Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over de drukte op Schiphol
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de totale chaos op Schiphol (ingezonden 2 mei 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 18 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Brancheorganisatie ANVR: Schiphol had de drukte kunnen
verwachten»1 en «Directeur Schiphol nergens te bekennen tijdens rampweek»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat vindt u van de ontstane chaos op de luchthaven Schiphol?
Deelt u de mening van brancheorganisatie ANVR dat Schiphol deze drukte had kunnen
verwachten? Zo ja, wat zegt dat over het functioneren van de leiding van Schiphol?
Antwoord 2 en 3
Schiphol geeft aan dat ze voor hun operationele planning voortdurend boekingscijfers
in de gaten houden. Dit is een continu proces. In de laatste periode voor de meivakantie
is het aantal boekingen voor de meivakantie sneller toegenomen dan Schiphol op basis
van eerdere boekingscijfers had verwacht. Tegelijkertijd nam in deze periode het ziektepercentage
onder het personeel toe. Dit leidde tot extra drukte. Voor reizigers op Schiphol is
het erg vervelend dat zij deze meivakantie te maken hebben gehad met lange wachtrijen
en annuleringen van vluchten vanwege de drukte. Schiphol heeft hier excuses voor aangeboden
en aangegeven dat dit niet het kwaliteitsniveau is dat van Schiphol verwacht mag worden.
Ik ben het daarmee eens en heb Schiphol opgeroepen alles op alles te zetten om deze
situatie in de zomervakantie te voorkomen.
Het is goed dat Schiphol in gesprek is met de ANVR, luchtvaartmaatschappijen en vakbonden
om te kijken naar oplossingen om de drukte tijdens de zomervakantie aan te kunnen.
Vraag 4
Wat gaat u doen om de chaos op Schiphol op te lossen? Kunt u hierop een gedetailleerd
antwoord geven?
Antwoord 4
Zoals reeds aangegeven in de brief van 13 mei jl.3 zal Schiphol aan de slag moeten om te voorkomen dat de situatie van de afgelopen
twee weken zich herhaalt in de zomerperiode. Schiphol heeft gemeld dat ze hiervoor
vier actielijnen hebben geformuleerd:
– «aantrekken personeel», dat zich richt op het aantrekken van meer (beveiligings-)
personeel door overleg met beveiligingsbedrijven en de vakbonden.
– «operational excellence», waarbij onder meer wordt gekeken naar optimalisatie van
de afhandeling van grote passagiersstromen door inzet van supportteams, informatievoorziening
etc.
– «aantrekkelijk werken op Schiphol», gericht op verbetering van arbeidsvoorwaarden
en -omstandigheden
– «Maakbare operatie», waarbij men onder meer wil inzetten op betere forecasting en
data-uitwisseling. Daarnaast wil Schiphol in overleg met de slotcoördinator en luchtvaartmaatschappijen
bekijken welke mogelijkheden er zijn in de slotallocatie. Ook zal in overleg met luchtvaartmaatschappijen
worden bezien of in de zomerperiode vluchten van andere luchthavens kunnen vertrekken
om de pieken wat af te vlakken.
Ik hecht grote waarde aan de goede kwaliteit van dienstverlening waar Schiphol om
bekend staat en de sterke reputatie die de luchthaven daar aan ontleent. Ik sta in
geregeld contact met Schiphol en heb de luchthaven gevraagd mij doorlopend te informeren
over de uitwerking van bovenstaande en andere maatregelen die worden genomen om er
voor te zorgen dat de drukte in de zomerperiode beheersbaar is.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de chaos het vertrouwen van passagiers in de luchthaven ernstig
zal schaden en dat zij na deze situatie liever via een andere luchthaven vliegen of
er zelfs voor kiezen om met een ander vervoersmiddel op vakantie te gaan? Zo ja, deelt
u de mening dat dat slecht is voor de Nederlandse economie?
Antwoord 5
Ik hecht veel waarde aan de goede kwaliteit van dienstverlening waar Schiphol om bekend
staat en waar de luchthaven internationaal een sterke reputatie aan ontleent. Het
bestendigen van een goed verloop van de operatie en een betrouwbare dienstverlening
is uiteraard belangrijk voor de concurrentiepositie van Schiphol. Daarom hecht ik
er ook zeer aan dat Schiphol maatregelen neemt om herhaling te voorkomen en sta ik
daarover in nauw contact met de luchthaven.
Vraag 6
Wat vindt u van het feit dat Schiphol-directeur Dick Benschop totaal onzichtbaar is
bij deze crisis? Kunt u duiden waarom het zo oorverdovend stil blijft en past bij
dit falen niet de «met pek en veren verjagen»-methode van het heerschap Benschop?
Kunt u hierop een gedetailleerd antwoord geven?
Antwoord 6
De bedrijfsvoering en dienstverlening op Schiphol is een verantwoordelijkheid van
de Raad van Bestuur van de luchthaven. Diverse bestuursleden hebben op verschillende
momenten publiek een toelichting gegeven op de ontstane situatie. Dat geldt ook voor
de voorzitter van de Raad van Bestuur, die daarbij publiekelijk zijn excuses heeft
aangeboden voor de ontstane situatie.
Vraag 7
Wilt u zich ervoor inzetten dat de luchthaven, als compensatie voor de ontstane chaos,
de verhoging van 37% aan havengeld terugdraait? Kunt u hierop een gedetailleerd antwoord
geven?
Antwoord 7
In de Wet luchtvaart is vastgelegd dat Schiphol als exploitant van de luchthaven verantwoordelijk
is voor het vaststellen van de luchthavengelden volgens een vastgestelde methodiek.
De luchthavengelden die Schiphol aan maatschappijen rekent dienen voor het dekken
van daadwerkelijk en reeds gemaakte kosten, andere kostencomponenten mogen hierin
niet verrekend worden. De luchthaven is verplicht om luchtvaartmaatschappijen in dit
proces te consulteren. Het Ministerie van IenW heeft in de vaststelling van de luchthavengelden
geen rol. De Autoriteit Consument en Markt ziet toe op de naleving van de regels en
neemt eventuele klachten in behandeling. De luchthavengelden voor de periode 2022–2024
zijn reeds vastgesteld.
Vraag 8
Wat gaat u doen om te helpen bij het oplossen van het personeelstekort bij Schiphol?
Kunt u hierop een gedetailleerd antwoord geven?
Antwoord 8
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 is een van de actielijnen richting de
zomer, «aantrekkelijk werken op Schiphol», gericht op de verbetering van arbeidsvoorwaarden
en -omstandigheden. In eerste instantie is het niet aan de overheid om hier oplossingen
voor aan te dragen, maar is het aan de werkgever om een aantrekkelijke werkgever te
zijn. Daarnaast is het aan de werkgever en de werknemers om samen afspraken te maken
over arbeidsvoorwaarden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.