Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Jasper van Dijk, Kuzu , Sylvana Simons en Sjoerdsma over straffeloosheid voor oorlogsmisdaden in Jemen
Vragen van de leden Jasper van Dijk (SP), Kuzu (DENK), Sylvana Simons (Bij1) en Sjoerdsma (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over straffeloosheid voor oorlogsmisdaden in Jemen (ingezonden 20 april 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 8 juni 2022). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2817.
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat de afgelopen maanden, nadat het onderzoek naar oorlogsmisdaden
door de Mensenrechtenraad van de VN was beëindigd, luchtaanvallen in Jemen door de
coalitie onder leiding van Saudi-Arabië in omvang en intensiteit stevig zijn toegenomen?1
Antwoord 1
Het aantal grensoverschrijdende luchtaanvallen over en weer nam sterk toe in het begin
van dit jaar. Sinds begin april heeft de coalitie geen bombardementen meer uitgevoerd
en hebben de Houthi rebellen geen drones of raketten op KSA en VAE afgevuurd. Dit
is te danken aan het bestand dat onder leiding van de VN-gezant voor Jemen, Hans Grundberg,
tot stand is gekomen.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u het onlangs door partijen in Jemen overeengekomen staakt-het-vuren?
In welke mate houdt dit stand? Wat is de inzet van Nederland om de partijen in Jemen
te bewegen om het staakt-het-vuren te verlengen?
Antwoord 2
Het bestand dat begin april voor twee maanden door VN-gezant Grundberg werd aangekondigd
houdt vooralsnog stand, ondanks lokale gewelddadigheden, en is begin juni met twee
maanden verlengd. Het biedt verlichting aan de bevolking van Jemen en schept nieuwe
mogelijkheden om de vredesbesprekingen te starten. De VN gezant probeert door onderhandelingen
met de conflictpartijen het bestand om te zetten in een duurzamer staakt-het-vuren
door middel van wederzijdse vertrouwenwekkende maatregelen. Voorzichtige stappen hiertoe
zijn zichtbaar zoals het aanmeren van brandstofschepen in de havens, het hervatten
van enkele commerciële vluchten en een gevangenenruil. Meer stappen zijn nodig om
het wederzijdse vertrouwen te bestendigen.
Om dit proces te bevorderen steunt Nederland de VN-gezant in zijn mandaat om een duurzame
en inclusieve vrede te bewerkstelligen. Daarnaast dringt Nederland op politiek en
hoog-ambtelijk niveau in bilaterale gesprekken met de regering van Jemen, lokale partijen
en regionale spelers aan op het belang van een politieke oplossing van het conflict
en spoedige duurzame en inclusieve vrede.
Vraag 3
Deelt u onze opvatting dat het belangrijk is dat straffeloosheid wordt bestreden en
daarom onderzoek naar oorlogsmisdaden en andere schendingen van het internationaal
recht door alle partijen in het conflict in Jemen wordt hervat?
Antwoord 3
Ja. De bevordering van mensenrechten en het tegengaan van straffeloosheid is een kernelement
van het Nederlands buitenlandbeleid. Onderzoek naar oorlogsmisdaden, schendingen van
internationaal recht en mensenrechten is hiervoor essentieel. Dit geldt ook voor het
conflict in Jemen.
Vraag 4
Bent u bereid voor de aankomende vergadering van de Mensenrechtenraad een initiatief
te nemen tot hervatting van een door de VN gemandateerd onderzoek, vergelijkbaar met
het onderzoek in Oekraïne waartoe vorige maand besloten is, zodat ook in Jemen misdaden
worden gedocumenteerd en verantwoordelijken worden geïdentificeerd?2 Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nederland heeft zich de afgelopen jaren intensief ingezet op multilaterale initiatieven
om straffeloosheid in Jemen tegen te gaan. Dit heeft geleid tot het onafhankelijk
en internationaal onderzoek naar mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden in Jemen
door de Group of Eminent Experts. Nadat tijdens de Mensenrechtenraad in oktober 2021 bleek dat er geen vereiste meerderheid
was om het mandaat van de Group of Eminent Experts te verlengen, heeft Nederland,
samen met gelijkgezinde landen, de noodzaak van het tegengaan van straffeloosheid
in Jemen benadrukt in twee gezamenlijke verklaringen in New York (Derde Commissie,
oktober jl.) en Genève (de 49e Mensenrechtenraad, maart jl.).
Gelet op de huidige samenstelling van de Mensenrechtenraad, acht Nederland de kans
van slagen van een nieuw initiatief in de aankomende vergadering zeer klein. Gelijkgezinde
landen delen deze inschatting. Op basis van de bovenstaande analyse heeft Nederland
besloten geen initiatief te nemen tijdens de aankomende Mensenrechtenraad. Gelijkgezinde
landen hebben om vergelijkbare redenen aangegeven dat zij ook geen initiatief zullen
nemen.
Het tegengaan van straffeloosheid in Jemen blijft echter onverminderd belangrijk.
Daarom maakt Nederland extra middelen uit het Mensenrechtenfonds beschikbaar voor
lokale initiatieven die hierop gericht zijn. Ook zal Nederland het belang van het
tegengaan van straffeloosheid in internationale fora en in bilaterale gesprekken blijven
benadrukken. Verder blijft Nederland, in nauwe samenwerking met gelijkgezinde landen,
zoeken naar mogelijkheden om te komen tot een onafhankelijk VN-gemandateerd onderzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.