Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over de veiligheid van trapliften
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de veiligheid van trapliften (ingezonden 26 april 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
7 juni 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2762.
Vraag 1
Bent u bekend met signalen dat in meerdere gemeenten trapliften die via de Wet maatschappelijke
ondersteuning (Wmo) worden aangeschaft niet voldoen aan de minimumeisen voor een veilige
trap volgens het Bouwbesluit?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u onze zorgen over deze signalen? Zo ja, waarom en kunt u een beeld schetsen
van de gevaren die deze onveilige situaties kunnen veroorzaken? Zo nee, waarom niet
en kunt u dan garanderen dat trapliften die niet aan de minimumeisen voldoen niet
geïnstalleerd worden?
Antwoord 2
Ja, die zorgen deel ik. Er zijn wettelijke eisen opgesteld in het bouwbesluit en die
moeten in acht worden genomen bij het installeren van een traplift. Indien dat niet
het geval is, ontstaat er een onveilige situatie en dat is ongewenst.
Vraag 3 en 4
Weet u in hoeveel gemeenten er onveilige situaties worden gecreëerd door het plaatsen
van een traplift? Zo ja, hoeveel gemeenten betreft het? Zo nee, wilt u daar in verband
met de onveilige situatie dan op korte termijn onderzoek naar doen en de Kamer van
de uitkomst op de hoogte stellen?
Deelt u onze mening dat gemeenten niet zouden mogen kiezen voor een onveilige situatie
door het plaatsen van goedkopere trapliften? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat dit
niet langer mogelijk wordt? Gaat u gemeenten hierop aanspreken?
Antwoord 3 en 4
Ik heb n.a.v. uw Kamervragen contact opgenomen met de VNG en gevraagd om informatie
over hoe gemeenten de installatie van trapliften organiseren. Gemeenten stellen in
hun inkoop een programma van eisen op waarin ook eisen t.a.v. de veiligheid zijn opgenomen.
Het werken volgens het bouwbesluit valt hier ook onder. Op het moment dat een gemeente
na een melding van een inwoner beoordeelt dat de inwoner een traplift nodig heeft,
geeft de gemeente de opdracht aan een gecontracteerde installateur om een traplift
te plaatsen. De installateur beoordeelt de situatie ter plekke en installeert conform
opdracht en wettelijke eisen de traplift. Ik heb vernomen dat zowel in het onderzoek
door de gemeente als bij plaatsing rekening wordt gehouden met medebewoners die geen
gebruik maken van de trapliftinstallatie.
Ik heb niet de indruk dat gemeenten vanuit kostenoverwegingen daadwerkelijk kíezen
voor het laten plaatsen van een traplift die niet voldoet aan de wettelijke eisen
en daarmee bewust een risico nemen op het laten ontstaan van een onveilige situatie.
Als er toch een onveilige situatie ontstaat na plaatsing van de traplift, is het aan
gemeente en leverancier om ervoor te zorgen dat de traplift voldoet aan alle wettelijke
vereisten. Hoe vaak er onbedoeld onveilige situaties ontstaan, is mij niet bekend.
Het is voor gemeenten niet vanzelfsprekend om achteraf de geïnstalleerde traplift
te controleren, maar ik heb vernomen dat er gemeenten zijn die dat steekproefsgewijs
doen. Dat vind ik een positieve ontwikkeling. Het Wmo-toezicht speelt overigens ook
een rol in het beoordelen van de kwaliteit van o.a. trapliften.
Mensen die van mening zijn dat sprake is van een onveilige situatie en/of vermoeden
dat een traplift niet conform bouwbesluit / wettelijke vereisten is geïnstalleerd,
kunnen zich wenden tot de gemeente. Gemeenten kunnen vervolgens als goed opdrachtgever
hun trapliftinstallateur hierop aanspreken. Ik ben van mening dat zodoende onveilige
situaties door de verantwoordelijke partijen voorkomen kunnen worden en dat aanvullend
onderzoek geen toegevoegde waarde heeft.
Vraag 5
Deelt u de mening dat er een spanning kan zitten tussen de gemeente die enerzijds
kiest voor een onveilige plaatsing van een traplift, terwijl het anderzijds ook de
gemeente is die toezicht houdt op het Bouwbesluit? Zo ja, waarom en wat gaat u hier
aan doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Een gemeente heeft vele verantwoordelijkheden en ik verwacht van gemeenten dat zij
goed in staat zijn de verschillende rollen zuiver uit te voeren. Mij zijn geen signalen
bekend die wijzen op het tegendeel en daarom ben ik niet van plan hierop te interveniëren.
Vraag 6
Deelt u de mening dat ook de leverancier van de traplift een belangrijke rol speelt
in het leveren van een veilige traplift oplossing? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe
kan de gemeente de leverancier aansporen om veilige oplossingen te leveren?
Antwoord 6
De leverancier van de traplift heeft als expert een belangrijke rol bij het creëren
van een veilige omgeving rondom de traplift. Het is de partij voor wie de ontstane
situatie zichtbaar en meetbaar is en die (conform afspraak) de traplift dient te installeren
waarbij de veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. Gemeenten kunnen steekproefsgewijs
geïnstalleerde trapliften controleren.
Vraag 7
Welke kansen ziet u om de veiligheid van trapliften via de Wmo beter te garanderen?
Antwoord 7
Zie antwoord op vragen 3 en 4.
Vraag 8
Hoe verhoudt deze keuze voor goedkope trapliften zich tot de sterk stijgende kosten
van gemeenten voor de Wmo?2
Antwoord 8
Bij alle maatwerkvoorzieningen die gemeenten op basis van de Wmo 2015 verstrekken,
wordt de doelmatigheid meegewogen. Of voor de gemeente een traplift goedkoper is aan
de muur- of de spilzijde, is afhankelijk van de contractuele afspraken die gemeenten
met hun leverancier(s) maken. Het komt ook voor dat de prijs voor de gemeente hetzelfde
is, maar dat voor de leverancier de kosten van plaatsing aan de spilzijde wél hoger
zijn. Gemeenten hebben de beleidsvrijheid hier naar eigen inzicht afspraken over te
maken. Mij is niet bekend dat de oplopende kosten in de Wmo 2015 leiden tot een onveilige
verstrekking van voorzieningen zoals een traplift.
Vraag 9
Hebben gemeenten voldoende middelen om de Wmo goed uit te voeren? Zo ja, waarom kiezen
zij dan soms toch voor onveilige trapliften? Zo nee, hoeveel middelen gaat u hiervoor
extra vrijmaken?
Antwoord 9
Zoals ook toegelicht in de beantwoording op de vragen 3, 4 en 8 heb ik niet de indruk
dat gemeenten bewust kiezen voor de installatie van onveilige trapliften, maar gebeurt
dit soms onbedoeld vanwege andere oorzaken.
Vraag 10
Welke voordelen en nadelen ziet u aan het opleggen van een inkomensafhankelijke eigen
bijdrage voor de installatie van trapliften, zoals het kabinet die ook wil invoeren
voor huishoudelijke hulp?
Antwoord 10
Een voordeel is dat een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor trapliften voor gemeenten
een kostenbesparing met zich meebrengt, omdat mensen met een relatief hoog inkomen
eerder geneigd zullen zijn de traplift zelf aan te schaffen i.p.v. zich te richten
tot de gemeente. Als nadelen zie ik dat de kosten voor een bepaalde groep cliënten
ook hoger zullen worden én dat de uitvoering van de verschillende eigen bijdragen
voor gemeenten en CAK complexer wordt. Er zou dan naast het abonnementstarief en de
eigen bijdrage regeling voor de huishoudelijke hulp ook een aparte eigen bijdrage
regeling voor trapliften moeten worden toegepast. Ervan uitgaande dat voor die regeling
ook anticumulatie moet gelden (om stapeling van eigen bijdragen tegen te gaan), zou
dit voor gemeenten en CAK een zeer complexe uitvoeringspraktijk opleveren. Nog los
van de kosteneffecten voor cliënten, wegen de nadelen voor de uitvoering van een specifieke
regeling voor trapliften naar mijn mening niet op tegen de opbrengsten voor gemeenten.
Door een veelvoud van eigen bijdrage regelingen voor specifieke voorzieningen zoals
trapliften in te richten, raken we het gedachtegoed van één eigen bijdrage regeling
voor de meeste voorzieningen bovendien kwijt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.