Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Michon-Derkzen over het bericht ‘Hooligans dreigen door georganiseerde vechtpartijen en training politie te overmannen’
Vragen van het lid Michon-Derkzen (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Hooligans dreigen door georganiseerde vechtpartijen en training politie te overmannen» (ingezonden 29 april 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 juni
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2809
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Hooligans dreigen door georganiseerde vechtpartijen
en training politie te overmannen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat was de aanleiding van dit onderzoek door Bureau Beke? Is dit onderzoek op uw verzoek
geïnitieerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Dit onderzoek – in opdracht van het Onderzoeksprogramma Politie & Wetenschap – betreft
een update vervolg op eerder onderzoek dat Bureau Beke in 2017 heeft gedaan naar het
fenomeen vechtafspraken binnen Europa, de reikwijdte daarvan en de implicaties voor
de politieaanpak. In het eerdere onderzoek werd uiteengezet wat tot 2017 in de wetenschappelijke
literatuur bekend was over dit fenomeen, om deze kennis vervolgens te kunnen vergelijken
met de kennis anno 2021. De update van het onderzoek ziet op deze vergelijking. Op
deze manier worden ook recente ontwikkelingen in kaart gebracht.
Vraag 3
Klopt het dat hooligans steeds professioneler worden in het gebruiken van geweld?
Is deze trend ook bekend bij de politie? Zo ja, welke stappen zijn tot op heden gezet
om in te spelen op deze trend?
Antwoord 3
In het onderzoek wordt vermeld dat vechtgroepen sinds 2017 slimmer, professioneler
en beter georganiseerd zijn geworden. Waar voorheen allianties werden gesloten met
vooral Belgische vechtgroepen, zijn er nu ook allianties met vechtgroepen uit andere
landen zoals Duitsland en Engeland. De vechtgroepen doen aan doorselecteren, waardoor
vechtgroepen steeds sterker en gevaarlijker worden. Doorselecteren houdt in dat de
leden die in de ogen van de vechtgroep minder goed kunnen vechten afvallen en worden
vervangen door leden die wel de gewenste bijdrage kunnen leveren. De vechtgroepen
trainen steeds professioneler op sportscholen. De wijze van communiceren is aangepast,
zowel onderling binnen de vechtgroepen als naar buiten toe. Deze ontwikkelingen zijn
bekend bij de politie. De politie is alert op signalen die kunnen duiden op een geplande
vechtafspraak. Als de politie informatie heeft van ophanden zijnde vechtafspraken,
dan probeert de politie deze te verhinderen of stelt zij een strafrechtelijk onderzoek
in.
Vraag 4
Hoe wordt er bij de politie getraind op het omgaan met dit soort professionele vechtgroepen?
Is het vier keer per jaar trainen op deze confrontaties volgens u voldoende? Zo ja,
waar baseert u dat op? Zo nee, wat zou volgens u wel voldoende zijn?
Antwoord 4
De verschillende vechtgroepen vechten met name onderling met elkaar. De politie-eenheden
ervaren echter de meeste last van de Hit-and-Run acties. Deze komen volgens het onderzoek
in toenemende mate voor. Het betreft aanvallen op andere vechtgroepen die van tevoren
niet zijn afgesproken en waar geen spelregels gelden, waardoor er dus ook wapens gebruikt
worden. Deze vinden plaats in de openbare ruimte waar de vechtgroepen niet zijn afgezonderd
van onschuldige burgers en ondernemers die er zodoende bij betrokken raken en slachtoffer
worden van het geweld. Ook durven deze goed getrainde vechters bijvoorbeeld steeds
vaker het gevecht aan te gaan met de ME. De eerste tekenen daarvan waren zichtbaar
tijdens de coronarellen en de demonstraties tegen corona. Dit betreft een zorgelijke
ontwikkeling. In het belang van de veiligheid van burgers en ondernemers, maar ook
van de politie en de ME dient hiertegen hard te worden opgetreden – wat waar mogelijk
ook gebeurt.
De ME traint op verschillende type confrontaties en agressie door groepen is daar
één van. De politie kijkt altijd naar actuele ontwikkelingen en past daar waar nodig
de training op aan.
Op basis van de resultaten van het onderzoek zal ik de korpschef vragen te bezien
of het trainingsprogramma aangepast moet worden.
Vraag 5 en 6
Is er bij de politie een speciale aanpak voor dit soort groepen? Zo nee, bent u voornemens
om hierover in gesprek te gaan met de politie?
Wat doet u om te voorkomen dat dit soort geweld zich uitbreidt naar woonwijken en
winkelgebieden?
Antwoord 5 en 6
De politie is alert op signalen van de groepen en signalen die kunnen duiden op een
geplande vechtafspraak. Indien bij de politie bekend is dat een vechtafspraak zal
plaatsvinden, probeert de politie deze te verhinderen of wordt een strafrechtelijk
onderzoek ingesteld. Daarnaast zullen in lijn met de aanbeveling uit het onderzoek
de resultaten op meerdere plekken in de politieorganisatie landen, zodat de kennis
over dit fenomeen breder wordt gedeeld en de repressieve en preventieve aanpak hierop
kan worden verbeterd.
Vraag 7
Zijn agenten voldoende uitgerust tegen dit soort professioneel geweld? Geven dit soort
ontwikkelingen volgens u aanleiding om te kijken of de uitrusting van agenten nog
wel voldoende toereikend is?
Antwoord 7
Momenteel wordt onderzoek gedaan naar de vraag of de ME voldoende middelen beschikbaar
heeft. Recente grootschalige rellen en geweld tegen politie is hiervoor de aanleiding.
Op basis van de uitkomsten van dat onderzoek wordt bekeken of andere uitrusting nodig
is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.