Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuzu over de doodgeschoten journalist van Al Jazeera op de Westelijke Jordaanoever
Vragen van het lid Kuzu (DENK) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de doodgeschoten journalist van Al Jazeera op de Westelijke Jordaanoever (ingezonden 12 mei 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 8 juni 2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de berichtgeving over de journalist van Al Jazeera, die is
doodgeschoten op de Westelijke Jordaanoever?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Kunt u aangeven wat er inmiddels bekend is over de schietpartij?
Antwoord 2
Op 11 mei 2022 kwam de Palestijns-Amerikaanse journaliste Shireen Abu Akleh om het
leven nabij een vluchtelingenkamp in de buurt van Jenin waar zij en andere journalisten
verslag deden van een inval door de Israel Defense Forces (IDF). Een producent van Al Jazeera, Ali al-Samoudi, werd eveneens geraakt. De internationale
gemeenschap, waaronder Nederland, riep direct op tot een transparant en grondig onderzoek.
Over de toedracht bestaat veel onduidelijkheid. Al Jazeera stelt op basis van verklaringen
van aanwezige collega’s dat de IDF verantwoordelijk is voor de dood en gericht zou
hebben geschoten. Israël gaf aan dat ook Palestijnse strijders schuldig kunnen zijn.
Israël heeft dezelfde dag van het incident opgeroepen tot een gezamenlijk onderzoek
met de Palestijnse Autoriteit (PA). De PA weigert een dergelijk gezamenlijk onderzoek
en heeft het Internationaal Strafhof opgeroepen hier een rol in te spelen.
De IDF heeft op 19 mei jl. aangegeven, na een preliminair onderzoek, dat het geen
conclusie kan trekken over de identiteit van de vermeende schutter en heeft de PA
gevraagd om over de kogel te mogen beschikken die bij de autopsie van de journaliste
is aangetroffen. De PA heeft dit verzoek geweigerd en zelf onderzoek gedaan. Op basis
daarvan wijst zij de IDF aan als verantwoordelijke.
Vraag 3
Klopt het dat er schoten gelost zijn op de correspondent Shireen Abu Akleh, alsmede
een andere Palestijnse journalist, die voor de in Jeruzalem gevestigde krant Al-Quds
werkt genaamd Ali Samoudi?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Klopt het dat de correspondent Shireen Abu Akleh duidelijk aanwezig was als journalist
met de bijbehorende kleding, zoals een kogelwerend vest met daarop «PRESS» geschreven,
toen zij doodgeschoten werd?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Hoeveel journalisten en verslaggevers waren er in totaal aanwezig gedurende de schietpartij?
Klopt het dat er meer dan twee journalisten aanwezig waren? Zo ja, hoeveel waren er
dan? Welke lezingen geven deze andere journalisten van hetgeen wat er gebeurd is?
Antwoord 5
Uit berichtgeving in de pers valt op te maken dat er verschillende journalisten aanwezig
waren tijdens de schietpartij, maar precieze aantallen zijn onbekend.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de uitspraak van de verslaggever Ali Samoudi, die aangeeft dat er
absoluut geen Palestijnse militanten aanwezig waren rondom hen, gedurende de schietpartij?2
Antwoord 6
Ik kan daar geen oordeel over geven. Er bestaat veel onduidelijkheid over de toedracht
van de schietpartij. Het is essentieel dat een transparant en grondig onderzoek wordt
gedaan om de feiten vast te kunnen stellen. Ik heb persoonlijk deze noodzaak onderstreept
in mijn gesprekken met de Israëlische en Palestijnse ministers van Buitenlandse Zaken
toen ik op 18 mei jl. Israël en de bezette Palestijnse gebieden bezocht.
Vraag 7
Klopt het dat er schoten gelost zijn door het Israëlische leger? Zo nee, kunt u dat
buiten twijfel stellen?
Antwoord 7
De IDF sprak van een actieve gevechtssituatie waarbij zowel Israëlische militairen
als Palestijnse strijders hebben geschoten. Er bestaat veel onduidelijkheid over de
toedracht van de schietpartij. Het is essentieel dat een transparant en grondig onderzoek
wordt gedaan om de feiten vast te kunnen stellen. Ik heb persoonlijk deze noodzaak
onderstreept in mijn gesprekken met de Israëlische en Palestijnse ministers van Buitenlandse
Zaken toen ik op 18 mei jl. Israël en de bezette Palestijnse gebieden bezocht.
Vraag 8
Deelt u de mening dat de schietpartij een schending is van het internationale recht?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoeveel schendingen van het internationale recht moeten
er nog plaatsvinden, voordat u actie onderneemt en zich uitspreekt tegen de Israëlische
apartheidsstaat?
Antwoord 8
Ik kan daar geen uitspraak over doen. Zoals hierboven aangegeven is het kabinet van
mening dat er een grondig en transparant onderzoek dient plaats te vinden om de toedracht
vast te stellen en ik heb me hierover persoonlijk uitgesproken richting beide partijen.
Het kabinet gaat niet mee met uw bewoordingen dat er sprake is van een apartheidsstaat
in Israël.
Vraag 9
Bent u van mening dat er gedurende de schietpartij recht is gedaan aan Artikel 79
van het Aanvullend Protocol I bij de Conventies van Genève (GC)? Zo ja, kunt u dit
nader toelichten? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 9
Ik kan hier geen oordeel over geven. Zoals reeds aangegeven is het kabinet van mening
dat er een grondig en transparant onderzoek dient plaats te vinden om de toedracht
vast te stellen.
Vraag 10
Wat vindt u van de ridicule verklaring van premier Bennet dat Shireen Abu Aqleh door
willekeurig vuur gedood is door terroristen?3 Vind u dit plausibel? Zo ja, waarom dan?
Antwoord 10
Alleen door grondig en transparant onderzoek kunnen de omstandigheden en toedracht
van de dood van Shireen Abu Akleh worden vastgesteld. Hiertoe roept het kabinet met
klem op.
Vraag 11
Hoeveel schendingen van het internationaal recht zijn er de afgelopen 10 jaar gepleegd
door de Israëlische apartheidsstaat?
Antwoord 11
Het kabinet gaat niet mee met uw bewoordingen dat er sprake is van een apartheidsstaat
in Israël. Zie ook de brief van het kabinet over dit onderwerp die uw Kamer op 29 april
2022 toeging (ref. 2022Z01929/2022D04225). Nederland blijft zich uitspreken tegen unilaterale acties in strijd met internationaal
recht die een duurzame oplossing verder op afstand plaatsen. Het kabinet aarzelt niet
om zich duidelijk uit te spreken in geval van schendingen van internationaal recht.
Vraag 12
Hoe vaak zult u nog accepteren dat de Israëlische apartheidsstaat onderzoek gaat doen
naar een schietpartij, waarbij het desbetreffende onderzoek gewoon weer in een laatje
zal verdwijnen?
Antwoord 12
Het is belangrijk dat betrokkenen zelf verantwoordelijkheid nemen voor een onderzoek.
Bij voorkeur is dit een gezamenlijk onderzoek door Israël en de PA. Indien een bijdrage
van een internationale derde partij hierbij behulpzaam is, dan moet die optie overwogen
worden en kan ik dit steunen.
Vraag 13
Bent u bereid om de Israëlische ambassadeur in Nederland op het matje te roepen en
een verklaring te eisen over de schietpartij? Zo ja, wanneer kunt u de Kamer daar
zo spoedig mogelijk over informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Ik heb deze kwestie persoonlijk opgebracht in mijn gesprek met mijn Israëlische collega
en daarbij opgeroepen tot een grondig en transparant onderzoek. Minister Lapid heeft
aangegeven dat de Israëlische regering hiertoe bereid is.
Vraag 14
Klopt het dat de Israëlische apartheidsstaat voornamelijk onderzoek gaat doen naar
alternatieve daders, teneinde hun eigen verantwoordelijkheid te verdoezelen? Wat zegt
dit over de mensenrechtensituatie in de Israëlische apartheidsstaat?
Antwoord 14
Ik heb hier geen oordeel over. Zoals eerder aangegeven vindt het kabinet het van belang
dat er grondig en transparant onderzoek wordt gedaan om de omstandigheden en toedracht
van de dood van Shireen Abu Akleh vast te stellen.
Vraag 15
Hoe is het mogelijk dat de Israëlische apartheidsstaat eerst een onderzoek aankondigt,
maar na twee uur al aangeeft dat een andere partij verantwoordelijk is? Wat was dan
überhaupt de initiële waarde van het onderzoek? Wat zegt dit tevens over de persvrijheid
van Israëlische apartheidsstaat?
Antwoord 15
Alleen door grondig en transparant onderzoek kunnen de omstandigheden en toedracht
van de dood van Shireen Abu Akleh worden vastgesteld. Minister van Buitenlandse Zaken
Lapid van Israël heeft aangegeven dat de Israëlische regering hiertoe bereid is.
Vraag 16
Kunt u er bij de Israëlische apartheidsstaat op aandringen dat er een echt onafhankelijk
onderzoek komt naar de schietpartij? Hoe gaat u dit zeker stellen? Kunt u dit desnoods
aanhangig maken in VN-verband?
Antwoord 16
Zie antwoord op vraag 13.
Vraag 17
Is er bij de nieuwe regering-Bennet, die vorig jaar is aangetreden, een koerswijziging
te bespeuren ten opzichte van de vorige regering-Netanyahu, betreffende de behandeling
van de Palestijnen alsmede de vredesonderhandelingen? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
op welke wijze uit deze koerswijzing zich?
Antwoord 17
Hoewel de toonzetting van de regering-Bennett positiever is dan onder de voorafgaande
regeringen, heeft dit zich nog niet duidelijk vertaald in een andersoortig beleid.
Nederland en de EU blijven beide partijen oproepen om de politieke dialoog te hervatten.
Het momentum hiervoor ontbreekt echter (zie ook eerdere beantwoording op Kamervragen
2022D08154). Intussen vinden er wel contacten over en weer plaats tussen bewindspersonen van
Israël en de Palestijnse Autoriteit om samenwerking op het terrein van sociaaleconomische
ontwikkeling te verbeteren. Dit heeft tot nu toe geleid tot een beperkt aantal verbeteringen.
Waar mogelijk wordt dit ondersteund door de EU en Nederland omdat dit bijdraagt aan
een klimaat dat uiteindelijk kan leiden tot het hervatten van gesprekken
Vraag 18
Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden?
Antwoord 18
Ja
Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Lee
(GroenLinks), ingezonden 12 mei 2022 (vraagnummer 2022Z09221).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.