Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dassen over het artikel ' Fonds van 250 miljard moet eurozone versterken'
Vragen van het lid Dassen (Volt) aan de Minister van Financiën over het artikel «Fonds van 250 miljard moet eurozone versterken» (ingezonden 16 mei 2022).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 9 juni 2022)
Vraag 1
Bent u bekent met het artikel «Fonds van 250 miljard moet eurozone versterken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een eerste appreciatie geven over de permanente aard van een Euronoodfonds
ESM, zoals wordt voorgesteld?
Antwoord 2
De ESM-staf heeft op 5 mei jl. een discussiepaper gepubliceerd waarin wordt gepleit
voor een stabiliteitsfonds voor de eurozone, waarin het ESM zou kunnen voorzien. Er
is geen sprake van een formeel voorstel. Het stabilisatiefonds zou een omvang krijgen
van 250 miljard euro en goedkope, langlopende leningen aan lidstaten verstrekken indien
zij getroffen worden door een externe economische schok. Een dergelijk fonds zou binnen
de bestaande ESM-structuur vormgegeven worden, waarbij gebruik wordt gemaakt van de
huidige leencapaciteit.
Het kabinet is terughoudend waar het gaat om voorstellen voor een centrale stabilisatiefunctie
voor de eurozone, vanwege twijfels over de noodzaak, en zorgen om de risico’s. Lidstaten
die voldoende buffers hebben, kunnen middels de eigen begroting hun economie stabiliseren
tijdens economische schokken, en hebben het ESM niet nodig. Private risicodeling via
kapitaalmarkten en kredietmarkten is daarnaast een aantrekkelijk alternatief voor
publieke stabilisatie. Landen die in financiële problemen dreigen te raken kunnen
reeds terecht bij het ESM. De toegevoegde waarde ten opzichte van het bestaande ESM-instrumentarium
is niet duidelijk. Toegang tot goedkope leningen uit een stabilisatiefonds neemt bovendien
de druk weg bij lidstaten om hun schulden geleidelijk maar gestaag te laten dalen.
Sommige eurolanden hebben vanwege hun hoge overheidsschuld op dit moment weinig begrotingsruimte
om te stabiliseren. Dit noopt echter eerder tot beleid dat schulden op een houdbaar
pad brengt dan tot de introductie van een nieuw stabiliteitsfonds. Verder is het kabinet
kritisch over de inzet van de bestaande leencapaciteit van het ESM voor een dergelijk
fonds. De maximale leencapaciteit van het ESM is 500 miljard euro. Indien hiervan
250 miljard wordt gereserveerd voor een stabilisatiefonds is het resterende bedrag
om lidstaten in financiële nood bij te staan aanzienlijk kleiner. Bij een volgende
grote crisis is de kans groter dat de beschikbare leencapaciteit onvoldoende is en
er aanvullende garanties door de deelnemende landen moeten worden afgegeven.
Vraag 3
Deelt u de mening dat een Euronoodfonds van permanente aard dat leningen verstrekt,
een goede aanvulling is op de reeds bestaande financiële instrumenten?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Ziet u de meerwaarde in het koppelen van hervormingen aan het aanspraak kunnen maken
op dit Euronoodfonds met als inzet dat de Europese economieën meer naar elkaar toegroeien?
Antwoord 4
Het kabinet hecht ten algemene veel waarde aan structurele hervormingen die het groeivermogen
en de weerbaarheid van lidstaten versterken, en zo een belangrijke bijdrage leveren
aan de economische convergentie binnen de EU. Nederland steunt daarom de voorwaarde
die is verbonden aan het gebruik van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery
and Resilience facility, RRF), namelijk dat lidstaten plannen indienen met daarin
zowel investeringen als hervormingen. Voor gebruik van bestaande ESM-instrumenten
geldt op grond van het ESM-verdrag dat hieraan stringente voorwaarden worden gesteld
die passend zijn voor het gekozen financiële-bijstandinstrument. Daarbij kan het ook
gaan om hervormingen. Overigens wordt in het discussiepaper van de ESM-staf geen melding
gemaakt van hervormingen als voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op het voorgestelde
stabilisatiefonds.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.