Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over de criminaliteit en geweldsdelicten door asielzoekers in Budel
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de criminaliteit en geweldsdelicten door asielzoekers in Budel (ingezonden 1 maart 2022).
Antwoord van StaatssecretarisVan der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 mei
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2169.
Vraag 1, 2, 3, 5, 6 en 7
Houdt het feit dat u in antwoord op mijn Kamervragen van 27 januari1 niet ingaat op verblijfsrechtelijke sancties in dat geen van de 58 asielzoekers die
de afgelopen drie maanden zijn veroordeeld daar verblijfsrechtelijke consequenties
van heeft ondervonden?
Houdt dit in dat bij geen van de betrokkenen de verblijfsvergunning is afgewezen of
ingetrokken? Zo ja, waarom niet? Zo nee, bij hoeveel personen dan wel?
Houdt dit tevens in dat geen van de betrokkenen conform het Vreemdelingen in de Strafrechtketen
(VRIS)-protocol is overgedragen aan de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTV)? Zo ja, waarom
niet? Zo nee, hoeveel personen dan wel en in hoeveel gevallen is er ook daadwerkelijk
sprake geweest van aantoonbaar vertrek?
Hoeveel vonnissen zijn er in heel 2021 gewezen in zaken die betrekking hebben op verdachten
die in het AZC in Budel verbleven? Om hoeveel veroordelingen ging het?
Bij hoeveel van deze betrokkenen is de verblijfsvergunning afgewezen of ingetrokken?
Hoeveel van deze betrokkenen zijn conform het VRIS-protocol overgedragen aan de DTV?
Hoeveel van hen zijn aantoonbaar vertrokken?
Antwoord 1, 2, 3, 5, 6 en 7
Het is gebruikelijk dat door de lokale overheid wordt gerapporteerd over de lokale
situatie. In het duidingsonderzoek van het WODC over de incidentenregistratie over
2019, dat ik onlangs naar uw Kamer zond2, zijn ook cijfers opgenomen over onder andere de gemeente Cranendonck. Ik heb het
WODC gevraagd om dit jaar een nieuw duidingsonderzoek uit te laten voeren. Daarnaast
geldt dat deze gegevens niet standaard worden bijgehouden in de geautomatiseerde systemen.
Om antwoord te kunnen geven op deze vragen zullen derhalve handmatig de dossiers bij
de verschillende ketenpartners moeten worden doorgenomen en vervolgens meerdere bestandsvergelijkingen
moeten worden gemaakt om te beoordeelden of er sprake is geweest van personen die
in de opvanglocatie Budel-Cranendonck verbleven, verdachten waren, veroordeeld zijn,
van wie vergunningen zijn ingetrokken en of vanuit de strafrechtketen zijn overgedragen
aan de DT&V. Gelet op de grote hoeveelheid werk die dit met zich meebrengt wil ik
u graag verwijzen naar de hiervoor genoemde duidingsonderzoeken.
Vraag 4
Hoeveel COA-sancties zijn er in heel 2021 opgelegd aan personen die in het AZC in
Budel verbleven?
Antwoord 4
In 2021 zijn er in totaal ca. 360 maatregelen opgelegd aan personen in de opvanglocatie
Budel-Cranendonck. Hierbij valt onder meer te denken aan 40 personen die naar een
zogeheten Handhavings- en Toezichtlocatie (htl) zijn overgeplaatst en 30 gevallen
waarbij van iemand 8 weken zakgeld is ingehouden.
Vraag 8, 9 en 10
Hoeveel personen die op enig moment in 2021 in een Nederlandse COA-locatie verbleven
zijn veroordeeld door de (politie)rechter? Hoeveel van hen waren veiligelanders?
Bij hoeveel van deze personen is de verblijfsvergunning afgewezen of ingetrokken?
Hoeveel van hen waren veiligelanders?
Hoeveel van deze personen zijn conform het VRIS-protocol overgedragen aan de DT&V
en hoeveel van hen zijn aantoonbaar vertrokken? Hoeveel van hen waren veiligelanders?
Antwoord 8, 9 en 10
Voor het zomerreces zal het WODC het Incidentenoverzicht 2021 publiceren waar informatie
van het COA, de Politie, het Openbaar Ministerie en de Raad voor de Rechtspraak verzameld
wordt. Tot die tijd verwijs ik naar de incidentenoverzichten over 2019 en 2020.
De Staat van Migratie 2021 zal informatie bevatten over het aantal ingetrokken en
afgewezen verblijfsvergunningen in het jaar 2021. Dit zal gaan over alle ingetrokken en afgewezen verblijfsvergunningen en niet enkel over personen die in
dat jaar in de COA-opvang gezeten hebben.
Het is niet mogelijk om specifiek over deze groep vreemdelingen te zeggen hoeveel
er ingevolge het VRIS protocol aantoonbaar vertrokken zijn. Wel kan er in algemene
zin gezegd worden dat er in 2021 ongeveer 1.040 criminele vreemdelingen zijn vertrokken
tijdens of aansluitend aan hun gevangenisstraf. Hiervan heeft 71 procent Nederland
onder toezicht van de overheid verlaten. Het kan daarbij gaan om vreemdelingen die
zelfstandig zijn vertrokken, of Nederland gedwongen hebben verlaten. Het aandeel vreemdelingen
dat op eigen gelegenheid is vertrokken bedraagt 29 procent.
Vraag 11
Deelt u de mening dat asielzoekers die een misdrijf begaan standaard in vreemdelingendetentie
moeten worden geplaatst en uitgezet moeten worden, ook indien sprake is van straffen
lager dan respectievelijk zes en tien maanden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat u
zich inspannen om de belemmerende regelgeving hieromtrent weg te nemen?
Antwoord 11
Nee. Vreemdelingrechtelijke detentie vindt plaats op vreemdelingrechtelijke gronden.
Het is wettelijk niet mogelijk om vreemdelingenrechtelijke detentie toe te passen
om de «enkele» reden dat er sprake is van een gepleegd misdrijf. Daarvoor is het strafrecht
bedoeld. Sinds 2015 zijn meerdere beleidsaanscherpingen ingezet ten aanzien van het
intrekken van verblijfsvergunningen asiel op grond van openbare orde.3 Zoals eerder door mijn voorganger aangekondigd, wordt momenteel onderzocht of er
aanleiding is om binnen het internationale juridische kader een verdere aanscherping
door te voeren.4
Vraag 12 en 14
Hoe beoordeelt u het feit dat het percentage ingewilligde asielverzoeken door Algerijnen
sinds het schrappen van Algerije van de lijst van veilige herkomstlanden nog altijd
nagenoeg nul procent is?
Erkent u dat dit onveranderd lage inwilligingspercentage erop duidt dat de thuissituatie
van Algerijnse asielzoekers in de praktijk nog altijd als veilig wordt beoordeeld?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, erkent u dat de basis onder het besluit om Algerije van
de lijst van veilige herkomstlanden te schrappen hiermee is komen te vallen? Hoe gaat
u hierop acteren?
Antwoord 12 en 14
In mijn reactie op vraag 8 van de Kamervragen die op 27 januari 2022 door het lid
Eerdmans (JA21)5 zijn gesteld heb ik aangegeven dat de beoordeling ten aanzien van veilig land van
herkomst is gebaseerd op de actuele landeninformatie over Algerije en de criteria
uit de Procedurerichtlijn.6 Deze criteria hebben betrekking op de actuele situatie in het land van herkomst.
Die criteria zeggen niets over welke personen met welke beschermingsvraag in Nederland
asielaanvragen. Het is goed mogelijk dat de samenstelling van de aanvragers uit een
als veilig aangemerkt land van herkomst ervoor zorgt dat het percentage inwilligingen
alsnog relatief hoog is, terwijl andersom ook het percentage inwilligingen uit een
«niet-veilig» land relatief laag kan zijn. In hoeverre de kans op asiel groot of klein
is, hangt sterk af van de persoonlijke omstandigheden van de asielzoeker.
Vraag 13
Deelt u de conclusie dat het onverteerbaar is dat Algerijnen, die vorig jaar blijkens
het Incidentenoverzicht van het ministerie tot de meest criminele groepen asielzoekers
behoorden, desondanks niet meer in de spoor 2-procedure belanden en geen enkele beperking
meer opgelegd krijgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 13
Het feit dat Algerije niet is aangemerkt als veilig land van herkomst heeft inderdaad
tot het gevolg dat hun asielaanvraag niet meer in spoor 2 wordt afgedaan. Dit betekent
echter niet dat asielaanvragen van personen van Algerijnse afkomst niet met voorrang
worden afgedaan door de IND. Mede vanwege het feit dat relatief veel Algerijnse asielzoekers
betrokken zijn bij het veroorzaken van overlast en crimineel gedrag pakt de IND deze
aanvragen met voorrang op. Overigens geldt voor het merendeel van de asielaanvragen
van Algerijnse asielzoekers dat het gaat om asielzoekers met een Dublinclaim die in
spoor 1 worden afgedaan.
Vraag 15
Bent u ermee bekend dat een meerderheid van de gemeenteraad in Cranendonck het AZC
in Budel wil sluiten, maar hierbij stuit op juridische belemmeringen?7
Antwoord 15
Ik ben er mee bekend dat de vorige gemeenteraad in Cranendonck heeft aangegeven de
opvanglocatie in de huidige vorm te willen beëindigen en niet mee te werken aan de
huidige plannen. Hiermee wil de vorige gemeenteraad afwijken van de tussen de gemeente
en het COA gemaakte overeenkomst.
Vraag 16 en 17
Waarom concludeert u desondanks dat het «een gezamenlijke wens» is om het AZC niet
te sluiten, zoals u in antwoord op mijn eerdere Kamervragen aangeeft?
Bent u bereid écht voor de Budelnaren in de bres te springen door de gemeente Cranendonck
te helpen onder het COA-contract uit te komen en het AZC te sluiten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 16 en 17
Tijdens het gesprek dat ik op 2 februari jl. heb gevoerd met de burgemeester, de commissaris
van de Koning van Noord-Brabant en het COA is de gezamenlijke wens uitgesproken om
de opvanglocatie in Cranendonck te behouden. Daarbij is gesproken over oplossingen
op het gebied van veiligheid waarmee de rust in de opvanglocatie en de gemeente Cranendonck
zou moeten terugkeren. Dit is volgens alle betrokken partijen namelijk randvoorwaardelijk
voor een toekomst van de opvanglocatie, in welke vorm dan ook.
Ondanks de intentie die op bestuurlijk niveau is uitgesproken om de opvanglocatie
te behouden, heeft de vorige gemeenteraad van Cranendonck op 8 maart jl. besloten
dat de opvanglocatie (in de huidige vorm) in Cranendonck op 1 juli 2024 zou moeten
sluiten. Op die datum loopt de omgevingsvergunning af.
Op 21 maart jl. ben ik naar de gemeente Cranendonck gegaan voor een vervolggesprek
over de ingezette maatregelen naar aanleiding van het gesprek dat op 2 februari plaatsvond.
Zo heeft het COA een nieuw hek geplaatst en voeren het COA en AVIM gezamenlijk kamercontroles
uit. Ook zijn er extra beveiligers ingezet. Uiteraard wordt daarnaast door betrokken
partijen uit de migratieketen, maar ook door het lokaal bestuur en de strafrechtketen,
gebruik gemaakt van de maatregelen uit de toolbox. Ik ga ervan uit dat het met de
ingezette maatregelen mogelijk is om de rust op- en rondom de opvanglocatie terug
te laten keren. Daarbij komt dat het gelet op de huidige opvangcapaciteit, ook in
het licht van de crisis in Oekraïne, niet wenselijk is dat er opvangplekken verloren
gaan. Of er na 1 juli 2024 ruimte is voor een opvanglocatie in Cranendock zal te zijner
tijd duidelijk moeten worden. Hiertoe worden de komende periode gesprekken gevoerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.