Schriftelijke vragen : De behandeling van een klokkenluider door een topambtenaar bij het ministerie van OCW
Vragen van het lid Van Haga (Groep van Haga) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de behandeling van een klokkenluider door een topambtenaar bij het Ministerie van OCW (ingezonden 7 juni 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het BNR nieuwsbericht «Topambtenaar zet klokkenluider NPO
in de kou, Kamerleden willen opheldering»?1
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van inhoud van de podcast Koster en van Dijk «NPO klokkenluider
valt in doofpot» van BNR?2
Vraag 3
Klopt het dat er in 2020 een gesprek heeft plaatsgevonden tussen een klokkenluider
die «misstanden» bij de NPO heeft gemeld en de secretaris-generaal van OCW?
Vraag 4
Is het juist dat dit gesprek plaatsvond op verzoek van toenmalig Minister voor Basis-
en Voortgezet Onderwijs en Media, Arie Slob?
Vraag 5
Klopt het dat de klokkenluider door twee Kamerleden van VVD en CDA was doorverwezen
naar de Minister?
Vraag 6
Hoe vaak komt het voor dat klokkenluiders op deze wijze bij een Minister onder de
aandacht worden gebracht?
Vraag 7
Is het juist dat de toenmalig Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
de Kamerleden persoonlijk garanties heeft gegeven voor de bescherming van de identiteit
van de klokkenluider en de inhoud van de betreffende melding?
Vraag 8
Was de toenmalig Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media ten tijde van
het gesprek met de klokkenluider op de hoogte van het feit dat de betreffende topambtenaar
«innig bevriend» was – zij sliepen volgens de mediaberichten in 2021 samen in een
hotelkamer – met de toenmalige voorzitter van het bestuur van de NPO, mevrouw Shula
Rijxman? Zo ja, sinds wanneer was hij op de hoogte van deze vriendschap?
Vraag 9
Vindt u het passend dat een melder van een misstand bij een mediaorganisatie wordt
doorverwezen naar een topambtenaar die privé banden onderhoudt met de voorzitter van
de NPO, waar – volgens de Klokkenluider in de podcast – de melding mede op betrekking
had?
Vraag 10
Klopt het dat bijna alle bazen van mediaorganisaties (tot aan John de Mol toe) zijn
opgeroepen om zorgvuldig om te gaan met meldingen over misstanden binnen mediabedrijven?
Hoe beoordeelt u in dat verband de wijze waarop de topambtenaar is omgegaan met de
betrokken klokkenluider, die na geconfronteerd te zijn met de privérelatie tussen
de topambtenaar en de voorzitter van de NPO, aan de podcastmakers heeft laten weten
«ontdaan» te zijn en het gesprek nooit gevoerd te hebben, met de kennis vooraf van
deze «vriendschap»?
Vraag 11
Bent u met mij van mening dat de topambtenaar haar privérelatie kenbaar had moeten
maken aan zowel de toenmalig Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
als de klokkenluider?
Vraag 12
Bent u met mij van mening dat de topambtenaar gezien de persoonlijke omstandigheden
had moeten afzien van het gesprek met de klokkenluider?
Vraag 13
Nu dit kennelijk niet is gebeurd, kan de topambtenaar nog wel geloofwaardig functioneren
nu het duidelijk is dat zij op een cruciaal punt van integriteit niet voldaan heeft
aan datgene wat van een secretaris-generaal mag worden verwacht?
Vraag 14
Wordt de melding van de klokkenluider over misstanden bij de NPO alsnog opgepakt en
onderzocht? Zo ja, kunt u de Kamer op de hoogte houden van de uitkomsten? Zo nee,
waarom niet?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid (Omtzigt)
(Omtzigt), ingezonden 7 juni 2022 (vraagnummer 2022Z11291)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.R. van Haga, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.