Schriftelijke vragen : De mogelijke bouw van huizen ten kosten van waardevolle natuur op Bonaire
Vragen van de leden Van Raan, Van Esch en Vestering (allen PvdD) aan de Ministers van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, van Infrastructuur en Waterstaat en voor Natuur en Stikstof over de mogelijke bouw van huizen ten kosten van waardevolle natuur op Bonaire (ingezonden 19 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het gebied Plantage Bolivia, dat 10% van Bonaire beslaat, het grootste
zeldzame tropisch droogbos van de Antillen herbergt (3.000 hectare) en als enige natuurcorridor
van het eiland fungeert?
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat natuur en milieu bovenlokaal belang vertegenwoordigen?
Vraag 3
Deelt u onze mening dat het uw verantwoordelijkheid is om erop toe te zien dat bij
het opstellen van het ruimtelijk ontwikkelingsplan voldoende natuur – en recreatieruimte
worden veiliggesteld in overeenstemming met de toekomstige woonbehoefte? Zo ja, kunt
u aangeven hoe u dit gaat bewerkstelligen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat Bonaire Properties NV voornemens is de komende decennia bijna
2.000 woningen en de daarvoor benodigde infrastructuur wil bouwen in het kwetsbare
natuurgebied Plantage Bolivia? Zo ja, wat is uw oordeel over dit voornemen?
Vraag 5
Bent u bereid om in overleg met het Openbaar Lichaam Bonaire te voorkomen dat er schade
wordt toegebracht aan de natuur in het gebied Plantage Bolivia, dan wel dat er natuur
wordt verloren?
Vraag 6
Deelt u de mening dat bouwen op de locaties, zoals voorgeschreven in het ruimtelijke
ontwikkelingsplan, de voorkeur heeft daar waar de infrastructuur aanwezig is en dit
de minste impact heeft op de natuur? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Bent u bereid, indien noodzakelijk, van uw wettelijke bevoegdheid gebruik te maken
om een aanwijzing (met voorschriften) te geven inzake de inhoud van het vast te stellen
ruimtelijk ontwikkelingsplan? Zo ja, hoe zouden de voorschriften omtrent de inhoud
van het ruimtelijk ontwikkelingsplan eruit kunnen zien zodanig dat Plantage Bolivia
beschermd wordt? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Is het u bekend dat wetenschappelijke onderzoeksrapporten stellen dat Plantage Bonaire
onvervangbaar is en dat het moet worden beschermd? Zo ja, deelt u de mening dat dit
gebied, gezien haar ecologische en culturele waarde, in het ruimtelijke ontwikkelingsplan
de bestemming natuur zou moeten krijgen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Bent u ermee bekend dat het Openbaar Lichaam Bonaire op 26 januari 2022 een intentieovereenkomst
met Bonaire Properties NV heeft gesloten over de ontwikkeling van plantage Bolivia?
Kunt u de intentieovereenkomst delen met de Kamer?
Vraag 10
Kunt u aangeven hoe het proces en de tijdslijn na de intentieovereenkomst eruit ziet?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Is er al een projectplan ingediend en/of is er al duidelijkheid over mogelijke vergunningen,
zoals bijvoorbeeld een kapvergunning voor (een deel van) het tropisch droogbos? Zo
ja, kunt u dit met de Kamer delen?
Vraag 12
Wat zullen de gevolgen zijn van de bouw van 2.000 woningen op de natuurwaarden en
-functie van de corridor, en hoe is dit meegenomen in de intentieovereenkomst?
Vraag 13
Klopt het dat Plantage Bolivia onderdeel is van Washikemba-Fontein-Onima, dat aangewezen
is als een IBA (Important Bird Area), maar niet als zodanig wordt beschermd? Zo ja,
waarom wordt dit gebied niet beschermd? Bent u bereid deze bescherming alsnog op korte
termijn te realiseren?
Vraag 14
Bent u het ermee eens dat mogelijke bouwplannen op Plantage Bolivia de aangrenzende
kustlijn, bestaande uit vijftien kilometer koraal, zal aantasten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 15
Kunt u aangeven wat het specifieke beschermingsregime is voor de aanwezige grotten
met rotstekeningen, gemaakt door de Caiquetío rond 1.000 v.Chr.? Is woningbouw daar
toegestaan?
Vraag 16
Bent u ermee bekend dat er aanwijzingen zijn dat er meer archeologisch erfgoed te
vinden is op Plantage Bolivia? Zo ja, deelt u de mening dat mede in het kader van
het Verdrag van Malta er onderzoek naar gedaan moet worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 17
Wie waren de originele bewoners van het gebied, voordat Plantage Bolivia na afschaffing
van de slavernij in privé handen kwam?
Vraag 18
Is er nog getracht om de rechten van de originele bewoners te onderzoeken en herstellen,
en om schadevergoeding te betalen zoals bijvoorbeeld Nieuw-Zeeland in de jaren «80
heeft gedaan?
Vraag 19
Vindt u dat het gerechtvaardigd is dat in deze tijd één eigenaar zo’n groot deel van
een (ei)land in handen heeft? Zo ja, waarom wel? Zo nee, waarom niet?
Vraag 20
Bent u ermee bekend dat het de bestemming van Plantage Bolivia is om het open landschap,
de landschappelijke – en natuurwaarden te behouden, conform het sinds 2010 vigerende
bestemmingsplan, en dat er geen (woning)bouwactiviteiten zijn toegestaan? Zo ja, hoe
gaat u dit waarborgen?
Vraag 21
Deelt u de mening dat de eigenaar ten tijde van de aankoop geacht kan worden bekend
te zijn geweest met de bestemming van Plantage Bolivia? Zo ja, deelt u de mening dat
de eigenaar er niet vanuit kan gaan dat de bestemming zomaar gewijzigd zal worden
in «wonen» ten koste van «open landschap»?
Vraag 22
Deelt u de mening dat het belangrijk is een goed ruimtelijk plan en procedurele zaken
helder te hebben voordat invulling wordt gegeven aan projecten? Zo ja, hoe gaat u
daar invulling aangeven? Zo nee, waarom niet gezien de recente voorbeelden Ocean Oasis
en Chogogo?
Vraag 23
Deelt u de mening dat, mede gelet op het feit dat er in het (concept) ruimtelijk ontwikkelingsplan
voldoende woningbouwlocaties zijn aangewezen om huizen te bouwen en daarmee te kunnen
voorzien in de woningbehoefte rekening houdend met de bevolkingsgroei tot 2050, er
niet één huis gebouwd hoeft te worden op Plantage Bolivia? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, hoe gaat u voorkomen dat er gebouwd zal worden op Plantage Bolivia?
Vraag 24
Kunt u gezien de urgentie van de bouwplannen deze vragen zo spoedig mogelijk en ten
minste binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Indiener
L. van Raan, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
L. Vestering, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
E.M. van Esch, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.