Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Wijngaarden over het bericht 'Hoe een zorgaanbieder heel makkelijk te veel zorg kan declareren'
Vragen van het lid Van Wijngaarden (VVD) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het bericht «Hoe een zorgaanbieder heel makkelijk te veel zorg kan declareren» (ingezonden 13 mei 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 20 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hoe een zorgaanbieder heel makkelijk te veel zorg kan
declareren»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe wordt de jaarverantwoording die zorginstellingen moeten aanleveren gecontroleerd?
Welke acties worden ondernomen indien onregelmatigheden gedetecteerd worden? Hoe vaak
is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de afgelopen vijf jaar in actie gekomen naar
aanleiding van signalen van fraude?
Antwoord 2
De jaarverantwoording is in de eerste plaats gericht op het afleggen van openbare
verantwoording over de besteding van publieke middelen. Daarnaast gebruikt de NZa
de informatie uit de jaarverantwoording, samen met informatie uit andere bronnen en
meldingen, om de risico’s van oneigenlijk gebruik van zorggeld te detecteren. Op basis
van deze analyse dient nader onderzoek ingesteld te worden om te kunnen stellen dat
er een sterk vermoeden is van oneigenlijk gebruik van zorggeld.
Onderstaand volgt een tabel van de NZa met het aantal interventies van de afgelopen
vijf jaar. Voorbeelden van formele interventies zijn het geven van een aanwijzing
of het opleggen van een last onder dwangsom. Een waarschuwing is een voorbeeld van
een informele interventie.
20171
2018
2019
2020
2021
Interventies informeel
180
320
205
149
Interventies formeel
32
22
13
18
Totaal
362
212
342
218
167
X Noot
1
In 2017 werd er in de registratie geen onderscheid gemaakt tussen informele en formele
interventies.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er laagdrempelige mogelijkheden moeten zijn voor werknemers
om signalen en vermoedens van fraude (extern) te melden? Welke mogelijkheden hebben
werknemers van zorginstellingen om (anoniem), zowel intern als extern, actie te ondernemen
indien zij vermoedens hebben dat er fraude wordt gepleegd met zorggeld?
Antwoord 3
Ja, ik deel de mening van uw Kamer. Zorgbehoevenden, zorgmedewerkers, (in)direct betrokkenen
en anderen, kunnen melding van fraude in de zorg doen bij de instanties in het zorgdomein
die daarvoor een meldpunt hebben ingericht.
De NZa heeft een meldpunt waar een vermoeden van fraude of een vermoeden dat zorg
onjuist in rekening is gebracht gemeld kan worden2. Ook heeft de NZa het Meldpunt misstanden bij zorgverzekeraars of zorgaanbieders
(klokkenluiders)3. Bij dit meldpunt kunnen medewerkers terecht die misstanden hebben over hun werkgever
(een zorgverzekeraar of zorgaanbieder). Er is hierbij sprake van geheimhouding waarbij
de melding en identiteit alleen bekend is bij de bij het onderzoek betrokken medewerkers
van de NZa. Ook kunnen cliënten, inwoners en werknemers vermoedens van fraude melden
bij gemeenten. Veel gemeenten hebben daarvoor een meldpunt ingericht. Om gemeenten
daarin te ondersteunen heeft VNG Naleving een animatie gemaakt4.
Vraag 4
Bestaat er een gemeentelijk escalatiemodel met het Openbaar Ministerie (OM) om meer
zaken in het strafrecht te gaan oppakken? Zo nee, wordt daar op dit moment aan gewerkt?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Tussen het OM en gemeenten bestaat geen gemeentelijk escalatiemodel. De term «escalatiemodel»
is afkomstig uit een werkdocument van VNG Naleving. Hiermee wordt het belang geduid
van goede samenwerkingsafspraken met het OM/Functioneel Parket (OM/FP). Of een concrete
zaak in het strafrecht kan worden opgepakt, is aan het OM/FP om te beoordelen. Het
OM/FP werkt met veel verschillende partijen samen bij de bestrijding van zorgfraude.
Een belangrijke partij daarbij zijn de gemeenten. Met VNG Naleving en afzonderlijke
gemeenten heeft het OM/FP continu overleg over concrete signalen van zorgfraude en
hoe deze effectief kunnen worden afgedaan. Op beleidsniveau vindt eveneens afstemming
plaats, onder meer ten aanzien van procedurele afspraken, maar ook op het gebied van
voorlichting en communicatie.
Vraag 5
Wat is de stand van zaken met betrekking tot het onderzoek naar het verwijderen van
het dubbele opzetvereiste uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015?
Antwoord 5
Het schrappen van het dubbel-opzet-vereiste loopt mee in de Verzamelwet gegevensuitwisseling
II. Ik verwacht dit wetsvoorstel in het voorjaar van 2023 aan uw Kamer aan te bieden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.