg.
D
Artikel 12 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «tenminste» vervangen door «ten minste».
2. In het tweede lid wordt na «een aanbevelingslijst van» ingevoegd «in beginsel».
E
In artikel 12b, eerste lid, wordt «banken en verzekeraars,» vervangen door «bepaalde
financiële ondernemingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel e,».
F
Artikel 13 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid vervalt «, telkens» en aan het lid wordt toegevoegd «Herbenoeming
kan plaatsvinden overeenkomstig de statuten van de Bank.»
2. In het derde lid vervalt «telkens», wordt na «een voordracht van» ingevoegd «in beginsel»,
en aan het lid wordt toegevoegd «Herbenoeming kan plaatsvinden overeenkomstig de statuten
van de Bank.»
3. In het vijfde lid wordt «de aandeelhouders» vervangen door «degene die hen heeft
benoemd».
G
Artikel 15 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «tenminste» vervangen door «ten minste».
2. In tweede lid wordt «tenminste» vervangen door «in beginsel».
H
In de artikelen 16, eerste lid, 18, tweede lid, en 19 wordt «de Statuten van het Europees
Stelsel van Centrale Banken» telkens vervangen door «de statuten van het Europees
Stelsel van Centrale Banken».
ARTIKEL III
De Faillissementswet wordt gewijzigd als volgt:
A
Het eerste artikel 212hga wordt genummerd «212hgd» en wordt geplaatst na artikel 212hgc.
B
In artikel 212oo wordt «212hq» vervangen door «212hi».
C
In artikel 213abis, eerste lid, wordt «artikel, 3A:85, eerste lid» vervangen door
«artikel 3A:85, eerste lid».
D
In artikel 213ar, vijfde lid, wordt «213ap» vervangen door «213ah».
E
Artikel 213m wordt gewijzigd als volgt:
1. Het vierde lid vervalt, onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde
en vijfde lid.
2. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het vijfde lid» vervangen door «het vierde lid».
F
Artikel 213kk wordt gewijzigd als volgt:
1. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. de vorderingen tot vergoeding van schade die schuldeisers met een vordering als bedoeld
in onderdeel d lijden doordat de bedragen die zij hebben ontvangen uit hoofde van
die vorderingen niet toereikend zijn om hen te brengen in de toestand waarin zij zouden
hebben verkeerd indien de verzekeraar niet in staat van faillissement was verklaard.
2. In het derde lid wordt «vierde tot en met zesde lid» vervangen door «vierde en vijfde
lid».
3. In het vierde lid wordt «derde en vierde tot en met zesde lid» vervangen door «derde
tot en met vijfde lid».
4. In het vijfde lid wordt «derde en vierde tot en met zesde lid» vervangen door «tweede,
vierde en vijfde lid».
G
Na artikel 213kk wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 213ll
De artikelen 213ma tot en met 213mk zijn van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL IV
Aan artikel 172 van de Pensioenwet wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. De curator is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten
in de uitoefening van de taak op grond van dit artikel, tenzij deze schade in belangrijke
mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk
onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan
grove schuld.
ARTIKEL V
Aan artikel 167 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling wordt een lid toegevoegd,
luidende:
8. De curator is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten
in de uitoefening van de taak op grond van dit artikel, tenzij deze schade in belangrijke
mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk
onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan
grove schuld.
ARTIKEL VI
Aan artikel 54 van de Wet toezicht trustkantoren 2018 wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. De curator is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een handelen of nalaten
in de uitoefening van de taak op grond van dit artikel, tenzij deze schade in belangrijke
mate het gevolg is van een opzettelijk onbehoorlijke taakuitoefening of een opzettelijk
onbehoorlijke uitoefening van bevoegdheden of in belangrijke mate te wijten is aan
grove schuld.
ARTIKEL VII
De Wet toezicht financiële verslaggeving wordt gewijzigd als volgt:
A
Aan artikel 1, onderdeel d, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van subonderdeel
8 door een puntkomma, een nieuw subonderdeel toegevoegd, luidende:
9°. het door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het
Burgerlijk Wetboek, gecontroleerde jaarlijkse bezoldigingsverslag, bedoeld in artikel
135b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
B
In artikel 2, eerste lid, en artikel 3, tweede lid, onderdeel b, wordt telkens «de
IAS-Verordening» vervangen door «de IAS-Verordening, artikel 135b, eerste lid, tweede
lid, tweede volzin, of derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek».
ARTIKEL VIII
In artikel 5:13 van de Wet financiële markten BES komt de definitie van kredietvergoeding
te luiden:
kredietvergoeding:
alle kosten die in verband met een krediet in rekening worden gebracht aan of ten
laste komen van de kredietnemer, kosten van derden daaronder begrepen, met uitzondering
van vertragingsvergoeding, vergoeding voor vervroegde aflossing en verzekerings- en
taxatiekosten die betrekking hebben op het product ten behoeve waarvan het krediet
wordt verstrekt;
ARTIKEL IX
Artikel 11 van de Wet tuchtrechtspraak accountants wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt «tien» vervangen door «veertien».
2. In het tweede lid wordt «twintig» vervangen door «dertig».
3. In het vierde lid wordt «wijst ten hoogste zes personen, bedoeld in artikel 12, tweede
lid, eerste volzin, aan» vervangen door «kan personen als bedoeld in artikel 12, tweede
lid, eerste volzin, aanwijzen».
ARTIKEL X
In de artikelen 135, eerste lid, 135a, eerste lid, 135b, eerste lid, en 167, eerste
lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt na «als bedoeld in artikel 1:1 van
de Wet op het financieel toezicht» telkens ingevoegd «, met uitzondering van beleggingsmaatschappijen
met veranderlijk kapitaal».
ARTIKEL XI
Aan artikel 930, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt na de punt
de volgende zin toegevoegd:
De verzekeringnemer die te goeder trouw heeft gehandeld, is in dit geval evenmin premie
verschuldigd. De verzekeraar heeft recht op een billijke vergoeding van de te zijnen
laste gekomen kosten.
ARTIKEL XII
In artikel 7 van de Muntwet 2002 wordt «bijzondere munten, als bedoeld in artikel
4,» vervangen door «munten voor verzamelaars».
ARTIKEL XIII
In artikel 10d, tweede lid, van de Sanctiewet 1977 wordt «artikel 10, tweede lid,
onder a, b, c, d, f, g, h, i en j» vervangen door «artikel 10, tweede lid, onder a,
b, c, d, f, g, h, i, j en k».
ARTIKEL XIV
In artikel I, onderdeel LL, van de Wijzigingswet financiële markten 2022 wordt «Artikel
5:36» vervangen door «Artikel 5:46».
ARTIKEL XV
1. Deze wet, met uitzondering van artikel X, treedt in werking op een bij koninklijk
besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld.
2. Artikel X treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 december 2019.
ARTIKEL XVI
Deze wet wordt aangehaald als: Wijzigingswet financiële markten 2022-II.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.