Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het nieuws dat werknemers in het streekvervoer gaan staken voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en een lagere werkdruk
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat werknemers in het streekvervoer gaan staken voor fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en een lagere werkdruk (ingezonden 19 mei 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 9 juni
2022)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de stakingen die voor de komende periode zijn aangekondigd
door vakbond FNV en een groot aantal werknemers in het streekvervoer?1
Antwoord 1
Ja, daar heb ik kennis van genomen.
Vraag 2
Hoe kijkt u als verantwoordelijk Staatssecretaris aan tegen de acties van de werknemers
in het streekvervoer die het werk neerleggen voor betere arbeidsvoorwaarden?
Antwoord 2
Ik vind het bijzonder spijtig dat een arbeidsconflict uitmondt in stakingen en dat
reizigers daar hinder van ondervinden. Ik hoop dat de partijen zo veel mogelijk rekening
houden met de belangen van de reizigers en de hinder voor reizigers zo veel mogelijk
beperken.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het beroep van buschauffeur van cruciaal belang is om voldoende
hoogwaardig openbaar vervoer te kunnen garanderen?
Antwoord 3
Ja, dat ben ik met u eens.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het terecht is dat buschauffeurs hun werk neerleggen voor fatsoenlijke
arbeidsvoorwaarden?
Antwoord 4
Omdat er hier sprake is van een arbeidsconflict tussen werkgevers en (vertegenwoordiging
van) werknemers past mij terughoudendheid.
Vraag 5
Wat is uw reactie op de eis van FNV richting de werkgevers om het personeelstekort,
de torenhoge werkdruk en het hoge ziekteverzuim van soms wel 25 procent aan te pakken?2 3
Antwoord 5
Omdat er hier sprake is van een arbeidsconflict tussen werkgevers en (vertegenwoordiging
van) werknemers past mij terughoudendheid. Meer in het algemeen vind ik het van belang
dat werkgevers oog hebben voor de werkdruk van hun werknemers. Zij zijn immers verantwoordelijk
voor goede arbeidsomstandigheden van hun werknemers. Aandacht voor de werkdruk is
bovendien in het belang van de werkgevers. Zij zijn erbij gebaat dat hun werknemers,
in dit geval OV-personeel, hun werk goed kunnen uitvoeren.
Vraag 6
Bent u bereid om bij provincies te inventariseren hoe vaak het voorkomt dat busritten
thans moeten worden geschrapt als gevolg van een tekort aan chauffeurs, al dan niet
veroorzaakt door hoge cijfers op het gebied van ziekteverzuim en de krapte op de arbeidsmarkt?4 5
Antwoord 6
De afschalingen in het streekvervoer variëren per regio en van tijd tot tijd. In algemene
zin kan er gesteld worden dat alle vervoerders personeelsuitdagingen hebben vanwege
de landelijke krapte op de arbeidsmarkt in combinatie met een relatief hoog ziekteverzuim.
Vervoersbedrijven doen er daarbij alles aan om volgens de standaard dienstregeling
te rijden. Om ongeplande rituitval door ziekte te voorkomen worden dienstregelingen
vooraf bijgesteld. Het doel hierbij is de reiziger zoveel mogelijk zekerheid te bieden.
In de praktijk betekent dit in sommige gevallen minder frequente ritten gedurende
de dag of een afgeschaald vroege-ochtend en/of nachtnet. Onderwijslijnen worden bij
deze afschalingen in algemene zin zoveel mogelijk ontzien. De afgeschaalde dienstregelingen
gelden veelal tot aan de zomervakantie. Tijdens de zomervakantie zullen vervoerders
overgaan op de standaard vakantiedienstregeling.
Een inventarisatie bij de veertien vervoersautoriteiten is een omvangrijke uitvraag,
waarbij de opgehaalde gegevens snel dateren. Vooralsnog verkies ik het proces waarbij
de verantwoordelijke concessieverleners hun volksvertegenwoordiging informeert over
eventuele aanpassingen in de dienstregeling. Net als dat ik, als concessieverlener,
uw Kamer heb geïnformeerd over de personeelstekorten bij de NS en de gevolgen daarvan
voor de dienstregeling.6 Daarnaast informeren alle vervoerders de reizigers zo goed mogelijk over tijdelijke
aanpassingen in de dienstregeling.
Vraag 7
Welke rol kunt u als Staatssecretaris vervullen bij het geschil over arbeidsvoorwaarden
dat ten grondslag ligt aan de aangekondigde acties?
Antwoord 7
Ik zie dit in eerste instantie als een zaak tussen werknemers en hun vertegenwoordigers
en de werkgevers, de vervoersbedrijven. Omdat er sprake is van een arbeidsconflict
over een nieuw te sluiten CAO, dient de oplossing gevonden te worden tussen werkgevers
en werknemers in het streekvervoer. De verantwoordelijke decentrale concessieverleners
en ikzelf zijn geen partij in dit conflict. Mij past daarom terughoudendheid.
Vraag 8
Wat kunt u doen om het beroep van buschauffeur aantrekkelijk te maken voor nieuwe
werknemers die deze sector overwegen?
Antwoord 8
De werving van OV-personeel is een taak van vervoersbedrijven. Ik heb hierbij geen
rol.
Vraag 9
Bent u bereid om een wervingscampagne te starten om potentieel geïnteresseerde werkzoekenden
te winnen voor het stads- en streekvervoer?
Antwoord 9
De werving van OV-personeel is een taak van vervoersbedrijven. Ik heb hierbij geen
rol.
Vraag 10
Deelt u de mening dat openbaar vervoer als een publieke dienst moet worden beschouwd?
Antwoord 10
Ik ben het met u eens dat het openbaar vervoer een belangrijke maatschappelijke taak
uitoefent.
Vraag 11
Deelt u de mening dat marktwerking niet thuishoort in het openbaar vervoer? Zo ja,
wat kunt u als stelselverantwoordelijke doen om de marktwerking uit te bannen?
Antwoord 11
Ik deel deze mening niet. De gedeeltelijke marktwerking in het openbaar vervoer is
juist gunstig voor de reiziger. Door middel van concurrentie worden vervoerders immers
geprikkeld tot klantgerichtheid en een op vraag afgestemd aanbod. De meerjarige vervoersconcessies
die door decentrale overheden met vervoerders worden aangegaan bieden enerzijds zekerheid
en anderzijds een kostenefficiënt OV. De gedeeltelijke marktwerking van ons OV-stelsel
wordt daarom door mijzelf en andere concessieverleners ook als positief ervaren.7
Vraag 12
Deelt u de mening dat de privatisering van het openbaar vervoer ervoor heeft gezorgd
dat er geen ondergrenzen gesteld kunnen worden ten aanzien arbeidsvoorwaarden bij
aanbestedingsrondes? Zo ja, wat zou u hieraan kunnen veranderen?
Antwoord 12
Het organiseren van goede arbeidsvoorwaarden is de primaire verantwoordelijkheid van
de vervoerders. De werkgever is daarbij gebonden aan de arbeidsomstandighedenwet die
toeziet op arbeids- en rusttijden en de geldende cao-afspraken. Dit kader bepaalt
de wijze waarop de werkdruk op een acceptabel niveau blijft. Het Rijk, provincies,
en vervoersregio’s kunnen die rol niet overnemen. Wat wel kan, en in toenemende mate
gebeurt, is dat provincies en vervoersregio’s in aanbestedingsprocedures rekening
houden met sociale aspecten en de arbeidsomstandigheden bij vervoersbedrijven. Ik
vind dit een positieve ontwikkeling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.