Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Valstar over het advies ‘keuzes voor de krijgsmacht’ van de Adviesraad Internationale Vraagstukken
Vragen van het lid Valstar (VVD) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over het advies «keuzes voor de krijgsmacht» van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (ingezonden 8 maart 2022).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) en van Minister Hoekstra (Buitenlandse
Zaken) (ontvangen 31 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het AIV-advies «keuzes voor de krijgsmacht»?1
Antwoord 1
Ja. Het kabinet dankt de AIV voor het advies, dat op een relevant moment komt.
Vraag 2
Deelt u de analyse van de AIV dat, in het licht van de Russische invasie in Oekraïne
en de verslechterende veiligheidssituatie, de Navo moet worden versterkt om de vrijheid
en veiligheid van Europese burgers te beschermen?
Antwoord 2
Ja. Veiligheid en stabiliteit zijn basisvoorwaarden voor de vrede en welvaart waarin
wij leven. De oorlog aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied laat zien dat bescherming
van onze vrijheid noodzakelijk is.
De NAVO is de hoeksteen van onze collectieve veiligheid en zal de afschrikking en
verdediging aan de oostflank verder versterken. Tegelijkertijd moeten Europese landen
zelfredzamer worden en de eigen belangen beter kunnen beschermen en verdedigen; de
huidige veiligheidssituatie is daarvoor het bewijs. Binnen de NAVO en EU moeten daarvoor
in gezamenlijkheid de Europese capaciteiten worden versterkt om beter in onze veiligheid
te kunnen voorzien.
Verschillende landen kondigden sinds de Russische invasie in Oekraïne aan versneld
stappen te zetten om hun defensiebudget te verhogen. Onder meer de regeringen van
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden en Polen hebben dit bekend
gemaakt. Het kabinet onderzoekt conform de motie Sjoerdsma (36 045, nr. 4) wat op korte termijn nodig en mogelijk is om de al voorziene toename van het defensiebudget
eerder te laten plaatsvinden, of er meer kan worden geïnvesteerd in de defensiesamenwerking
met de NAVO en Europese partners en of er manieren zijn om nog in deze kabinetsperiode
structureel extra te investeren in Defensie. Uw Kamer is op 20 mei geïnformeerd over
de uitkomst van de voorjaarsbesluitvorming. Het kabinet investeert structureel 5 miljard
euro extra in Defensie.
Vraag 3
Deelt u de analyse van de AIV dat de Europese bijdrage aan deze collectieve verdediging
moet worden vergroot en dat Nederland de defensie-uitgaven moet verhogen naar twee
procent van het bruto binnenlands product om hierin een gepast aandeel te leveren?
Antwoord 3
Ja. Zie verder het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de veiligheidsdreiging urgent is en er geen goede redenen zijn
om aan te nemen dat deze dreiging binnen afzienbare tijd weer substantieel zal dalen?
Antwoord 4
Ja. De veiligheidssituatie in en rondom Europa verslechtert. De ongekende agressie
van Rusland tegen Oekraïne laat zien dat de dreigingen op het Europese continent en
aan de oostgrens van het NAVO-verdragsgebied reëel en dichtbij zijn. Rusland vormt
echter niet de enige dreiging. Er is wereldwijd in toenemende mate sprake van (geopolitieke)
spanningen. In combinatie met de snelle verspreiding van wapens kan dit zorgen voor
ontvlambare situaties. We moeten ons voorbereiden op een onzekere toekomst waarin
uitdagingen en dreigingen divers en permanent van aard zijn. We hebben te maken met
grootschalige cyberaanvallen, dreigingen tegen onze vitale infrastructuur en beïnvloeding
door buitenlandse mogendheden. De weerslag van klimaatverandering kan zich vertalen
in oplopende spanningen tussen bevolkingsgroepen, conflicten en migratiestromen.
Vraag 5
Deelt u de analyse van de AIV dat de krijgsmacht nadrukkelijk ingericht moet worden
op bondgenootschappelijke verdediging en dat het hiervoor noodzakelijk is zo snel
mogelijk de inzetbaarheid te verbeteren en de door de Navo vastgestelde capaciteitstekorten
weg te werken?
Antwoord 5
Defensie voert haar grondwettelijke taak uit langs de lijnen van de drie hoofdtaken:
1. bescherming van het eigen en bondgenootschappelijke grondgebied;
2. bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde en stabiliteit;
3. ondersteuning van de civiele autoriteiten bij de handhaving van de openbare orde,
de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde, de bestrijding van rampen en incidenten
en de beheersing van crises.
Defensie moet in alle drie de hoofdtaken, die steeds nauwer met elkaar verbonden zijn,
kunnen optreden. In de huidige situatie is Defensie vooral ingericht voor optreden
in de tweede hoofdtaak. Het dreigingsbeeld en de Russische invasie van Oekraïne laten
zien dat inzet in de eerste hoofdtaak net zo noodzakelijk is. Voor het optreden in
de eerste hoofdtaak moet Defensie dus een been bijtrekken, net zoals voor optreden
in de derde hoofdtaak. In de Defensienota worden de keuzes voor de inrichting, samenstelling
en toerusting van de krijgsmacht die in alle drie de hoofdtaken moet kunnen optreden,
toegelicht.
Vraag 6
Deelt u de analyse van de AIV dat er een grote financiële inspanning nodig zal zijn
om Nederland in staat te stellen naar verhouding bij te dragen aan initiatieven van
de Navo en de EU, zoals de Nato Response Force en de EU Rapid Deployment Capacity?
Antwoord 6
Er zijn inderdaad grote financiële inspanningen nodig evenals het maken van keuzes
voor de toekomst. Defensie moet de komende periode de gereedheid en inzetbaarheid
verhogen, ook om te kunnen voldoen aan de reactietijden voor de Snel Inzetbare Capaciteiten
van de NAVO en de EU. Hiervoor is het bijvoorbeeld nodig om de gevechtsondersteuning
te versterken en het voorradenniveau te verhogen. Defensie plaatst versneld orders
voor het ophogen van het voorraadniveau en anticipeert daarmee op de wereldwijd toegenomen
vraag naar munitie en toegenomen krapte op de markt. Hiervoor heeft Defensie op 29 april
jl. een incidentele suppletoire begroting ingediend (Kamerstuk 36 091 en 36 092)
Vraag 7
Deelt u de mening dat er voor verdere specialisatie bij het wegwerken van tekorten
in Europese capaciteiten forse investeringen nodig zijn van de landen die kopgroepen
vormen?
Antwoord 7
Specialisatie is een verdergaande vorm van samenwerking met als doel meer gebruik
te maken van de afzonderlijke sterke punten van partners en bondgenoten. Het is een
gradueel traject, maar gezamenlijk hebben we meer impact en gezamenlijk leveren we
een hogere effectiviteit van optreden. Specialisatie kan helpen om tekorten weg te
werken en gezamenlijk meer effecten te bereiken.
De EU-leiders kwamen op 11 maart in Versailles overeen de Europese defensiecapaciteiten
te versterken en onderstreepten daarbij het belang van samenwerking. Het kabinet ziet
nut in meer gezamenlijke aanschaf van defensiecapaciteiten. Het Europees Defensieagentschap
kan hierin een faciliterende en coördinerende rol spelen. Dit is ook onderdeel van
het Strategisch Kompas waarmee de EU richting aan het Europese veiligheids- en defensiebeleid,
o.a. door het stellen van duidelijke doelen en heldere prioriteiten voor capaciteitsontwikkeling.
Vraag 8
Deelt u de analyse van de AIV dat het voor een stabiele defensieplanning wenselijk
is als de planning en uitgaven voor een langere periode wettelijk worden vastgelegd,
zoals dat ook in Scandinavische landen en de Klimaatwet het geval is?
Antwoord 8
Defensie is gebaat bij langjarig commitment en een structurele verhoging van het defensiebudget
om de benodigde veranderingen te realiseren en versterkingen goed te richten en in
te richten. Zoals is aangegeven in de Voorjaarsnota investeert het kabinet structureel
5 miljard euro extra in Defensie.
Vraag 9
Deelt u de mening dat, gezien de dreigingssituatie, de bondgenootschappelijke verplichtingen
en het toekomstbeeld uit de Defensievisie 2035, de uitgaven in een dergelijke wet
niet lager zouden moeten zijn dan twee procent van het bruto binnenlands product?
Antwoord 9
De Russische agressie in Oekraïne laat duidelijk zien dat onze veiligheid en vrijheid
niet vanzelfsprekend zijn en dat dit een groot goed is dat moet worden beschermd.
Met de extra investeringen uit het coalitieakkoord en de Voorjaarsnota voldoet Nederland
in 2024 en 2025 aan de 2% bbp-norm voor de NAVO.
Vraag 10
Bent u bereid het advies van de AIV integraal op te volgen en de Kamer uiterlijk deze
maand daarover te informeren?
Antwoord 10
Het advies van de AIV komt op een relevant moment en bevat goede aanknopingspunten.
Het kabinet werkt op dit moment aan de Defensienota waarin de plannen worden uitgewerkt.
De Defensienota wordt voor de zomer aan uw Kamer aangeboden. Daarna zal het kabinet
ook komen met een reactie op het briefadvies van de AIV.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.