Schriftelijke vragen : Burgerschapsonderwijs
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over burgerschapsonderwijs (ingezonden 3 juni 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Inspectie keurt plannen voor nieuwe scholen af: «Het
bestuur had nauwelijks concrete leerdoelen geformuleerd»», «Burgerschapsonderwijs
is een struikelblok voor nieuwe scholen», «Meeste initiatieven voor nieuwe middelbare
scholen afgewezen vanwege kwaliteit burgerschapsonderwijs» en «Geen nieuwe middelbare
school voor Kerkrade. Martin Buber-droom valt in duigen: «Dit is een slag in ons gezicht»»?1
Vraag 2
Bent u van mening dat het Advieskader nieuwe scholen 2021 ten aanzien van burgerschapsonderwijs
(indicator D1) de eerdere kritiek ondervangt dat de normen voor burgerschapsonderwijs
te vaag zouden zijn? Zo ja, kunt u aangeven waarin de duidelijkheid en (rechts)zekerheid
bestaan die het nieuwe kader biedt? Is de huidige werkwijze een toonbeeld van voorspelbaarheid
en transparantie?
Vraag 3
Kunt u aangeven welke lijst van elf bouwstenen de inspectie gebruikt voor het beoordelen
van burgerschapsvorming? Waarom is deze lijst niet te vinden in het Advieskader?
Vraag 4
Vindt u het wenselijk dat aanvragen onder meer worden afgewezen, omdat het burgerschapsonderwijs
nog niet tot op vakniveau en de keuze van lesmethodes is uitgewerkt? Hoe is deze toespitsing
tot op vakniveau te verenigen met de keuze van de wetgever om niet te bepalen op welke
wijze en bij welke vakken het burgerschapsonderwijs aan bod komt?
Vraag 5
Wat is uw reactie op de kritiek van scholen dat de inspectie een veel te gedetailleerde
uitwerking van het burgerschapsonderwijs vraagt voor de fase waarin deze initiatieven
zich bevinden? Hoe zijn zulke concrete eisen op een geloofwaardige manier te herleiden
tot het wettelijk kader en hoe wordt rekening gehouden met het feit dat bestaande
scholen een jaar respijt krijgen bij invoering van de nieuwe wet?
Vraag 6
Bent u ermee bekend dat er aanvragen zijn die op zeer concreet niveau overzicht bieden
van thema’s, leerdoelen en leerlijnen van het burgerschapsonderwijs en die toch zijn
afgewezen? Kunt u zich voorstellen dat voor betrokkenen niet duidelijk is wat zij
dan nog meer moeten doen? Op welke wijze gaat u er ook voor zorgen dat de inspectie
beter communiceert over doelen en verwachtingen?
Vraag 7
Hoe is de lijn van de inspectie dat scholen al in deze vroege fase duidelijkheid moeten
bieden tot op de keuze van lesmethodes te verenigen met het feit dat zulke keuzes
juist pas goed gemaakt kunnen worden in afstemming met het personeel en conform de
geldende vereisten van betrokkenheid en medezeggenschap?
Vraag 8
Hoe reageert u op de kritiek van betrokkenen dat de inspectie de werkwijze zeer summier
motiveert, ondanks toezeggingen geen hoor en wederhoor toepast en zonder uitleg afwijzingen
uitdeelt? Bent u ook van mening dat de inspectie op grond van het motiveringsbeginsel
concreet dient aan te geven waarom documenten die het burgerschapsonderwijs beschrijven
niet toereikend zijn?
Vraag 9
Kunt u uitleggen hoe het mogelijk is dat initiatieven voor nieuwe scholen in detail
op burgerschap worden beoordeeld, terwijl u in het masterplan basisvaardigheden zelf
schrijft dat voor burgerschap nog nauwelijks onderwijsdoelen bekend zijn?2
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. Bisschop, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.