Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Fiche: Verordening gasopslagen (Kamerstuk 22112-3407)
2022D21244 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
aan de Minister voor Klimaat en Energie voorgelegd over de brief van 29 april 2022
«Fiche: Verordening gasopslagen» (Kamerstuk 22 112, nr. 3407).
De voorzitter van de commissie, Agnes Mulder
De adjunct-griffier van de commissie, Reinders
Inhoudsopgave
Blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
II
Antwoord / Reactie van de Minister
6
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie zijn blij met de onderliggende brief. Het is van groot
belang dat het Nederlandse kabinet en de Europese Unie alles op alles zetten om de
leveringszekerheid in de komende winter en op de lange termijn veilig te stellen.
Er moet worden voorkomen dat net als vorig jaar de gasopslagen in Nederland en de
Europese Unie voor een groot deel maar matig gevuld worden.
De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat Russische bedrijven uit de Nederlandse
energievoorziening moeten worden geweerd. Welke opties ziet de Minister daartoe?
De leden van de VVD-fractie vinden het positief dat er een verplichting komt om de
gasopslagen te vullen, conform de inzet van de VVD-fractie in de Tweede Kamer. Vanuit
de Europese Unie komt er een vuldoel van 80 procent per land, maar eerder is aangegeven
dat gasopslag Bergermeer tot 70 procent gevuld dient te worden. Ondanks de adviezen
van Gasunie Transport Services (GTS) en de Mijnraad, heeft het kabinet besloten om
Grijpskerk te vullen met laagcalorisch gas. Het kabinet besloot daarbij ook om Bergermeer,
de enige overgebleven hoogcalorische opslag, slechts met 70 procent te vullen. Doordat
het kabinet ervoor kiest om de gasvoorraden grotendeels te vullen met laagcalorisch
gas, wordt de kans op grootschalige uitschakeling van de industrie fors vergroot.
Daarom lijkt het de leden van de VVD-fractie logisch om de vulgraad voor Bergermeer
te verhogen. Deelt de Minister de mening dat, gegeven het feit dat Bergermeer onze
enige hoogcalorisch gasopslag is, deze gasopslag tot 80 procent gevuld dient te worden?
Is de Minister dan ook van mening dat de grootverbruikers actief benaderd zouden moeten
worden om een gedeelte van de gasopslagen te gebruiken om hun eigen gasconsumptie
voor de winter veilig te stellen?
De leden van de VVD-fractie vinden het vreemd dat andere landen zonder gasopslagen
maar voor 15 procent verplichtingen hoeven aan te gaan terwijl Nederland haar gasopslagen
tot 80 procent moet vullen. Kan de Minister aangeven hoe de Commissie tot de som van
15 procent en 80 procent is gekomen? Hoeveel procent van de Europese gasopslagen worden
dan gevuld door landen zonder gasopslagen?
De leden van de VVD-fractie vinden het belangrijk dat de kosten van deze verordening
niet disproportioneel terechtkomen bij een land met grote gasopslagen, zoals Nederland.
Dat betekent dus dat Europese landen meebetalen voor het vullen van de aanwezige gasopslagen
in Nederland en andere landen met grote gasopslagen. Kan de Minister aangeven wat
de logica achter het standpunt van het kabinet is dat landen zonder gasopslagen tot
20 procent van hun eigen gasconsumptie in buitenlandse gasopslagen moeten contracteren
in relatie tot onze 80 procent vulplicht? Zijn er gesprekken met andere landen over
het gebruik van onze gasopslagen? Zijn er in geval van nood mechanismen om te zorgen
dat wij het gas ook gebruiken?
De leden van de VVD-fractie vindt het vreemd dat het kabinet tegen het voorstel voor
strenge tussendoelen is. In de huidige situatie vinden deze leden het van belang dat
we zo snel mogelijk onze gasopslagen vullen, ook in lijn met de praktijk in Duitsland.
Is het kabinet bereid haar standpunt hierop te herzien, gezien de actuele kans op
afsluiting van gas vanuit Rusland en de lege voorraden van vorig jaar toen de gasopslagen
nagenoeg leeg waren?
De leden van de VVD-fractie vinden het voor de komende winter van belang dat de gasopslagen
proactief gevuld worden en dat, als het sneller kan dan nu, het sneller moet. Welke
mogelijkheden ziet de Minister om de gasopslagen sneller te vullen en welke extra
kosten zouden daarmee gemoeid kunnen zijn? Deze leden vindt dat niet-beschermde afnemers
die profiteren van de gevulde gasopslagen, ook zouden moeten meebetalen aan het vullen
hiervan. Welke manieren onderzoekt het kabinet om te zorgen dat dit ook daadwerkelijk
gebeurt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van het onderliggende
fiche. Deze leden hebben nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie zijn verheugd dat er ook op Europees niveau strategisch
wordt nagedacht over leveringszekerheid en de vulling van de Europese gasopslagen.
Deze leden hechten veel waarde aan onderlinge solidariteit tussen de lidstaten, juist
ook op een moment als dit. Kan de Minister aangeven hoe hij deze solidariteit gaat
vertalen in zijn positionering in de Europese Unie?
De leden van de D66-fractie lezen in het fiche over een aantal lidstaten dat van mening
zou zijn dat terminals voor liquefied natural gas (lng) ook (deels) zouden moeten
worden gekwalificeerd als een gasopslag. Wat zouden de gevolgen hiervan zijn voor
Nederland, ook gezien de extra lng-capaciteit waar nu aan gewerkt wordt? Wat is hierin
de positie van Nederland?
De leden van de D66-fractie constateren dat de voorgestelde kostenverdeling en de
positie daarin van Nederland uiteenlopen. Gezien de huidige gasprijzen en de centrale
rol die Nederland speelt binnen de Europese gasopslag kan dit grote financiële consequenties
hebben. Kan de Minister aangeven wat de (financiële) gevolgen zouden zijn van de uiteenlopende
voorstellen voor kostenverdeling die in het fiche worden genoemd?
De leden van de D66-fractie constateren dat de positie van het kabinet over de maximale
neerwaartse afwijking van het beoogde vultraject afwijkt van het voorstel in de verordening.
Wat zouden de (financiële) consequenties zijn als in de verordening wordt vastgehouden
aan de maximale negatieve afwijking van twee procent ten opzichte van het beoogde
vultraject? Hoe verhouden de verordening en het fiche zich ten opzichte van het Norg-akkoord?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het onderhavige fiche. Zij constateren
dat op 19 mei 2022 een (voorlopig) akkoord is bereikt over het voorstel voor een verordening
betreffende gasopslag. Deze leden zien het, gezien de wens om de import van Russisch
gas zo snel mogelijk af te bouwen, als een goed signaal dat er op zo’n korte termijn
in Europa overeenstemming is bereikt over het vullen van de gasopslagen. Wel hebben
zij nog enkele vragen voor de Minister.
De leden van de CDA-fractie constateren dat het vuldoel voor dit jaar op 80 procent
wordt gesteld en voor latere jaren op 90 procent. Deze leden vragen de Minister te
verduidelijken hoe groot de afhankelijkheid van Russisch gas momenteel is voor behalen
van het vuldoel voor dit jaar, zowel in Nederland als in Europa in zijn geheel. Welke
percentage aan Russisch gas is nodig om de gasopslagen in Nederland en in de rest
van Europa voldoende te vullen? Kan de Minister daarbij tevens aangeven wat de gevolgen
voor het bereiken van de vuldoelen zouden zijn als de levering van gas uit Rusland
per direct zou worden stopgezet?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister in het fiche aangeeft dat er
voor de eerstkomende jaren andere aanvoerbronnen gevonden moeten worden en dat er
daartoe mogelijk afspraken met andere landen die lng gebruiken en met lng-producenten
nodig zijn. Zij vragen de Minister om verder in te gaan op de noodzaak voor dergelijke
afspraken. Kan de Minister een overzicht geven van bestaande en mogelijke toekomstige
afspraken met zowel producenten van lng als andere landen die lng gebruiken? In hoeverre
tellen deze (toekomstige) afspraken voor extra aanvoer samen met de reeds bestaande
bronnen van gas op tot een voldoende hoeveelheid om ook in de komende jaren het vuldoel
voor de gasopslagen te halen, zonder dat daarvoor Russisch gas nodig is?
De leden van de CDA-fractie zijn het met de Minister eens dat de certificeringsprocedure
een essentieel onderdeel van het voorstel is. Deze leden vragen de Minister hoe de
certificeringsprocedure voor opslagbeheerders volgens het voorstel waarover overeenstemming
is bereikt verder zal worden uitgewerkt. Zij merken daarbij op dat de inzet van de
regering er terecht op gericht was om de certificeringsprocedure verder uit te werken
in de verordening zelf in plaats van met een gedelegeerde handeling van de Commissie.
Kan de Minister schetsen hoe de verdere uitwerking van de certificeringsprocedure
eruit zal zien, welke rol de lidstaten daarbij zullen spelen, en wat de Nederlandse
inzet is? Deze leden vragen de Minister om hierbij tevens verder in te gaan op de
in het fiche genoemde mogelijke financiële gevolgen bij de certificering van de opslagbeheerder
van Bergermeer en de mogelijke negatieve gevolgen voor de leveringszekerheid.
De leden van de CDA-fractie constateren dat het oorspronkelijke voorstel een bepaling
bevatte die de zowel Commissie in staat stelde om zowel het vuldoel als het vultraject
voor een of meer lidstaten te wijzigen middels een gedelegeerde handeling. Deze leden
zetten net als de regering vraagtekens bij deze bepaling. Zij vragen de Minister om
aan te geven of de mogelijkheid voor de Commissie om het vuldoel en vultraject voor
lidstaten met een gedelegeerde handeling te wijziging nog onderdeel was van het voorstel
waarover op 19 mei 2022 een voorlopig akkoord is bereikt. Indien dat nog wel het geval
is vragen deze leden de Minister om uit te leggen waarom hij daar uiteindelijk wel
mee akkoord is gegaan.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het onderliggende fiche. Deze
leden zijn positief over het feit dat de Europese Commissie en het kabinet bereid
zijn in te grijpen in de markt. Deze leden zijn immers altijd al van mening dat energievoorziening
te cruciaal is om over te laten aan de markt. In dat licht zien zij nog wel andere
mogelijkheden voor het verkrijgen van zeggenschap over de energievoorziening. Hoe
kijkt de Minister bijvoorbeeld aan tegen de suggestie om gasopslagen te nationaliseren
en de privatisering van onze energievoorziening terug te draaien? Deelt de Minister
de mening dat op die manier we zowel onze afhankelijkheid van Rusland kunnen verkleinen
als een slag kunnen slaan voor het klimaat? Wat vindt de Minister bijvoorbeeld van
het Duitse besluit om de Duitse dochters van Gazprom onder curatele te stellen?
De leden van de SP-fractie lezen dat het kabinet wil dat lidstaten van de Europese
Unie samenwerken bij het vullen van de gasvoorraad. Kan de Minister toelichten hoe
het kabinet dit voor zich zou zien en wie daarbij welke verantwoordelijkheid draagt?
De leden van de SP-fractie vinden het goed dat er op Europees niveau wordt samengewerkt
om de leveringszekerheid te borgen, maar zij zijn geen voorstander van een Europese
gasmarkt onder regie van de Europese Commissie. Hoe staat het kabinet daarin?
De leden van de SP-fractie vragen hoe de verplichting tot vulling van gasopslagen
juridisch ingebed wordt en of dit op tijd voor de volgende winter geregeld kan worden.
Kan het kabinet voorts garanderen dat de gaskraan in Groningen niet verder open gaat?
Kan het kabinet eveneens garanderen dat de productie van kolencentrales niet opgehoogd
wordt?
De leden van de SP-fractie vragen welke andere opties het kabinet overweegt om de
leveringszekerheid te borgen en in hoeverre het kabinet overweegt om deze maatregelen
alsnog te nemen in aanvulling op de verplichte vullingsgraad?
De leden van de SP-fractie vragen hoe het op dit moment staat met de vulgraden van
de gasopslagen en wat de prognose is voor de komende winter, afgaande op de huidige
stand van zaken?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie accepteren dat er een bepaalde gasvoorraad nodig
is gezien de zorgwekkende energiecrisis maar zijn bezorgd over een mogelijke lock-in
die wordt veroorzaakt door deze verplichtingen rondom gasopslag. Hoe wordt deze lock-in
voorkomen? Is dit ook binnen Europees verband besproken? Zijn hierover afspraken gemaakt?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het zeer onwenselijk dat er maar liefst
623 miljoen euro wordt besteed aan het vullen van de gasopslag in Bergermeer. In de
brief over de onafhankelijkheid van Russische olie, kolen en gas met behoud leveringszekerheid
(Kamerstuk 29 023, nr. 302) schrijft de Minister dat er ook alternatieve maatregelen zijn onderzocht anders
dan subsidiëring, waaronder het opleggen van een vulverplichting. Deze maatregelen
zouden riskant en niet voldoende kansrijk zijn. Kan dit nader worden uitgelegd? Waarom
is er het risico dat deze alternatieven niet het gewenste effect sorteren? Is het
juridisch mogelijk om een vulverplichting op te leggen? Hoe wordt dit in andere lidstaten
gedaan? Wordt er in andere lidstaten wel met een verplichting zonder subsidie gewerkt
en, zo ja, kan dit ook in Nederland worden geïmplementeerd? Kunnen deze kosten niet
worden verhaald op bedrijven die juist dankzij deze energiecrisis enorme winsten maken?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen met welk gas de gasvoorraden worden gevuld.
Is dit Russisch gas of gas afkomstig uit andere landen? Hoe wil het kabinet voorkomen
dat we de gasvoorraden met Russisch gas vullen? Hoe voorkomt het kabinet dat Gazprom
juist wordt gesubsidieerd?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat energiebesparing de allerhoogste
prioriteit heeft. Is hier in het kader van dit voorstel ook op ingezet? Is er bijvoorbeeld
een mogelijkheid om van lidstaten met weinig opslagcapaciteit te eisen dat ze dit
compenseren door meer aan energiebesparing doen?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige
fiche.
Het lid van de BBB-fractie is blij dat de Commissie wil voorkomen dat de situatie
die zich vorig jaar voordeed, waarbij de opslagen in de Europese Unie voor een groot
deel maar matig waren gevuld, zich herhaalt. Kan de Minister aangeven of het hem en
de Commissie duidelijk is waarom deze strategische taak niet correct is uitgevoerd
en of hiervan een evaluatieverslag beschikbaar is? Zo, ja wil de Minister deze aan
de Kamer toezenden? De Minister geeft aan dat het voorstel voor dit jaar een vuldoel
van 80 procent is en voor latere jaren een vuldoel van 90 procent. Het lid van de
BBB-fractie vraagt de Minister aan te geven welke argumenten er zijn om dit niet per
direct op 100 procent te zetten.
Het lid van de BBB-fractie deelt de mening van de Minister dat de vulverplichting
voor alle landen zou moeten gelden en een goede afspiegeling moet zijn van hun jaarlijkse
gasconsumptie en dat de kosten hiervan evenredig over de lidstaten verdeeld moeten
worden.
Het lid van de BBB-fractie vraagt de Minister verder wat hij gaat doen aan de «open»
leidingen naar bijvoorbeeld Duitsland waarbij volgens eerder ontvangen antwoorden
de ontvanger bepaalt hoeveel gas geleverd gaat worden?
II Antwoord / Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. (Agnes) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
R.D. Reinders, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.