Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Erkens en Brekelmans over de afhankelijkheid van Russisch gas voor Poetins oorlogsdrift
Vragen van de leden Erkens en Brekelmans (VVD) aan de Ministers voor Klimaat en Energie en van Buitenlandse Zaken over de afhankelijkheid van Russisch gas voor Poetins oorlogsdrift (ingezonden 28 februari 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) en van Staatssecretaris Vijlbrief
(Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 3 juni 2022).
Vraag 1
Voor hoeveel procent is Nederland afhankelijk van gasleveranties uit Rusland de laatste
10 jaar? Welk deel daarvan is afkomstig van Gazprom of Gazproms dochterondernemingen?
Antwoord 1
De Nederlandse gasmarkt is onderdeel van de Europese gasmarkt met de grootste gashandelsbeurs
van Europa, met veel doorvoer van gas naar andere Europese markten. Het aandeel Russisch
gas in de inkoopportefeuilles van Europese energiebedrijven is private commercieel
gevoelige informatie en niet publiekelijk toegankelijk. Het is dus niet exact aan
te geven welk aandeel van de Nederlandse consumptie bestaat uit Russisch gas. Schattingen
(met name gebaseerd op monitoring van bepaalde importstromen uit Duitsland) gaan uit
van een aandeel van circa 15%. Het percentage is de afgelopen jaren toegenomen, met
name doordat de eigen gasproductie in Nederland en Noordwest-Europa drastisch is afgenomen.
Gas dat binnenkomt via pijpleidingen is afkomstig van Gazprom (of dochtermaatschappijen
van Gazprom), Daarnaast wordt Russisch gas geïmporteerd via LNG. LNG kan ook geleverd
worden door andere Russische energiebedrijven zoals Rosneft en Novatek.
Vraag 2
Welke manieren zijn er om de afhankelijkheid van Russisch gas zo snel mogelijk naar
0 te brengen? Welke maatregelen zouden daarvoor genomen moeten worden? Hoe snel kan
dat?
Antwoord 2
In de Kamerbrieven van 14 maart en 22 april (Kamerstuk 29 023, nrs. 283 en 302) is uitgebreid ingegaan op de maatregelen op de korte, middellange en lange termijn
om het gasverbruik- en het verbruik van Russisch gas in het bijzonder snel te reduceren,
Daarbij staat de drieslag energie-efficiëntie, versnellen duurzame energieproductie
en vergroten aanbod van andere fossiele bronnen (via extra LNG-importcapaciteit) centraal.
Vraag 3
Welke Russische energie(gerelateerde) bedrijven zijn actief in Nederland? Kunt u verder
duiden in welke subsectoren?
Antwoord 3
Het energiesysteem bestaat uit veel onderdelen. Voor aardgas is de infrastructuur
(aardgasnetwerk, LNG-terminal) in publieke handen (GTS, Gasunie). In een open interne
energiemarkt kunnen Russische ondernemingen gebruik maken van deze infrastructuur.
Ten aanzien van de gasopslagen heeft Gazprom een gebruiksrecht voor de gasopslag te
Bergermeer. Op dit moment lijkt Gazprom geen gebruik te maken van dit gebruiksrecht.
U wordt op korte termijn nader geïnformeerd over de gasopslag te Bergermeer. Russische
bedrijven verkopen gas aan klanten «over the counter», via lange termijncontracten
of kunnen dit via de beurs (TTF) verkopen. Dit betreffen commerciële contracten waar
de overheid geen direct inzicht in heeft of mag delen met derden. Aangezien de gasmarkt
een Europese markt is, kan het ook gaan over Europese energiebedrijven die in hun
inkoopportefeuille Russisch gas hebben, wat over verschillende lidstaten wordt gealloceerd.
De relatie met Russische bedrijven is dan indirect.
Vraag 4
Welke activiteiten ontplooit Gazprom in Nederland?
Antwoord 4
Zie antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Kunt u aangeven in hoeverre Gazprom 100 procent of minder aandeelhouder is van noodzakelijke
infrastructuur (gasopslagen, pijpleidingen) in Nederland?
Antwoord 5
Gazprom is geen aandeelhouder van noodzakelijke infrastructuur in Nederland. Wel geldt
voor de gasopslag te Bergermeer dat het noodzakelijke kussengas in eigendom is van
Gazprom en dat dientengevolge Gazprom een gebruikersrecht heeft ten aanzien van de
beschikbare capaciteit, De Kamer is hier onder andere over geïnformeerd in de Kamerbrieven
van 14 maart en 22 april (Kamerstuk 29 023, nrs. 283 en 302).
Vraag 6
Kunt u aangeven in hoeverre Gazprom in bovengenoemde infrastructuur een cruciale rol
speelt? Welke activiteiten zouden ook per direct overgenomen kunnen worden door andere
marktactoren en/of staatsdeelnemingen?
Antwoord 6
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Hoe kunnen gemeenten snel af van hun energiecontracten met Gazprom? Welke opties ziet
u daarvoor?
Antwoord 7
Gemeenten zullen op grond van het 5e EU-sanctiepakket een andere aanbieder voor gas
moeten vinden. In eerste instantie ligt hier de taak bij de gemeenten om via de geëigende
inkoopprocedures alternatieve gaslevering te bewerkstellingen. Er wordt nauw contact
gehouden met de regionale overheden. Daarvoor is een speciale overlegstructuur opgezet.
Er zijn begrijpelijkerwijs veel vragen, die worden allemaal beantwoord. Ook worden
de medeoverheden nauw betrokken bij het op te stellen ontheffingskader voor uitzonderlijke
gevallen.
Vraag 8
Hoeveel Russische olie importeert Nederland?
Antwoord 8
Nederland importeerde in 2021 voor 18,4 miljard euro aan goederen uit Rusland, waarvan
87 procent minerale brandstoffen (ruim de helft ruwe aardolie en verder vooral aardgas
en aardolieproducten) (bron: CBS).
Vraag 9
Hoe afhankelijk is Nederland van Russische olie? En in welke subsectoren wordt deze
olie gebruikt?
Antwoord 9
Olieproducten zijn overal in de Nederlandse economie verweven en vormen een belangrijke
grondstof voor veel maatschappelijke functies. Hierbij kan een opsplitsing worden
gemaakt per sector. Wegtransport, zoals benzine en diesel, betreft een deel (~25%)
van de in Nederland gebruikte olie(producten). Een groter deel betreft bunkerbrandstoffen
voor de internationale zeevaart (~29%) en internationale luchtvaart (~10%). Daarnaast
is er ook energetisch verbruik van olie(producten) door de chemie en raffinage sectoren
(~11%). Het niet-energetisch gebruik van olie(producten) als grondstof voor o.a. de
chemie betreft eveneens een aanzienlijk deel (~16%). Dit wordt gebruikt voor producten
zoals plastics, cosmetica, PET-flessen, bouw- en isolatiematerialen, medische hulp-
en beschermmiddelen, kleding, etc. Vervolgens is er een heel scala aan speciale olieproducten
die op uiteenlopende wijze worden geconsumeerd (~9%), denk bijvoorbeeld aan bitumen
voor asfalt, smeermiddelen voor motoren, terpentine voor verf, handgels etc.
Vraag 10
Zijn de mondiale oliemarkten en/of onze oliereserves in staat om deze Russische olie
per direct te vervangen? Zo nee, hoe snel zou dit kunnen?
Antwoord 10
Ja. Nederland beschikt voor de korte termijn over een strategische oliereserve van
90 dagen consumptie. Voorts begrijpen wij van de sector dat olie van elders betrokken
kan worden, zij het tegen hogere kosten.
Vraag 11
Hoe afhankelijk zijn andere nabije landen (België, Duitsland en Frankrijk) van Russische
olie en gas?
Antwoord 11
De relevante statistieken over dit onderwerp zijn gepubliceerd door het Internationaal
Energieagentschap (www.IEA.com).
Vraag 12
Ziet u mogelijkheden om deze afhankelijkheid van Russisch gas en olie in samenwerking
met onze buurlanden af te bouwen?
Antwoord 12
Nederland houdt in EU-verband zeer nauw contact met alle lidstaten en de buurlanden
in het bijzonder. Het Europese REPowerEU-plan van de Europese Commissie van 18 mei
jl. is met name gericht op het gezamenlijk afbouwen van de energieafhankelijkheid
van Rusland.
Vraag 13
Hoe kunnen we onze buurlanden helpen met het afbouwen van deze afhankelijkheid?
Antwoord 13
Zie het antwoord op vraag 12.
Vraag 14
Wat betekent het streven naar onafhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen
voor ons bredere buitenlandbeleid?
Antwoord 14
Afbouwen van de afhankelijkheid vereist in eerste instantie nauwe samenwerking met
Europese lidstaten, omdat Nederland onderdeel uitmaakt van een Europese energiemarkt.
Zoalshiervoor is genoemd bij het antwoord op vraag 12, heeft de Europese Commissie
op 18 mei jl. het REPowerEU-voorstel gepresenteerd gericht op het zo spoedig mogelijk
afbouwen van de afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen. De kabinetsbeoordeling
van dit voorstel zal uw Kamer spoedig toekomen.
Vraag 15
Zou u deze vragen zo snel mogelijk kunnen beantwoorden?
Antwoord 15
Deze vragen zijn zo spoedig mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.