Schriftelijke vragen : De brandweerzorg
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Van der Plas (BBB) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brandweerzorg (ingezonden 3 juni 2022).
Vraag 1
Past het volgens u bij de wens van de Kamer voor meer uniforme normen met betrekking
tot opkomsttijden, dat de veiligheidsregio Noord-Holland Noord eigenstandig de opkomsttijd
verruimt van 6 naar maar liefst 18 minuten voor niet-zelfredzame personen?1 2
Vraag 2
Vindt u het wenselijk dat de opkomsttijden zo verruimd worden? Vindt u dat de veiligheid
van kwetsbare mensen in noodsituaties zo goed geborgd wordt? Kunt u uw beantwoording
niet beperken tot een verwijzing naar de verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio?
Vraag 3
Vindt u het wenselijk dat er brandweerkazernes worden gesloten, wettelijke taken worden
geschrapt en functies worden aangepast zonder dat de werkvloer hierbij vooraf bij
is betrokken? Hoe past dit bij de wens van de Kamer dat de werkvloer meer zeggenschap
krijgt bij dit soort verregaande besluiten?3
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de opmerking van het algemeen bestuur van de veiligheidsregio Gelderland-Midden,
dat het maken van lokale maatwerkafspraken het uitgangspunt van een regionale brandweerzorg
kan ondergraven?4
Vraag 5
In hoeverre vindt u de zeggenschap van lokale volksvertegenwoordigers geborgd in de
structuur van de veiligheidsregio? Vindt u het wenselijk dat door de huidige getraptheid
van de controle op de veiligheidsregio’s de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord verregaande
besluiten neemt zonder de lokale volksvertegenwoordiging te betrekken?
Vraag 6
Bent u bereid met de veiligheidsregio Noord-Holland Noord in gesprek te gaan over
uw voornemen tot wettelijke normeringen, zeggenschap van de werkvloer bij ingrijpende
beslissingen en het betrekken van het lokale bestuur? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Hoe is het volgens u mogelijk dat veiligheidsregio’s verregaande besluiten kunnen
nemen om bijvoorbeeld kazernes te sluiten, terwijl er blijkbaar geen informatie voorhanden
is over het aantal voertuigen, vrijwilligers of ander materieel? Op basis van welke
informatie worden deze beslissingen dan genomen?5
Vraag 8
Vindt u het wenselijk dat veiligheidsregio’s onder de noemer van experimenten, pilots
en «innovatieve inzetconcepten» ongecontroleerd fundamentele en grootschalige organisatorische
wijzigingen kunnen doorvoeren, die feitelijk een systeemaanpassing zijn en niet in
lijn zijn met de huidige wet- en regelgeving? Bent u bereid deze «innovatieve inzetconcepten»
te stoppen voordat de brandweerzorg dusdanig is verslechterd dat het gevaar voor mensen
oplevert en veel (onherstelbare) schade binnen de brandweerorganisatie oplevert?6
Vraag 9
Hebben de voorgenomen plannen van de veiligheidsregio Noord-Holland Noord effect op
de rampenbestrijding rondom het marineterrein in Den Helder? Zo ja, hoe? Zo nee, is
er voldoende afstemming tussen de brandweerorganisatie die verantwoordelijk is voor
de brandweerzorg op en rondom het marineterrein en de veiligheidsregio?
Vraag 10
Hoe is het volgens u mogelijk dat de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord niet weet
wat er uit het eigen dekkingsplan van 2015 volgt, zoals blijkt uit de beantwoording
van vraag 3 in de aangehaalde beantwoording van eerdere schriftelijke vragen?7
Vraag 11
Bent u bereid om alsnog een overzicht te verschaffen van de bezuinigingen van de afgelopen
10 jaar op de brandweer, per veiligheidsregio, zoals eerder gevraagd? Zo nee, waarom
niet?8
Vraag 12
Wanneer wordt het «integraal wettelijk kader» voor de crisisbeheersing en brandweerzorg
verwacht?
Vraag 13
In hoeverre ziet u een rol voor het CBS om de data van de brandweerzorg weer bij te
houden en openbaar te maken?
Vraag 14
Herinnert u zich dat uit onderzoek van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid
(NIPV) blijkt dat er volgens de veiligheidsregio’s zelf 953 brandweerposten waren,
eind 2020, terwijl dat er in 1995 volgens het CBS nog 1053 waren? Hoe verklaart u
dit en kunt u daarbij de bevolkingsdichtheid meenemen?9
Vraag 15
Wat vindt u ervan dat uit de reacties op het onderzoek van de SP naar de brandweer
naar voren kwam dat er voor brandweervrouwen, die soms kleiner van stuk zijn, niet
altijd passende beschermingsmiddelen beschikbaar zijn en veiligheidsregio’s dit niet
altijd adequaat oppakken? Deelt u de mening dat alle brandweerlieden veilig hun werk
moeten kunnen doen?
Vraag 16
Begrijpt u dat, zeker gezien de wens dat vrouwen zich welkom voelen bij de brandweer
en het lage percentage werkzame brandweervrouwen, dit soort moeilijkheden waar brandweervrouwen
in de dagelijkse praktijk tegenaan lopen, demotiverend kunnen werken? Bent u bereid
erop toe te zien dat veiligheidsregio’s verplicht zijn voor passende beschermingsmiddelen
te zorgen voor alle brandweerlieden? Zo nee, waarom niet?10
Indieners
-
Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
Caroline van der Plas, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.