Schriftelijke vragen : Het apenpokkenvirus
Vragen van het lid Van Houwelingen (FvD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het apenpokkenvirus (ingezonden 30 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het recente apenpokken-advies van de Wereldgezondheidsorganisatie
(WHO) waarin staat dat asymptomatische contacten niet in quarantaine hoeven en gewoon
naar hun werk of naar school kunnen?1
Vraag 2
Hoe verhoudt dit WHO-advies zich met het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) en de Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) waarin wordt gesteld
dat mensen die in contact zijn geweest met een apenpokken patiënt 21 dagen in quarantaine
moeten?2
Vraag 3
Wat is de case definitie van vermoedelijke en bevestigde apenpokken en door welke
zorgautoriteit (bijvoorbeeld de WHO) is deze waar gepubliceerd?
Vraag 4
Bent u bekend met de uitbraak van apenpokken na de SARS-epidemie in 2003 en de toen
gebruikte polymerase chain reaction (PCR) assays om apenpokken te detecteren? Waarom wordt nergens door het RIVM van deze assays melding
gemaakt, aangezien deze assays heel specifiek zijn?3
Vraag 5
Wilt u een lijst met referenties en leveranciers van de gecertificeerde assays publiceren
die voor de detectie van apenpokken in de EU zijn toegelaten?
Vraag 6
Gezien de beperkte besmettelijkheid van apenpokken lijkt de Groep A categorisering
en het quarantainebeleid sterk overdreven, of ziet u dit anders? Kan het zijn dat
het hier een mutatie betreft die mogelijk besmettelijker is dan het originele apenpokken
en zo ja, hoe komt volgens u zo’n mutatie na zo lange tijd ineens tot stand?
Vraag 7
Indien er geen sprake is van een mutatie met hogere besmettelijkheid dan bij het bekende
apenpokkenvirus, waarom zouden mensen zonder symptomen die bij een patiënt zijn geweest
met een ziekte zonder duidelijke case definitie dan 21 dagen in quarantaine gaan?
Vraag 8
Bent u bekend met de gedocumenteerde dempende werking die sommige COVID19 mRNA-vaccins
door het gebruik van immuunrespons-omzeilende en volgens de literatuur zelfs mogelijk
immuunrespons-onderdrukkende componenten kunnen hebben op het natuurlijk immuunsysteem
en de daaruit voortvloeiende verhoogde kwetsbaarheid van tegen corona gevaccineerde
personen voor andere pathogenen? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Pepijn van Houwelingen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.