Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Laan en Kuiken over het artikel 'Vaccinatie kleine kinderen tegen rotavirus opnieuw niet vergoed
Vragen van de leden Van der Laan (D66) en Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Vaccinatie kleine kinderen tegen rotavirus opnieuw niet vergoed, is te duur» (ingezonden 30 mei 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
7 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Vaccinatie kleine kinderen tegen rotavirus opnieuw
niet vergoed, is te duur»?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van het bericht. In het artikel is geschreven dat volgens mij
algemene vaccinatie tegen het virus niet kosteneffectief is. Dit is niet juist. De
Gezondheidsraad heeft in zijn advies aangegeven dat rotavirusvaccinatie niet kosteneffectief
is gezien de huidige prijzen, maar tekent daarbij wel aan dat de vraagprijs na aanbesteding
kan dalen, zeker als er concurrentie is.2
Om rotavirusvaccinatie op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma is structurele
financiële dekking nodig. Bij de berekening van het benodigde budget is uitgegaan
van een inkoopprijs die kosteneffectief is. Zoals ik in mijn brief van 23 mei j.l.
aan uw Kamer heb geschreven is er geen financiële dekking beschikbaar voor rotavirusvaccinatie.
Vraag 2
Onderschrijft u het belang van het vaccineren van kinderen tegen voorkombare ziektes,
zoals het geval is bij het rotavirusvaccin, om kinderen te beschermen en de druk op
de zorg te beperken?
Antwoord 2
Met vaccinaties beschermt de overheid de samenleving tegen infectieziektes. Epidemieën
van infectieziekten als polio, mazelen en rodehond waarden nog niet zo lang geleden
rond. Dankzij het Rijksvaccinatieprogramma kunnen we dit voorkomen. Dat vind ik een
groot goed.
Vraag 3
Waarom is er niet voor gekozen om het rotavirusvaccin voor kleine kinderen te vergoeden,
ondanks dat de Gezondheidsraad hier positief over adviseerde?
Antwoord 3
Zoals ik mijn brief van 23 mei j.l. aan uw Kamer heb geschreven is er geen financiële
dekking beschikbaar voor het opnemen van rotavirusvaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma.3
Vraag 4
Klopt het dat de vaccinatie tegen het rotavirus circa 3000 ziekenhuisopnames van kleine
kinderen per jaar, en daarmee veel leed zou kunnen voorkomen?
Antwoord 4
Rotavirus veroorzaakt een ontsteking in de maag en darmen en komt vooral voor bij
heel jonge kinderen. Jaarlijks worden er in Nederland gemiddeld 3.600 kinderen met
een rotavirusinfectie opgenomen in het ziekenhuis. Het gaat veelal om kinderen tussen
de 6 maanden en 2 jaar. De Gezondheidsraad geeft in zijn advies aan dat rotavirusvaccinatie
een goede bescherming biedt tegen een ernstig verloop van de ziekte. De beschikbare
vaccins (Rotarix® en Rotateq ®) zijn beiden zo’n 85% effectief tegen ziekenhuisopname.
Bovendien leidt algemene vaccinatie, bij een voldoende hoge vaccinatiegraad, ook tot
groepsimmuniteit.4
Vraag 5
Klopt het dat dit vaccin kosteneffectief kan zijn, omdat de verwachting is dat bij
een aanbesteding de prijs voor de rotavirusvaccins sterk zal dalen?
Antwoord 5
Dat klopt. De Gezondheidsraad wijst er in haar advies ook op dat prijzen bij de aanbesteding
voor een vaccinatieprogramma fors kunnen dalen ten opzichte van de huidige vraagprijs.5
Vraag 6
Kan de kosteneffectiviteit nog verschillen per leeftijdsgroep?
Antwoord 6
De vraag of de kosteneffectiviteit verschilt per leeftijdsgroep is voor rotavirusvaccinatie
niet relevant, omdat het vaccin maar in een hele korte periode gegeven kan worden.
De eerste rotavirusvaccinatie moet gegeven worden op de leeftijd tussen de 6 en 12
weken oud en bij voorkeur zo vroeg mogelijk in deze periode. De reden voor deze strikte
leeftijdsindicatie is een licht verhoogd risico op de zeldzame ernstige bijwerking
van het in elkaar schuiven van een deel van de darmen (darminvaginatie), bij toediening
op oudere leeftijd. De tweede (of derde) dosis wordt telkens gegeven na een interval
van tenminste 4 weken. Afhankelijk van het vaccin dat gebruikt wordt, Rotarix of Rotateq,
dient de vaccinatiereeks voor de leeftijd van respectievelijk 24 of 32 weken gegeven
worden.
Vraag 7
Wat is de staat van de onderhandelingen met de producent van het rotavaccin?
Antwoord 7
Het RIVM koopt vaccins in voor het Rijksvaccinatieprogramma. Dit gebeurt door middel
van een aanbestedingsprocedure. Nu er geen financiële dekking is voor rotavirusvaccinatie
zal ik het RIVM ook geen opdracht geven om de aanbesteding voor rotavirusvaccins te
starten.
Vraag 8
Kunt u inzicht geven in het besluitvormingstraject dat u genomen heeft om tot het
besluit te komen het rotavaccin nog niet op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma
en expliciet ingaan op alle tegenvallers in dit traject?
Antwoord 8
Op 20 september 2021 informeerde mijn voorganger uw Kamer over het advies van de Gezondheidsraad
om rotavirusvaccinatie op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma. Mijn voorganger
gaf aan positief tegenover het advies te staan, maar een besluit hierover aan een
volgend kabinet te laten. Hij merkte daarbij verder op dat de kosteneffectiviteit
van algemene vaccinatie volgens de Gezondheidsraad nog ongunstig is en dat er nog
geen dekking is voor deze extra investering.6 Nu de voorjaarsnota7 naar uw Kamer is verzonden, heb ik u bij brief van 23 mei j.l. medegedeeld dat er
geen financiële dekking beschikbaar is.8
Vraag 9
Klopt het dat met het voorkomen van extra ziekenhuisopnames ook de druk op de zorg
wordt verlicht?
Antwoord 9
Het is juist dat met deze vaccinaties ziekenhuisopnames voor rotavirus kunnen worden
voorkomen.
Vraag 10
Klopt het dat de Gezondheidsraad de schaarste van zorg en (besparing van) druk op
het zorgsysteem (op het gebied van wachttijden, personele bezetting etc.) niet expliciet
meeweegt in haar beoordelingskader voor vaccinaties als onderdeel van de «criteria
voor opname van een vaccinatie in een publiek programma»?
Antwoord 10
De vaste Commissie Vaccinaties van de Gezondheidsraad hanteert bij de advisering over
publieke vaccinatieprogramma’s een beoordelingskader.9
Het klopt inderdaad dat de schaarste van zorg en (besparing van) druk op het zorgsysteem
(op het gebied van wachttijden, personele bezetting etc.) geen onderdeel uitmaakt
van dit kader. De kosteneffectiviteit maakt echter wel onderdeel uit van het beoordelingskader.
Bij de beoordeling van de kosteneffectiviteit kijkt de Commissie naar de literatuur
die hierover gepubliceerd is of er wordt door het RIVM een analyse van de kosteneffectiviteit
gemaakt. In de regel wordt er gekeken naar de directe kosten. In het advies van de
Gezondheidsraad over rotavirusvaccinatie wordt onder andere een studie aangehaald
die werd gedaan op de Nederlandse situatie. Bij deze studie zijn, naast de directe
kosten ook de maatschappelijke kosten (zoals werkverzuim van ouders/verzorgers) meegenomen.10
Vraag 11
Bent u het eens dat in het huidige zorglandschap, in het licht van het recente WRR-rapport
over de toekomst van de zorg, met het oog op de effecten van de coronacrisis op het
zorglandschap, en in acht nemende de krappe arbeidsmarkt in de zorg, het een goede
ontwikkeling zou zijn als het onderdeel «schaarste van zorg» expliciet zou worden
meegewogen door de Gezondheidsraad?
Antwoord 11
De Gezondheidsraad gaat over zijn eigen beoordelingskader. Op de werkagenda van de
Gezondheidsraad, die ook met uw Kamer is gedeeld, staat ook de herziening van het
beoordelingskader vaccinaties geagendeerd. Het is aan de Gezondheidsraad om te bepalen
of de schaarste van zorg hier ook in past.
Vraag 12
Hoe denkt uw departement over het idee om eenzelfde eis toe te voegen aan het formele
wettelijke toetsingskader van de overheid als criterium naast effectiviteit, noodzakelijkheid,
uitvoerbaarheid en kosteneffectiviteit?
Antwoord 12
Bij de beantwoording van deze vraag ga ik ervan uit dat met het «formele wettelijke
toetsingskader» wordt gedoeld op de pakketcriteria die het Zorginstituut Nederland
gebruikt om te beoordelen of zorg moet worden vergoed uit het basispakket in de Zorgverzekeringswet
(Zvw). Deze criteria zijn echter niet wettelijk vastgelegd. De Zvw kent enkel het
criterium dat zorg moet voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk. De criteria
noodzakelijkheid, kosteneffectiviteit en uitvoerbaarheid worden wel door het Zorginstituut
meegewogen. In het regeerakkoord is opgenomen dat de toets op het basispakket verbeterd
en verbreed wordt. Deze toets wordt nu uitgewerkt en schaarste van zorg c.q. druk
op de zorg maakt hier onderdeel van uit. Zoals toegezegd wordt u rond de zomer nader
geïnformeerd over de uitwerking van deze plannen.
Vraag 13
Klopt het dat er bij het beoordelen van de kosteneffectiviteit van het rotavaccin
(om de ziekte te voorkomen) een lagere referentiewaarde (€ 20.000,–) wordt gehanteerd
dan dat het geval zou zijn bij een nieuwe behandeling voor het rotavirus?
Antwoord 13
Er zit inderdaad een verschil in de wijze waarop de Gezondheidsraad de kosteneffectiviteit
van een vaccinatie beoordeelt en hoe bijvoorbeeld het Zorginstituut Nederland de kosteneffectiviteit
van een behandeling of nieuw medicijn beoordeelt. De Gezondheidsraad kijkt naar literatuur,
die gepubliceerd is. In het advies wordt de studie van Bruijning e.a. aangehaald.11 Er is geen formele grens voor wat een vaccinatie mag kosten. Vaak wordt voor preventieve
interventies een Incremental Cost Effective Ratio (ICER) van 20.000 euro per QALY
(quality-adjusted life year, een gewonnen levensjaar in goede gezondheid) als referentiewaarde
aangehouden. Kost een preventieve interventie in verhouding tot de huidige situatie
meer, dan wordt de interventie als niet kosteneffectief beschouwd. Dit wil nog niet
zeggen dat een interventie niet aangeboden kan worden, maar dit aspect weegt wel mee
in de besluitvorming.
Het Zorginstituut Nederland beoordeelt de modellen van de kosteneffectiviteit die
door de leveranciers van geneesmiddelen worden aangeleverd. Voor de behandeling van
ziekten wordt soms een hogere referentiewaarde gehanteerd door het Zorginstituut omdat
deze waarde afhankelijk is van de ziektelast.12 Wat betreft de beoordeling van het rotavirusvaccin, zal de uitkomst niet verschillen.
Vraag 14
Bent u het eens dat een verschil in referentiewaarden ertoe kan leiden dat preventieve
zorg, zoals bij het het rotavirusvaccin, lager wordt gewaardeerd dan een behandeling
van de ziekte – wat in schril contrast staat met de brede wens vanuit alle partners
om meer te investeren in preventie?
Antwoord 14
Zoals in antwoord op vraag 13 is aangegeven klopt het dat voor de behandeling van
ziektes soms een hogere referentiewaarde wordt gehanteerd. Dat gegeven doorkruist
niet de wens om meer inzet te plegen op preventie en gezondheid, die ook door de bewindslieden
van VWS wordt onderschreven. Gezondheid is een belangrijke waarde voor onze samenleving
en voor mensen individueel en de inzet op een gezonde leefstijl en preventie kan uiteindelijk
leiden tot een verminderde zorgvraag.
Vraag 15
Bent u bereid om deze vragen voor het aankomende commissiedebat over medische preventie
te beantwoorden?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.