Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Idsinga over het bericht "Grensarbeider kan thuiswerken vergeten: ‘Dit is pure discriminatie’'
Vragen van het lid Idsinga (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht «Grensarbeider kan thuiswerken vergeten: «Dit is pure discriminatie»» (ingezonden 18 mei 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
(ontvangen 9 juni 2022).
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met het bericht «Grensarbeider kan thuiswerken vergeten: «Dit is pure
discriminatie»»?1
Herinnert u zich de eerder gestelde schriftelijke vragen van de leden Idsinga en Erkens
(beiden VVD) over het bericht «Verbod thuiswerken grenswerkers dreigt» (ingezonden
19 juli 2021, 2021Z13868)?2
Antwoord 1 en 2
Ja.
Vraag 3
Klopt het dat Nederland met Duitsland en België afspraken heeft gemaakt over de fiscale
behandeling van thuiswerkdagen tijdens de coronapandemie en dat deze afspraken, na
te zijn verlengd, gelden tot en met 30 juni 2022?
Antwoord 3
Ja, Nederland heeft met Duitsland en België afspraken gemaakt over de fiscale behandeling
van thuiswerkdagen onder de belastingverdragen tijdens corona. Deze afspraken zijn
diverse malen verlengd, meest recentelijk tot en met 30 juni 2022. Bij de laatste
verlenging van de overeenkomsten is in overleg met Duitsland en België afgesproken
dat de overeenkomsten per 1 juli 2022 aflopen.
Vraag 4
Voorziet u dat deze afspraken zullen worden verlengd? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
tot wanneer worden deze regelingen verlengd?
Antwoord 4
Nee, zoals hiervoor aangegeven is in overleg met Duitsland en België afgesproken dat
de overeenkomsten per 1 juli 2022 aflopen.
De thuiswerkovereenkomsten betreffen een crisismaatregel om onverwachte gevolgen van
thuiswerken door de coronacrisis te voorkomen. Zonder coronamaatregelen met betrekking
tot thuiswerken, is er geen rechtvaardiging meer om af te wijken van de afspraken
in het belastingverdrag. Daarvoor is een verdragsaanpassing nodig. De thuiswerkovereenkomsten
zijn ook niet geschikt voor een verdere verlenging. Ze zijn namelijk direct gekoppeld
aan de coronamaatregelen met betrekking tot thuiswerken en lenen zich daardoor niet
voor een permanente maatregel.
Vraag 5
Voorziet u, gelet op het feit dat thuis- en/of hybride werken ook na de coronapandemie
het nieuwe normaal lijken te worden, mogelijkheden om hierover tot werkbare fiscale
afspraken te komen met beide buurlanden?
Antwoord 5
Op initiatief van Nederland wordt in overleg met onze buurlanden bezien of mede vanwege
het toegenomen thuiswerken nieuwe afspraken kunnen worden gemaakt voor grensarbeiders
in de belastingverdragen. Nadat de thuiswerkovereenkomsten aflopen (per 1 juli van
dit jaar) gelden de regels van de belastingverdragen met België en Duitsland zoals
die vóór corona ook golden. Deze regels voorkomen op adequate wijze dubbele belastingheffing,
ook voor thuiswerkende grensarbeiders.
Vraag 6
Zijn beide buurlanden (inmiddels) bereid om oplossingensrichtingen te verkennen? Zo
ja, wanneer verwacht u een akkoord? Zo nee, waar loopt het op vast?
Antwoord 6
Nederland is met zowel België als Duitsland in gesprek over een mogelijke thuiswerkregeling
in de belastingverdragen. In het belang van de onderlinge relatie en een vertrouwelijk
onderhandelingsproces kan ik niet in detail kan ingaan op de concrete inzet en het
precieze verloop van de gesprekken. In algemene zin kan worden opgemerkt dat de precieze
vormgeving van een thuiswerkregeling niet eenvoudig is en een goede analyse vereist
van de voor- en nadelen van een dergelijke regeling voor thuiswerkende grensarbeiders
en hun werkgevers. Revelante aandachtspunten zijn onder andere de administratieve
gevolgen en inkomensgevolgen voor grensarbeiders, de administratieve gevolgen voor
werkgevers en (het voorkomen van) discoördinatie tussen sociale zekerheid en fiscaliteit.3 Verder zal moeten worden bezien of een thuiswerkmaatregel leidt tot een (binnen de
verdragssystematiek) passende verdeling van heffingsrechten en wat de budgettaire
gevolgen voor de verdragspartners zijn. Het is daarom niet zeker of een thuiswerkregelingen
de belastingverdragen er komt en, zo ja, hoe deze er precies uit zou zien. Als het
lukt om overeenstemming te bereiken over een verdragsaanpassing, dan zal het nog geruime
tijd duren voordat deze van toepassing wordt.
Vraag 7
Bent u het eens met de stelling dat deze kwestie snel moet worden opgelost voor de
betrokken grenspendelaars?
Antwoord 7
Bij de besprekingen met onze buurlanden wil Nederland verkennen of het wenselijk en
mogelijk is om de belastingverdragen met de buurlanden zo aan te passen dat een bepaald
aantal of percentage thuiswerkdagen geen invloed heeft op de verdeling van heffingsrechten
over het inkomen van een grensarbeider. Ook zonder specifieke thuiswerkregeling voorkomen
de belastingverdragen overigens op adequate wijze dubbele belasting voor thuiswerkende
grensarbeiders. Bovendien is het goed mogelijk dat het huidige systeem van een gesplitst
heffingsrecht door thuiswerken (deels belastingheffing in de woonstaat, deels in de
werkstaat) gunstig uitwerkt voor het netto-inkomen van een grensarbeider.
Vraag 8
Wanneer verwacht u de Kamer nader te informeren omtrent de besprekingen met beide
buurlanden?
Antwoord 8
Voor het zomerreces zal de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mede namens
mij een brief aan uw Kamer sturen om uw Kamer te informeren over de voortgang van
onze gesprekken met buurlanden en binnen de EU.
Vraag 9
Wanneer heeft u voor het laatst met uw Duitse en/of Belgische collega’s over deze
problematiek gesproken en wat is uit deze gesprekken gekomen?
Antwoord 9
Er is regelmatig contact tussen delegaties van het Nederlandse Ministerie van Financiën
en het Duitse respectievelijk het Belgische Ministerie van Financiën. Eind maart is
met Duitsland over het thema thuiswerkende grensarbeiders gesproken. Met België komt
dit aan de orde in het kader van de lopende onderhandelingen over het belastingverdrag.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.