Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer, Thijssen en Piri over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor gaslevering
Vragen van de leden Nijboer, Thijssen en Piri (allen PvdA) aan de Minister voor Klimaat en Energie over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne voor gaslevering (ingezonden 28 februari 2022).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 3 juni 2022).
Vraag 1
Met welke verschillende scenario’s wat betreft bestaande gasleveranties wordt met
het oog op de inval van Rusland in Oekraïne op korte en lange termijn rekening gehouden?
Kunt u deze scenario’s delen met de Kamer?
Antwoord 1
Het meest verstrekkende scenario dat tot op heden (o.a. in Entso-G verband) is uitgewerkt
is een volledig onderbreking van de gastoevoer uit Rusland naar Europa gedurende de
periode vanaf april 2022 tot april 2023.
ENTSO-G heeft een aantal weken terug de Summer Outlook gepresenteerd1. Deze analyse geeft een beeld van hoe het deze zomer er mogelijk uit gaat zien en
geeft inzicht in de gevolgen van onderbreking van gasstromen uit Rusland. Entso-G
is nu bezig met de ontwikkeling van een year outlook. Dit geeft een beeld voor wanneer er over een periode van 12 maanden geen Russisch
gas beschikbaar zou zijn. Zodra er nieuwe analyses van ENTSO-G openbaar zijn, zullen
die met de Kamer worden gedeeld.
Vraag 2
Houdt u ook rekening met het scenario waarbij gasleveranties uit Rusland op korte
termijn worden stopgezet? Wat zou daar het gevolg van zijn?
Antwoord 2
Zie antwoord vraag 1 wat betreft scenario’s. De consequenties van het wegvallen van
Russisch gas op korte termijn zullen verschillen per lidstaat, afhankelijk van het
aandeel Russisch gas in het markt en van de mate van interconnectie met omringende
landen. Met name lidstaten in Midden- en Oost-Europa kennen een relatief grote afhankelijkheid
van Russische import. Door de geïntegreerde gasmarkt zou de optredende schaarste zich
verspreiden over de gehele Europese markt in combinatie met prijsstijgingen. Marktpartijen
die Russisch gas in hun aankoopportefeuille hebben zullen elders gas moeten inkopen
om aan hun verplichtingen te kunnen voldoen, zoals ook onlangs het Nederlandse Gasterra
heeft gedaan. Een aantal lidstaten (Litouwen, Estland, Duitsland, Italië, Kroatië,
Finland, Oostenrijk, Bulgarije) heeft in de afgelopen maanden al een eerste niveau
van gascrisis als bedoeld in de verordening gasleveringszekerheid2 afgekondigd (vroegtijdige waarschuwing). Hiermee treedt het noodplan dat zij ter
uitvoering van de verordening gasleveringszekerheid hebben vastgesteld3 in werking, waarin de lidstaten de maatregelen hebben beschreven die zij kunnen toepassen
voor de verschillende niveaus van gascrisis. Voor Nederland is dit het Bescherm- en
Herstelplan Gas. Het afkondigen van een eerste niveau van gascrisis dient voornamelijk
om voldoende inzicht te krijgen in de gasstromen. Bij het wegvallen van Russisch gas
zullen naar verwachting meer lidstaten het een niveau van gascrisis afkondigen en
zullen naar verwachting verdergaande maatregelen worden ingezet. Bij het afkondigen
van een noodsituatie (derde niveau van gascrisis) op regionaal of EU niveau4 zal de Europese Commissie intensiever coördineren om te voorkomen dat maatregelen
van lidstaten ten kosten gaan van andere lidstaten.
Vraag 3
Welke voorbereidingen treft u voor het scenario waarin import van Russisch gas volledig
stopt?
Antwoord 3
In Kamerbrieven van 14 maart jl. over gasleveringszekerheid komende winter en verder,
en van 22 april jl. zijn de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en ik
uitgebreid ingegaan op de maatregelen die genomen worden om de levergingszekerheid
waar mogelijk te borgen.5
Vraag 4
Wat is de reden dat de gasreserves zo beperkt gevuld zijn?
Antwoord 4
Voor de winter 2022 waren de vulgraden een punt van aandacht. Voor het komende vulseizoen
(voor de winter van 2023) neemt het kabinet alle nodige maatregelen om de gasopslagen
ruimschoots gevuld te krijgen. In Kamerbrieven van 14 maart jl. over gasleveringszekerheid
komende winter en verder en van 22 april jl. zijn de Staatssecretaris van Economische
Zaken en Klimaat en ik ingegaan op de Nederlandse gasopslagen en de vulgraden ervan.6
Vraag 5
Wat waren de gevolgen geweest van een strenge winter?
Antwoord 5
De Europese gasopslagen waren in het begin van de winter 2021–2022 met 77% vulgraad
relatief gering, maar voldoende, gevuld. De Nederlandse opslagen voor laagcalorisch
gas (L-gasopslagen) waren door afspraken in het kader van het Norgakkoord bij aanvang
winterseizoen met 81% gevuld en tot en met het einde van de winter voldoende gevuld.
ENTSO-G heeft in haar winteroutlook7 berekend dat in een scenario van een koude winter in combinatie met relatief weinig
hernieuwbare energieproductie, de gasopslagen aan het eind van de winter relatief
leeg zouden zijn. Flexibiliteit bij een eventuele piekvraag in het vroege voorjaar
door een koudeperiode zou dan bijvoorbeeld moeten komen van extra import van bijvoorbeeld
LNG (+5–10%).
Vraag 6
Bent u bekend met het rapport van GasTerra uit 2018, waarin onderzoekers concluderen
dat het een «urgente» vraag is of de overheid de komende jaren voldoende gas kan garanderen?8
Antwoord 6
Ik ben bekend met dit rapport.
Vraag 7
Waarom zijn er de afgelopen jaren ondanks deze waarschuwing geen maatregelen genomen
om de gasvoorraden op peil te houden?
Antwoord 7
In Kamerbrieven van 14 maart jl. over gasleveringszekerheid komende winter en verder
en van 22 april jl.9 zijn de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en ik ingegaan op de situatie
rond de gasopslagen in Nederland. Zie daarnaast ook antwoord op Kamervragen van het
lid Thijssen (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over
het bericht «Experts: kabinet kan levering gas deze winter niet garanderen»10.
Vraag 8
Waarom is de inkoop van gas in Nederland afhankelijk van commerciële partijen die
op de zogenaamde «spotmarkt» inkopen, terwijl veel andere landen ervoor zorgen dat
voor vele jaren vooruit wordt ingekocht?
Antwoord 8
Nederland kent, net als andere EU landen, een geliberaliseerde gasmarkt. Deze is ingebed
in een Europese markt en gekoppeld aan de mondiale markt via LNG-stromen. De overheid
laat leveringszekerheid daarbij niet volledig over aan de markt, maar heeft gerichte
wet- en regelgeving waarmee er een heldere systematiek is waarin de verschillende
spelers: leveranciers, netbeheerders, toezichthouder en het kabinet ieder hun eigen
verantwoordelijkheden hebben. In antwoorden op Kamervragen van Vragen van het lid
Thijssen (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en Klimaat
over het bericht «Experts: kabinet kan levering gas deze winter niet garanderen» (kenmerk:
22022D1151, 22 maart 2022) heb ik een uitgebreide reflectie gegeven op de inrichting van de
Nederlandse gasmarkt in het licht van de huidige ontwikkelingen.
Vraag 9
Welke extra maatregelen zijn er genomen om de gasvoorraden op orde te brengen toen
het vorige kabinet in 2018 besloot om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk
te beëindigen? Kunt u hier een overzicht van geven?
Antwoord 9
In Kamerbrieven van 14 maart jl. over gasleveringszekerheid komende winter en verder
en van 22 april jl.11 zijn de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en ik ingegaan op de situatie
rond de gasopslagen in Nederland. Op 27 mei jl. is de subsidieregeling voor het vullen
van de gasopslag in Bergermeer van start gegaan. In twee rondes kunnen energiebedrijven
steun aanvragen voor de opslagkosten het eventuele verschil tussen de huidige gasprijs
en de (mogelijk lagere) gasprijs komende winter12.
Vraag 10
Wat is er gedaan met het advies van de Mijnraad, waarin werd gewaarschuwd dat de productie
van Gronings gas «niet onomkeerbaar» kon worden afgesloten als leveringszekerheid
niet «nadrukkelijker» betrokken zou worden in het gasbeleid?13 Welke consequenties heeft dit nu op de noodzaak om de gaswinning in Groningen zo
snel mogelijk af te bouwen?
Antwoord 10
De gaswinning in Groningen wordt zo snel mogelijk beëindigd vanwege de grote maatschappelijke
gevolgen die de gaswinning nog altijd heeft, waaronder veiligheidsrisico’s. Op dit
moment zijn er nog elf productielocaties van het Groningenveld in gebruik. Als onderdeel
van het vaststellingsbesluit voor het gasjaar 2022–2023, zal de Staatssecretaris van
Economische Zaken en Klimaat besluiten hoeveel van deze elf locaties vanaf 1 oktober
2022 operationeel moeten blijven zodat de leveringszekerheid is geborgd, ook in uitzonderlijke
situaties zoals extreme kou of uitval van installaties.
Vraag 11
Bent u net als Italië van plan om afspraken te maken met gasleveranciers over de minimale
gasreserve? Zo ja, op korte termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Kort samengevat heeft Nederland voor de opslagen in Norg, Grijpskerk en PGI Alkmaar
afspraken gemaakt in het Norg-akkoord. Voor de opslag in Bergermeer is een subsidieregeling
gestart om de vulling te bevorderen.
Vraag 12
Welke andere maatregelen gaat u nemen om de leveringszekerheid van gas in de nabije
toekomst beter in het gasbeleid te incorporeren?
Antwoord 12
In Kamerbrieven van 14 maart jl. over gasleveringszekerheid komende winter en verder
en van 22 april jl. zijn de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en ik
ingegaan op de korte en lange termijn maatregelen om de afhankelijkheid van aardgas
te verminderen en de leveringszekerheid te verbeteren.14
Vraag 13
Is het mogelijk om specifieke sectoren of bedrijven in Nederland af te sluiten van
het gas als dit nodig is om woningen te blijven verwarmen?
Antwoord 13
In het Bescherm en Herstelplan- Gas is de mogelijkheid opgenomen om bij een gascrisis
via een afschakelplan niet-beschermde gasverbruikers af te schakelen om zo veel mogelijk
de leveringszekerheid van beschermde afnemers te borgen. Zie hiertoe ook de Kamerbrief
van 14 maart15.
Vraag 14
Kunt u schetsen in welke sectoren de meeste kansen liggen om op korte en middellange
termijn gasverbruik te reduceren?
Antwoord 14
Het potentieel hangt af van welke definities en uitgangspunten gehanteerd worden.
De jaarlijkse Klimaat en Energieverkenning (KEV) brengt op basis van modellen jaarlijks
het verwachte effect van maatregelen in specifieke sectoren in kaart (Kamerstuk 32 813, nr. 901). TNO heeft verder het energiebesparingspotentieel van de bedrijven onder de energiebesparingsplicht
(exclusief de uitbreiding van de doelgroep) in kaart gebracht (Kamerstuk 32 813, nr. 863): 22 petajoule (PJ) in de dienstensector en 4 PJ in de industrie. TNO brengt momenteel
het rendabel energiebesparingspotentieel per sector in kaart en ik zal uw Kamer na
de zomer hierover informeren. Zie hiertoe de Kamerbrief van 14 maart jl.16
Vraag 15
Hoeveel gasverbruik denkt u dat er bespaard kan worden met de campagnes waar u vrijdag
25 februari over sprak na de ministerraad?
Antwoord 15
In Kamerbrieven van 14 maart jl. over gasleveringszekerheid komende winter en verder
en van 22 april jl. zijn de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en ik
ingegaan op de maatregelen zoals de besparingscampagne en het verwachte effect ervan.
Vraag 16
Bent u het eens dat we de invasie van Rusland in Oekraïne moeten aangrijpen om zo
snel mogelijk over te schakelen op duurzame energiebronnen en onze afhankelijkheid
van Rusland af te bouwen?
Antwoord 16
Ik ben het ermee eens dat de situatie op de energiemarkten een extra motivatie geeft
om de energietransitie versneld voort te zetten. In Kamerbrieven van 14 maart jl.
over gasleveringszekerheid komende winter en verder en van 22 april jl. zijn de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat en ik ingegaan welke korte en lange termijn maatregelen
dit kabinet zal inzetten om de afhankelijkheid van aardgas te verminderen en de leveringszekerheid
te verbeteren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie -
Mede ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.