Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders en Markuszower over de berichten 'Je kunt me kankerjood noemen, maar ik meld het wel' en 'Nederlands joodse man onthult het antisemitisme waar hij mee te maken heeft'
Vragen van de leden Wilders en Markuszower (beiden PVV) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de berichten «Je kunt me kankerjood noemen, maar ik meld het wel» en «Nederlands joodse man onthult het antisemitisme waar hij mee te maken heeft» (ingezonden 30 maart 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 17 mei
            2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2451.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het feit dat in Wijchen (Gelderland) een Joodse man al jarenlang,
               door een groep daders wordt bespuugd, bedreigd, in elkaar geslagen en geterroriseerd?
               Wat is uw oordeel daarover?1
               2
Antwoord 1
            
Ik ben bekend met deze feiten. Ik vind het verschrikkelijk om te lezen hoe betrokkene
               is benaderd, bejegend en behandeld. Het gevoel van onveiligheid dat hiermee gemoeid
               gaat veroorzaakt veel leed en dat is onacceptabel.
            
Iedere vorm van discriminatie is volstrekt ontoelaatbaar in onze samenleving. Strafbare
               handelingen met een discriminatoir motief worden door daarom met extra aandacht opgepakt
               door de politie en het Openbaar Ministerie (OM). Vanaf februari 2021 heeft betrokkene
               meermaals melding gemaakt van overlast door jongeren of hiervan aangifte gedaan. In
               alle gevallen heeft de politie onderzoek gedaan. Het OM bepaalt vervolgens of het
               door de politie gevonden bewijs voldoende is om tot vervolging over te gaan. In geen
               van de gevallen heeft het OM hiertoe kunnen besluiten. In oktober 2021 heeft het OM
               geëvalueerd of de politie correct heeft gehandeld bij het onderzoek naar aanleiding
               van de verschillende meldingen en aangiftes. Dat was het geval.
            
Vraag 2 en 3
            
Bent u bekend met het feit dat regelmatig op het huis van het Joodse slachtoffer wordt
               gebonsd en dat hij en zijn gezin al jarenlang, door dezelfde groep van zeven tot vijftien
               daders, wordt geïntimideerd en uitgescholden met «Kankerjoden» en «Hamas Hamas Joden
               aan het gas»? Deelt u de walging hierover? Zo nee, waarom niet?
            
Bent u bekend met het feit dat deze daders het Joodse slachtoffer voor zijn huis in
               elkaar hebben geslagen waardoor zijn been open lag en hij dikke lippen en schrammen
               heeft opgelopen? Wat is uw oordeel hierover?
            
Antwoord 2 en 3
            
Inwoners van Nederland moeten zich veilig kunnen voelen, al helemaal in hun eigen
               leefomgeving. In Nederland mag je zijn wie je bent. Geweld gebruiken, fysiek of verbaal,
               omdat de herkomst, godsdienst, etniciteit, gender, seksuele oriëntatie iemand niet
               aanstaat, is verschrikkelijk en absoluut ontoelaatbaar en bovendien strafbaar. Na
               onderzoek door de politie wordt door het OM vastgesteld of er voldoende bewijs is
               voor een strafrechtelijke vervolging. Zoals gezegd heeft het OM in onderhavige casus
               geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is om tot vervolging over te kunnen gaan.
            
Hoewel strafrechtelijk geen vervolging kon worden ingesteld is wel ingezet op andere
               manieren om het gedrag van de betrokken jongeren te laten stoppen. De politie heeft
               na elke melding of aangifte gesprekken gevoerd met betrokken jongeren en hun ouders.
               De jongeren die zijn aangesproken kwamen bij nieuwe incidenten niet opnieuw als betrokkenen
               in beeld. Het betrof hier telkens verschillende personen en niet een vaste groep jongeren.
            
Er is ook overleg gevoerd met de betrokkene door de gemeente Wijchen, Stichting Vizier3, de wijkagent van de politie en de contactpersoon discriminatie van de politie. Zij
               hebben hem intensieve begeleiding en advisering aangeboden. Hierbij zijn ook afspraken
               gemaakt over het contact met de politie en welke acties de gemeente en politie zouden
               ondernemen naar de jongeren. Conform de gemaakte afspraken heeft de wijkagent hierna
               veelvuldig contact gezocht met de betrokkene.
            
Vraag 4
            
Wist u dat toen het slachtoffer dit meldde aan de politie, de politie tegen hem zei
               dat hij «wel erg vaak belde en meldingen deed»? Hoe beoordeelt u deze benepen reactie
               van de politie? Deelt u de mening dat slachtoffers van geweldsmisdrijven altijd aangifte
               moeten kunnen doen?
            
Antwoord 4
            
Ik heb kennisgenomen van de ervaring van betrokkene met de politie. Dit is niet de
               manier van werken die de politie en ik voorstaan. Slachtoffers van geweldmisdrijven
               en discriminatie kunnen altijd aangifte doen bij de politie. De politie en het OM
               dragen dat ook actief uit. Uit het feitenrelaas dat mij is aangereikt blijkt dat de
               politie alle meldingen en aangiftes heeft opgevolgd. Het OM heeft ook geoordeeld dat
               dit correct is gedaan.
            
Vraag 5, 6 en 7
            
Zijn de daders van deze antisemitische daden gearresteerd? Zo ja wanneer? Zo nee waarom
               niet?
            
Is het waar dat de daders niet strafrechtelijk zijn vervolgd? Zo nee, waarom niet?
               Deelt u onze mening dat dit onacceptabel is?
            
Wat is de etniciteit van deze daders? Wat is er verder bekend over deze groep van
               zeven tot vijftien daders? Wat is hun leeftijd en hebben de daders, of hun ouders,
               een dubbele nationaliteit?
            
Antwoord 5, 6 en 7
            
Zoals aangegeven heeft er geen strafrechtelijke vervolging plaatsgevonden vanwege
               ontoereikend bewijs. Over de identiteit van de betrokkenen in deze zaak kan ik verder
               geen uitspraken doen.
            
Vraag 8
            
Klopt het dat de politie, in samenwerking met de gemeente, met de daders zogenaamde
               «stopgesprekken» heeft gevoerd? Deelt u de mening dat politie en gemeenten hier totaal
               de weg kwijt zijn omdat daders geen soft gesprek nodig hebben, maar keihard aangepakt
               en strafrechtelijk vervolgd moeten worden en bij voorkeur tot een langdurige celstraf
               zouden moeten worden veroordeeld?
            
Antwoord 8
            
Iedere vorm van discriminatie, waaronder anti-semitisme, en geweld zijn ontoelaatbaar
               en strafbaar, maar strafrechtelijk vervolgen is alleen mogelijk als er voldoende bewijs
               aanwezig is. Ook als strafrechtelijk niet kan worden ingegrepen, wordt gekeken naar
               andere interventies die van waarde kunnen zijn in het zoeken naar een oplossing voor
               het slachtoffer. Een voorbeeld hiervan is het voeren van een stopgesprek met de potentiële
               dader(s).
            
Zoals aangegeven leverde het onderzoek in onderhavige casus onvoldoende bewijs op
               om over te kunnen gaan tot stafrechtelijke vervolging. Er zijn daarna inderdaad per
               melding of aangifte zogeheten stopgesprekken gevoerd door de politie. Tijdens zo’n
               gesprek spreekt de politie jongeren aan op hun gedrag, met als doel dat het gedrag
               stopt. De gesprekken zijn gevoerd met de jongeren en hun ouders die in beeld waren
               per melding of aangifte. Deze jongeren kwamen bij nieuwe incidenten niet opnieuw als
               betrokkenen in beeld. Het betrof hier geen vaste groep jongeren die betrokken was
               bij alle meldingen of aangiftes.
            
Vraag 9
            
Zijn er voldoende maatregelen door de burgemeester genomen om het slachtoffer en zijn
               gezin adequaat te beschermen? Indien er geen of onvoldoende maatregelen zijn genomen,
               bent u dan bereid de burgmeester aan te sporen het slachtoffer en zijn gezin alsnog
               adequaat te beschermen? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 9
            
In de lokale driehoek is door het lokaal bestuur, OM en politie goed gekeken naar
               deze zaak en zijn afspraken gemaakt met betrokkene. Dit neemt natuurlijk niet weg
               dat de herhaaldelijke incidenten vreselijk zijn geweest voor betrokkene.
            
Het herkennen van discriminatiesignalen is een voorwaarde voor een voortvarende aanpak
               van de ketenpartners. Een goede samenwerking tussen partners (zoals de politie, het
               OM en een Anti-Discriminatie Voorziening als Stichting Vizier) is hierbij essentieel.
               Het is dan ook de inzet om deze samenwerking verder te verbeteren en te intensiveren.
               Ik verwijs hiervoor ook naar de brief van 23 februari die de Minister van Binnenlandse
               Zaken en koninkrijksrelaties aan uw Kamer heeft gezonden.4
Vraag 10
            
Welke maatregelen gaat u nemen om ervoor te zorgen dat antisemitisch geweld door zowel
               de politie als het Openbaar Ministerie (OM) altijd keihard wordt aangepakt en bestreden
               en de daders strafrechtelijk worden vervolgd?
            
Antwoord  10
            
Discriminatie is ontoelaatbaar en strafbaar. De Nederlandse wet- en regelgeving is
               eenduidig in haar afwijzing van antisemitisme of welke andere vorm van discriminatie
               ook. De politie en het OM handelen hiernaar door er scherp op te letten of er discriminatoire
               motieven, waaronder antisemitisme, een rol hebben gespeeld bij het begaan van bijvoorbeeld
               een strafbare handeling als geweld.
            
Als discriminatie een rol heeft gespeeld en er is voldoende bewijs voorhanden, dan
               gaat het OM in principe altijd over tot vervolging en zal de officier van justitie
               ook een hogere straf eisen. De Aanwijzing Discriminatie alsook de Richtlijn voor strafvordering
               discriminatie van het OM vormen hiervoor het handelingskader.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
