Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over het International Migration Review Forum (IMRF) van 17 t/m 20 mei 2022 te New York
Vragen van het lid Van Haga (Groep van Haga) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het International Migration Review Forum (IMRF) van 17 t/m 20 mei 2022 te New York (ingezonden 12 mei 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid), mede namens de
            Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
            (ontvangen 16 mei 2022).
         
Vraag 1
            
Kunt u aangeven welke experts en welke organisaties uit het Nederlands maatschappelijk
               middenveld zijn geconsulteerd over de implementatie van het Global Compact on Migration,
               zoals aangekondigd in uw brief van 29 april jl.?1
Antwoord 1
            
Het kabinet gaat vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van
               Justitie en Veiligheid regelmatig de dialoog aan met maatschappelijke organisaties
               die actief zijn op het gebied van vluchtelingen- en migratieproblematiek. Het betreft
               organisaties zoals het Nederlandse Rode Kruis, Oxfam-Novib en Artsen zonder Grenzen.
               In dit kader is ook de inzet voor het IMRF besproken.
            
Vraag 2
            
Kunt u aangeven wat de resultaten daarvan zijn en op welke manier die worden meegenomen
               bij uw inzet tijdens het komende International Migration Review Forum (IMRF)?
            
Antwoord 2
            
Tijdens de consultaties is gesproken over de uitvoering van het Nederlandse asiel-
               en migratiebeleid. Aanwezigen benadrukten onder meer het belang van reguliere migratiekanalen
               om de druk op asielsystemen te verlichten. Andere thema’s die ter sprake kwamen zijn
               het Europese Asiel en Migratiepact, de aanpak van grondoorzaken en mensenrechten.
               De inzet van Nederland voor het IMRF en het indienen van een Nederlandse voortgangsrapportage
               werden besproken. De definitieve kabinetsinzet is zoals bekend vervat in de Kamerbrief
               over deelname en inzet Nederland aan het IMRF.2
Vraag 3
            
Bent u het ermee eens dat in het belang van Nederland de uitgeprocedeerden nu eindelijk
               uitgezet moeten worden? Welke instrumenten staan u daarvoor ter beschikking die u
               tijdens het IMRF wil gaan inzetten?
            
Antwoord 3
            
Het is zonder meer één van de kerndoelen van het migratiebeleid om vreemdelingen die
               geen recht hebben hier te blijven ook te laten vertrekken. Daarbij wordt ingezet op
               zelfstandig vertrek, eventueel met ondersteuning. Waar dat niet slaagt is gedwongen
               vertrek, eventueel ondersteund door vreemdelingenbewaring aan de orde. Eén van de
               belangrijke parameters in het terugkeerproces is de samenwerking met de landen van
               herkomst, die hun medewerking moeten verlenen bij het vaststellen van de identiteit
               en nationaliteit en het afgeven van documenten. Dat proces is een kabinetsbrede inzet
               die over diverse banden wordt geconcretiseerd. Het Global Compact on Migration biedt
               daarbij een internationaal raamwerk om migratiesamenwerking tussen landen van herkomst-
               transit en bestemming te bevorderen. Het IMRF biedt daarnaast een podium om aandacht
               te vragen voor de Nederlandse prioriteiten op het gebied van migratie. Daar is terugkeersamenwerking
               met derde landen en het bevorderen van daadwerkelijke terugkeer bij uitstek onderdeel
               van. Nederland heeft actief deelgenomen aan de onderhandelingen over het uitkomstdocument
               van het IMRF, de Progress Declaration, met als doel om de Nederlandse prioriteiten
               hierin voldoende gereflecteerd te zien. Bovendien biedt het IMRF de mogelijkheid om
               in korte tijd met belangrijke landen van transit- en herkomst te spreken en met hen
               de wederzijdse belangen, zoals voor Nederland het effectueren van terugkeer, te benadrukken.
            
Vraag 4
            
Klopt het dat enkele tienduizenden uitgeprocedeerden in Nederland verblijven? Uit
               welke herkomstlanden?
            
Antwoord 4
            
Het kabinet kan geen precieze aantallen geven of met zekerheid informatie geven over
               de samenstelling van deze groep. Wel kan ik u wijzen op de schatting die het WODC
               heeft uitgevoerd en waarover zij eind 2020 kon rapporteren. Daarover is uw Kamer bij
               brief van 16 december jl. geïnformeerd.3 De onderzoekers concludeerden dat de ware omvang van de populatie onrechtmatig in
               Nederland verblijvende vreemdelingen in het jaar medio 2017 – medio 2018 waarschijnlijk
               tussen de ca. 23.000 en ca. 58.000 vreemdelingen ligt. Daarmee is sprake van een lagere
               schatting en dus een daling van het aantal vreemdelingen dat geen rechtmatig verblijf
               had in Nederland ten opzichte van de eerste schattingen van voorgaande jaren, namelijk
               die voor de jaren 1997–2003, 2005–2006, 2009, 2012–2013. De onderzoekers duiden dat
               de gemaakte beleidskeuzes daarbij een rol spelen.
            
Voor de actuele instroom- en vertrekcijfers en belangrijke landen van herkomst (instroom)
               en bestemming (uitstroom) is de website van de Dienst Terugkeer en Vertrek te raadplegen:
               https://www.dienstterugkeerenvertrek.nl/over-dtv/cijfers.
            
Vraag 5
            
Bent u bereid en marge van de geplande vergaderingen uitvoerig te spreken over het
               terugnemen van onderdanen met vertegenwoordigers van de betreffende landen? Zo ja,
               met wie, zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 5
            
Het kabinet is voornemens om in de gesprekken tijdens het IMRF in te zetten op migratiesamenwerking,
               zowel via de EU als bilateraal, met belangrijke landen van herkomst- transit- en bestemming.
               Samenwerking om effectieve terugkeer te bevorderen is nadrukkelijk onderwerp van veel
               gesprekken. Op dit moment kan nog geen uitsluitsel gegeven worden over de landen die
               NL zal spreken, er is momenteel nog veel in beweging. Het kabinet zet onder meer in
               op gesprekken met belangrijke landen van herkomst en transit in Noord-Afrika, het
               Midden-Oosten en Sub-Sahara Afrika.
            
Vraag 6
            
Heeft u zich bij de voorbereiding van het IMRF concrete doelen gesteld over het maken
               van afspraken over uitgeprocedeerden? Zo ja, welke, zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 6
            
Zoals hierboven vermeld is het kabinet voornemens om in de context van het GCM en
               het IMRF nadrukkelijk aandacht te vragen voor samenwerking op het gebied van terugkeer.
               Dit behoort tot de Nederlandse inzet bij de onderhandelingen over de Progress Declaration
               en de verschillende bilaterale gesprekken die het kabinet voornemens is te voeren
               met belangrijke landen van herkomst en transit in Noord-Afrika, het Midden-Oosten
               en Sub-Sahara Afrika.
            
Vraag 7
            
Kunt u deze vragen per omgaande beantwoorden?
Antwoord 7
            
Ja.
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking - 
              
                  Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.