Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op op vragen van de leden Van Raan en Teunissen over exportsteun uit Nederlands Belastinggeld voor een omstreden project op de Filipijnen (deel 2)
Vragen van de leden Van Raan en Teunissen (beiden PvdD) aan de Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over exportsteun uit Nederlands belastinggeld voor een omstreden project op de Filipijnen (deel 2) (ingezonden 15 maart 2022).
Antwoord van StaatssecretarisVan Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst)
            (ontvangen 24 mei 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr.
            2136.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Nederlandse «Maasvlakte» in de baai van Manilla staat
               haaks op bescherming natuur»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Herinnert u zich de antwoorden op de schriftelijke vragen van 27 augustus 2021 over
               exportsteun uit Nederlands belastinggeld voor een omstreden project op de Filipijnen?2
Antwoord 2
            
Ja.
Vraag 3
            
Hoe ziet u het New Manilla International Airport project (NMIA) in het kader van beleidscoherentie
               met duurzame ontwikkeling, bijvoorbeeld als het gaat om Strategic Development Goal
               (SDG) 17.14 «Beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling versterken»?
            
Antwoord 3
            
Het project NMIA betreft de ontwikkeling, bouw en exploitatie van een nieuw vliegveld
               en bijgelegen economische zaken nabij de Filipijnse hoofdstad Manilla. Het project
               draagt bij aan het vergroten van de bereikbaarheid van de regio rond Manilla en de
               Filipijnen als geheel. De verwachting is dat het project bijdraagt aan de werkgelegenheid
               en economie in de Filipijnen. Daarmee draagt het project bij aan SDG 8 (eerlijk werk
               en economische groei) en SDG 9 (industrie, innovatie en infrastructuur). Het project
               is zorgvuldig getoetst aan de relevante nationale wet- en regelgeving en internationale
               beleidskaders op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarmee is
               invulling gegeven aan SDG 17.14, die toeziet op de versterking van beleidscoherentie
               voor duurzame ontwikkeling.
            
Vraag 4
            
Kunt u hierbij ingaan op de door Deltares met financiële steun door de Nederlandse
               overheid ontwikkelde Manilla Bay Sustainable Development Masterplan (MBSDMP), waaruit
               blijkt dat de omgeving Bulacan aanmerkt als «strict protection zone» en de ontwikkeling
               in het desbetreffende gebied ontraadt vanwege het negatieve effect op biodiversiteit,
               overstromingsgevaar en bodemdaling?
            
Antwoord 4
            
Het MBSDMP is een advies aan de overheid van de Filipijnen. Het is een plan voor de
               duurzame ontwikkeling van de baai van Manilla. De ontwikkeling van de luchthaven maakt
               formeel geen onderdeel uit van het masterplan. In het masterplan worden desalniettemin
               een aantal aanbevelingen gedaan gericht op mitigatie, preventie en compensatie van
               nadelige effecten in de baai van Manilla nu de Filipijnse overheid heeft besloten
               op deze locatie een vliegveld te realiseren.
            
Vraag 5
            
Vallen de huidige werkzaamheden van Boskalis in het gebied onder de exportkredietverzekering
               (ekv)-aanvraag en de bijbehorende MVO-beoordeling? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Ja, tot het moment van afgifte van de ekv-polis waren de werkzaamheden echter voor
               eigen risico van Boskalis.
            
Vraag 6
            
Hoe waardeert u de betrokkenheid van Boskalis als aannemer van San Miguel Corporation
               (SMC), een bedrijf dat een geschiedenis heeft van negatieve impact op mens en milieu?3
Antwoord 6
            
De staat beslist niet over de buitenlandse samenwerkingspartners van Nederlandse bedrijven.
               Voor afgifte van de ekv heeft echter een reputatiebeoordeling van betrokken partijen
               plaatsgevonden, waaronder het moederbedrijf van de hoofdaannemer, San Miguel Corporation
               (SMC). Hieruit is niet gebleken dat SMC een onaanvaardbare reputatie heeft.
            
Vraag 7
            
Waarom is de Commissie Milieu Effect Rapportage (MER) die onafhankelijk adviseert
               over milieueffectrapportages en die nauw bij het MBSDMP betrokken is geweest, niet
               benaderd voor een onafhankelijke beoordeling van de Environmental and Social Impact
               Assessment (ESIA) van het NMIA project?
            
Antwoord 7
            
Atradius DSB toetst de ESIA als onderdeel van het mvo-beleid van de ekv. De internationale
               groep financiers van dit project heeft een onafhankelijke consultant ingeschakeld
               die ondersteunt bij de beoordeling van de ESIA en het Environmental Social Action
               Plan (ESAP). Daarmee is voorzien in een uitgebreide en onafhankelijke beoordeling
               van de ESIA en acht ik de inschakeling van een tweede onafhankelijke beoordelaar niet
               nodig.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid om Atradius DSB alsnog de opdracht te geven om de Commissie MER te betrekken?
               Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
Zie het antwoord op vraag 7.
Vraag 9
            
Hoe vallen de activiteiten van Boskalis in de baai van Manilla en de mogelijke steun
               vanuit de ekv te rijmen met de Nederlandse ambities ten aanzien van klimaatadaptatie
               zoals onder andere is beschreven in de Nederlands Internationaal Waterambitie (NIWA)?
            
Antwoord 9
            
De Nederlandse baggersector staat internationaal goed aangeschreven op basis van hun
               kennis en expertise in waterbouw, kustbescherming en landaanwinning. Deze kennis en
               expertise worden in onderhavig project door Boskalis toegepast bij het uitbaggeren
               van rivieren rond de geplande luchthaven, om het water de ruimte te geven en de kans
               op overstromingen te verkleinen. Dit draagt bij aan de doelstellingen van de NIWA
               waarin de Nederlandse overheid en watersector de krachten verenigen om de waterzekerheid
               en waterveiligheid van mens, plant en dier wereldwijd te vergroten en tegelijkertijd
               het Nederlandse verdienvermogen te optimaliseren.
            
Vraag 10
            
Bent u bekend met de 2018 studie van Wetlands International en IUCN die de omgeving
               van het NMIA-project in Bulacan aanmerkt als een «internationally important waterbird
               site» en het recent verschenen Birdlife magazine waar het gevaar van het NMIA voor
               vogelhabitaten en wetlands in de baai van Manilla wordt beschreven? Hoe ziet u het
               NMIA-project in het licht van deze studies?
            
Antwoord 10
            
Het rapport van de International Union for Conservation of Nature (IUCN) benadrukt
               de aanwezigheid van internationaal belangrijke locaties voor watervogels in het projectgebied
               van NMIA. De projecteigenaar heeft een aantal mitigerende en compenserende maatregelen
               genomen om de impact van het project op de biodiversiteit te vermijden en te compenseren.
               Deze maatregelen omvatten het toekennen van 480 hectare grond als tijdelijk gebied
               om de vogels tijdens de landaanwinning te laten foerageren en het ontwikkelen van
               een permanent gebied waar vogels zich duurzaam kunnen vestigen.
            
Vraag 11
            
Herinnert u zich het antwoord op vraag 5 uit onze schriftelijke vragen over exportsteun
               uit Nederlands belastinggeld voor een omstreden project op de Filipijnen: «Op dit
               moment kan ik niet bevestigen of de aantijgingen van gedwongen verhuizingen en van
               vernietiging van mangroven kloppen.»? Kunt u dit inmiddels wel bevestigen? Zo ja,
               wat betekent dit voor de ekv? Zo nee, hoe kan het dat dit wel bekend is bij de coalitie
               van Filipijnse en Nederlandse maatschappelijke organisaties en wetenschappers, maar
               niet bij het kabinet en Atradius DSB, zoals ook weer bevestigd in het artikel «Nederlandse
               «Maasvlakte» in de baai van Manilla staat haaks op bescherming natuur»?
            
Antwoord 11
            
Ja, dat kan ik inmiddels bevestigen. Bij grote landaanwinningsprojecten vinden er
               in sommige gevallen negatieve milieu en sociale effecten plaats, waaronder het verdwijnen
               van mangroven en gedwongen herhuisvestingen. Voor de ekv betekent dit concreet dat
               de Staat, conform het mvo-beleid voor de ekv, alleen als verzekeraar kan optreden
               indien deze negatieve effecten volgens de internationale standaarden gemitigeerd en
               zo nodig gecompenseerd worden. Dat is in onderhavig project het geval.
            
Vraag 12
            
Klopt het dat er geen milieueffectrapportage is gemaakt voor de bouw van het vliegveld
               en dat de effecten van het nieuwe vliegveld op onder andere vogeltrekroutes en bodemdaling
               daardoor onbekend zijn? Zo ja, bent u het ermee eens dat het uitvoeren van een dergelijke
               effectrapportage noodzakelijk is om een zorgvuldige afweging te kunnen maken met betrekking
               tot de effecten van het project op mens en natuur?
            
Antwoord 12
            
Nee, dat klopt niet. Er zijn meerdere milieu en sociale effectrapportages (ESIA’s)
               gemaakt. De eerste is volgens de Filipijnse wet- en regelgeving opgesteld. Daarna
               hebben Atradius DSB en de betrokken banken het project verzocht om nog een ESIA volgens
               internationale standaarden op te stellen. Dat document is eind 2021 op de websites
               van Atradius DSB en de Filipijnse projecteigenaar gepubliceerd. Ook zijn er nog deel-ESIA’s
               uitgevoerd voor specifieke projectonderdelen zoals de aanleg van een toegangskanaal
               en de zandwinning. Voor toekomstige fasen van het project zullen verdere deel-ESIAs
               opgesteld worden.
            
Vraag 13
            
Bent u van mening dat er alles aan gedaan wordt om de effecten van deze mogelijke
               ekv op mens, dier, natuur en milieu in kaart te brengen?
            
Antwoord 13
            
Ik ben van mening dat de IMVO-beoordeling en toetsing aan de IMVO-standaarden voor
               de ekv zorgvuldig heeft plaatsgevonden. Indien dat niet het geval was zou ik geen
               ekv verstrekt hebben.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.