Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van Jasper van Dijk over het vervallen recht op toeslagen vanwege gegevens in de basisregistratie personen (BRP)
Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretarissen van Financiën en van Justitie en Veiligheid over het vervallen recht op toeslagen vanwege gegevens in de basisregistratie personen (BRP) (ingezonden 29 april 2022).
Antwoord van Staatssecretaris De Vries (Financiën – Toeslagen en Douane), mede namens
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 9 juni 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2838
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitzending van Pointer «Nederlanders in de knel door het rigide
vreemdelingenbeleid»?1
Antwoord 1
Het kabinet streeft ernaar dat iedere toeslaggerechtigde de toeslag krijgt waar deze
recht op heeft. Of een vreemdeling recht heeft op deze collectieve overheidsvoorzieningen
en verstrekkingen is afhankelijk van de aard van het verblijf.2 Dit is een uitwerking van de Koppelingswet uit 1998, waarin het koppelingsbeginsel
is geïntroduceerd.3 Doel hiervan is te voorkomen dat vreemdelingen die niet rechtmatig in Nederland verblijven,
door de ontvangst van uitkeringen en verstrekkingen in staat worden gesteld tot voortzetting
van hun onrechtmatige verblijf of het verwerven van een schijn van een volkomen rechtmatig
verblijf. Voor het recht op toeslagen is het vereist dat naast de aanvrager ook alle
meerderjarige medebewoners (huurtoeslag) of de toeslagpartner een rechtmatig verblijf
hebben. In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen is namelijk voor het recht
op toeslagen de aanvullende voorwaarde opgenomen, dat de leden van het huishouden
van de aanvrager van de toeslag (de toeslagpartner en de medebewoners van achttien
jaar en ouder) rechtmatig in Nederland verblijven. Dit heeft ermee te maken dat een
vreemdeling die niet rechtmatig in Nederland verblijft anders indirect wel profijt
heeft van de toeslag die aan de aanvrager wordt verstrekt. Indien een burger niet
(meer) rechtmatig in Nederland verblijft, wordt dit geregistreerd in de Basisregistratie
Personen (BRP) door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) met code 98. Wanneer
iemand bijvoorbeeld samenwoont met een meerderjarig persoon of getrouwd is met iemand
die niet over verblijfsrecht beschikt, heeft de aanvrager van de toeslag daarom geen
recht op toeslagen.
Vraag 2
In hoeveel gevallen is dit uitzettingsbeleid via sociale zekerheid effectief geweest
en waarom weegt dit volgens het kabinet op tegen de problemen waarin gezinnen worden
gestort?
Antwoord 2
Er is geen sprake van een uitzettingsbeleid via sociale zekerheid, hiermee dus ook
niet via toeslagen. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 1, verbindt het koppelingsbeginsel
het recht op collectieve overheidsvoorzieningen en verstrekkingen aan rechtmatig verblijf
van een vreemdeling. De IND levert de verblijfstitels via de BRP, onder andere code
98. Overheidsorganen bepalen vervolgens op basis van die vaststelling door IND en
de voor hen relevante wet- en regelgeving welke voorzieningen en verstrekkingen afhankelijk
zijn van deze verblijfstitel. Bij de uitkering van toeslagen betekent dit dat deze
niet (meer) worden verstrekt aan vreemdelingen die niet (meer) rechtmatig in Nederland
verblijven of – voor zover relevant – als iemand in het huishouden van de aanvrager
van de toeslag niet rechtmatig in Nederland verblijft.
Vraag 3
Kunt u aangeven in welke situaties code 98 afgegeven kan worden? Erkent u dat code
98 niet automatisch betekent dat iemand is uitgeprocedeerd?
Antwoord 3
De IND bepaalt de verblijfs- en verwijderbaarheidstitels. De titelbepaling vindt plaats
in het geautomatiseerde systeem van de IND aan de hand van een groot aantal factoren,
zoals de aanwezigheid van een aanvraag voor een verblijfsvergunning, een besluit over
die aanvraag en wettelijke termijnen. Deze factoren zijn gebaseerd op artikel 8 van
de Vw 2000 waarin de gronden voor rechtmatig verblijf zijn opgenomen. Is er geen verblijfsrecht
in de zin van artikel 8 Vw 2000, dan wordt de titel 98 (geen rechtmatig verblijf)
bepaald. Bij een samenloop van verschillende factoren die het verblijfsrecht betreffen,
geldt dat de sterkste factor van verblijfsrecht bepaalt welke titel wordt vastgesteld.
Ook de ingangsdatum en einddatum van de titels worden in de titelbepaling meegenomen.
Het vaststellen van deze titels gebeurt twee keer per dag. Naast de automatische titelbepaling
worden steekproefsgewijs handmatige controles uitgevoerd.
De titelbepaling betreft altijd een weergave van de situatie op het moment van vaststelling. Code 98 betekent dat een burger op het moment van vaststelling niet (meer) rechtmatig in Nederland verblijft, dit betekent niet dat iemand uitgeprocedeerd
is. De juridische situatie kan wijzigen door het indienen van rechtsmiddelen, nieuwe
aanvragen of door het verkrijgen van een ander verblijfsrecht. Dat betekent dat een
titelcode, en dus ook code 98, geldig blijft tot er een wijziging in de juridische
situatie ontstaat. Dat kan – gelet op het feit dat de titels tweemaal per dag worden
bepaald – op dagbasis wijzigen.
Vraag 4
Erkent u dat er sprake van kan zijn dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND)
per abuis code 98 afgeeft of te laat wijzigt, bijvoorbeeld wanneer mensen tussen procedures
zitten of in hoger beroep zijn met een tijdige voorlopige voorziening?
Antwoord 4
Indien iemand zich tussen procedures of in hoger beroep met een tijdige voorlopige
voorziening bevindt, is er geen sprake van een onjuiste code 98. Er is op dat moment
namelijk geen sprake van rechtmatig verblijf in de zin van artikel 8 Vreemdelingenwet
2000. In het antwoord op vraag 3 is aangegeven dat de titel kan wijzigen als de juridische
situatie verandert.
Vanwege het grote belang van titels controleert (steekproefsgewijs) en monitort de
IND de titellevering. Desondanks kunnen er fouten optreden. Er wordt door de IND niet
bijgehouden hoe vaak een foute titelbepaling voorkomt. De burger kan (telefonisch)
bij de IND aangeven dat de verblijfstitel volgens haar/hem niet juist is. Een ketenpartner
kan hierover ook een signaal afgeven. Dit wordt dan gecontroleerd en indien blijkt
dat de titel inderdaad onjuist is wordt deze zo snel mogelijk hersteld. Als er nader
onderzoek nodig is duurt het maximaal enkele dagen. De herstelde code wordt daarna
zichtbaar voor alle ketenpartijen, waaronder Toeslagen. Zolang de controle loopt blijft
code 98 geregistreerd in de BRP.
Vraag 5
Klopt het dat de Belastingdienst overgaat tot inhouden en invorderen van toeslagen
voordat is vastgesteld waarom code 98 is afgegeven?
Antwoord 5
Toeslagen stelt het recht op toeslagen vast op basis van de beschikbare informatie
in de BRP. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3, stelt de IND op basis van
een groot aantal factoren de verblijfstitel vast en registreert deze in de BRP. Op
dat moment is dus al door de IND bepaald waarom de code is afgegeven. Indien er een
code 98 is geregistreerd met betrekking tot de aanvrager van de toeslag, diens partner
of meerderjarige medebewoners, oordeelt Toeslagen dat er geen recht bestaat op toeslagen
voor deze personen. Eerder uitbetaalde toeslagen worden dan teruggevorderd. In 2021
werd in 5.465 gevallen het recht op toeslagen ingetrokken voor 4.300 huishoudens.
Bij het ontstaan van de terugvordering kan de burger een betalingsregeling (op maat)
aanvragen. Ook worden de reguliere waarborgen, in het bijzonder matiging van de terugvordering
ingezet voor individuele gevallen, bezien.
Bij geringe twijfel over de juistheid van de code zal Toeslagen contact opnemen met
de IND om de juiste status te kunnen bepalen. Twijfel kan ontstaan als de burger aangeeft
dat de code onjuist is. Toeslagen neemt meermaals per week contact op met de IND om
vast te stellen of een code juist is. Tijdens deze uitvraag blijft de invordering
openstaan. Indien de code onjuist blijkt en moet worden aangepast, wat in gevallen
zo is, wordt het recht op toeslagen bij het eerst volgende maandelijkse beschikkingsmoment
opnieuw vastgesteld. Als de code door de IND juist wordt bevonden wordt de toeslag
stopgezet en eventueel teruggevorderd.
Vraag 6
Is het juist dat mensen niet eens de gelegenheid krijgen om aan te tonen dat zij helemaal
niet uitgeprocedeerd zijn voordat de Belastingdienst overgaat tot inhouding en invordering?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in de antwoorden op vragen 3 en 4 betekent code 98 niet per definitie
dat mensen uitgeprocedeerd zijn, maar dat zij niet meer rechtmatig in Nederland verblijven.
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 5 oordeelt Toeslagen op basis van de
beschikbare gegevens dat er geen recht is op toeslagen indien een burger met code
98 geregistreerd staat. Bij geringe twijfel neemt Toeslagen contact met de IND. Zoals
aangegeven in het antwoord op vraag 3 kan een burger indien zij/hij het oneens is
met de beslissing van de IND over een besluit over een aanvraag in beroep gaan bij
de IND.
Vraag 7
Waarom is het uitvaardigen van code 98 eigenlijk geen besluit zoals beschreven in
de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en/of beroep mogelijk is? Kunt u dit
toelichten?
Antwoord 7
De titelbepaling is geen besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht, omdat
het geen zelfstandige beslissing betreft, maar een gevolg van de inhoudelijke beslissing
die de IND heeft genomen (bijv. besluit over aan aanvraag voor een verblijfsvergunning).
De burger kan tegen dit besluit in bezwaar en beroep gaan.
Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven, bepaalt artikel 8 Vw 2000 in welke
gevallen er sprake is van rechtmatig verblijf. De titel geeft aan of er sprake is
van rechtmatig verblijf, maar omvat zelf geen rechtsgevolgen. Als gevolg van de Koppelingswet
uit 1998, waarin het koppelingsbeginsel is geïntroduceerd, nemen andere bestuursorganen,
zoals Toeslagen, wel besluiten naar aanleiding van de vaststelling dat er geen rechtmatig
verblijf is. Die besluiten zijn wel besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.
Vraag 8
Is het juist dat het na een melding van een gedupeerde het maanden of zelfs jaren
kan duren voordat een foutieve vordering door de Belastingdienst word rechtgezet?
Zo nee, hoe zit het dan wel? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 8
Zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 3 is het mogelijk dat code 98 onjuist
is. Bij twijfel over de juistheid van de code zal Toeslagen contact opnemen met de
IND om de juiste status te kunnen bepalen. Vaststelling kan dan, afhankelijk van de
complexiteit, tot enkele dagen duren. Indien de code wordt bijgesteld, wordt het recht
op toeslagen bij het eerst volgende maandelijkse beschikkingsmoment opnieuw vastgesteld
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3, kan de burger eventueel door het indienen
van een nieuwe/andere verblijfsaanvraag proberen opnieuw rechtmatig verblijf te krijgen.
Deze procedure kan een lange tijd in beslag nemen. Indien de burger (weer) over verblijfsrecht
beschikt, worden de toeslagen opnieuw vastgesteld. Eventueel gemiste toeslagen worden
dan nabetaald.
Vraag 9
Deelt u de mening dat juist ten tijde van de opvangcrisis het gestimuleerd zou moeten
worden dat migranten verblijven bij familie of bekenden? Hoe verhoudt dat zich tot
deze praktijk waarbij gastgezinnen financieel gedupeerd raken door het verlies van
rechtmatig verblijf van migranten? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 9
Burgers die vreemdelingen met een rechtmatige status (waaronder ook ontheemde Oekraïners)
opvangen verliezen niet hun toeslagen als gevolg van de werking van het koppelingsbeginsel.
Daarbij gelden wel de regels die ook voor toeslagontvangers van Nederlandse afkomst
gelden. Zo kunnen deze migranten, afhankelijk van de situatie, aangemerkt worden als
medebewoner of als toeslagpartner en meetellen voor het recht op toeslagen. U bent
eerder geïnformeerd over het voornemen van het kabinet dat een ontheemde Oekraïner
die opgevangen wordt bij een gastgezin tijdelijk niet als medebewoner of als toeslagpartner
wordt aangemerkt.
Vraag 10
Erkent u dat het vanuit het vreemdelingenrecht logisch is om het verblijfsrecht met
terugwerkende kracht in te trekken, maar dat het met terugwerkende kracht intrekken
van toeslagen tot een bijzonder hardvochtig beleid leidt? Bent u bereid dit beleid
te wijzigen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 10
Vorig jaar heeft er een inventarisatie plaatsgevonden naar knelpunten in het toeslagenstelsel
naar aanleiding van de motie Lodders/Van Weyenberg4. Hieruit zijn knelpunten naar voren gekomen, waaronder ook de situatie dat met terugwerkende
kracht toeslagen worden ingetrokken bij geen verblijfsrecht. Voor mogelijke oplossingen
zijn onder meer de uitvoerbaarheid en de budgettaire gevolgen van belang. Zoals eerder
toegezegd wordt u hierover in de zomer geïnformeerd.
Er zijn door het vorige kabinet twee knelpunten met betrekking tot het koppelingsbeginsel
gesignaleerd en opgelost bij de huurtoeslag en het kindgebonden budget (WKB). Bij
de huurtoeslag gold eerder voor het recht op toeslagen dat ook naar de verblijfsstatus
van minderjarige medebewoners werd gekeken. Op dit moment geldt dat Toeslagen niet
meer naar de verblijfsstatus van minderjarige medebewoners kijkt. Er blijft dus recht
bestaan op huurtoeslag als een minderjarige medebewoner (veelal het kind van de aanvrager
van de toeslag) geen rechtmatig verblijft houdt in Nederland. Bij het WKB is er inmiddels
ook recht als de partner geen verblijfsrecht heeft, maar aanvrager en kind wel. Beide
maatregelen zijn per 1 januari 2022 ingegaan.
Vraag 11
Bent u bereid ervoor te zorgen dat de Belastingdienst in het geval van code 98 voortaan
eerst onderzoek doet naar de exacte status en pas tot inhouding en invordering overgaat
als onderzoek uitwijst dat er inderdaad sprake is van onrechtmatig verblijf?
Antwoord 11
Zoals aangegeven in de antwoorden op vraag 5 en 6, oordeelt Toeslagen op basis van
de beschikbare gegevens in beginsel dat er geen recht is op toeslagen voor een huishouden
indien iemand in het huishouden geregistreerd staat met code 98. Toeslagen gaat er
in beginsel vanuit dat de code correct is. Bij geringe twijfel over de juistheid van
de code zal Toeslagen contact opnemen met de IND om de juiste status te kunnen bepalen.
Het is voor Toeslagen niet mogelijk om bij elke registratie handmatig na te gaan of
deze code juist is, gelet op het grote aantal mutaties. Daarnaast kan Toeslagen de
code niet wijzigen in de BRP.
Vraag 12
In de gevallen waarin de Belastingdienst heeft moeten concluderen dat inhouding en
invordering op basis van code 98 niet terecht was, is dit inmiddels rechtgezet?
Antwoord 12
Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 8. Indien de burger (weer) over verblijfsrecht
beschikt, worden de toeslagen opnieuw vastgesteld. Eventueel gemiste toeslagen worden
dan nabetaald.
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.