Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Tielen en Van Wijngaarden over de beschikbaarheid van 'Middel X'
Vragen van de leden Tielen en Van Wijngaarden (beiden VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de beschikbaarheid van «Middel X» (ingezonden 25 maart 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 mei
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2457.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Zelfmoordpoeder Middel X gevonden in Arnhemse woning
waar een agent onwel raakte»?1
Antwoord 1
Ja, hier ben ik bekend mee.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het niet mogelijk zou moeten zijn dat mensen zomaar in aanraking
kunnen komen met dit middel X en daardoor vergiftigd raken?
Antwoord 2
Suïcidepogingen en ernstige vergiftigingen door inname van of blootstelling aan deze
chemische stoffen zijn inderdaad onwenselijk. Specifiek hulpverleners, waar het in
dit bericht omgaat, verrichten belangrijk werk in onze samenleving. Zij zorgen voor
onze veiligheid en gezondheid, vaak onder gevaarlijke omstandigheden. Ik acht het
daarom in zijn algemeenheid van groot belang dat zij goed worden getraind en van voldoende
beschermingsmiddelen worden voorzien om de risico’s van hun werk zo veel mogelijk
te beperken. Wel wil ik benadrukken dat het risico voor hulpverleners bij behandeling
van een patiënt die de zogenaamde Middel X-stoffen hebben ingenomen, zeer beperkt
is. Dit heeft het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) aan het Ministerie
van VWS laten weten. Van de ruim vijftig meldingen van (pogingen tot) zelfdoding met
deze middelen dat het NVIC heeft verzameld, zijn niet eerder signalen geweest dat
een hulpverlener ernstig ziek is geworden. Af en toe ervaren hulpverleners wel milde
klachten zoals irritatie van slijmvliezen, hoofdpijn of een licht gevoel in het hoofd.
De stressvolle situatie kan hier ook een rol bij spelen. Alle hulpverleners met milde
klachten na mogelijk contact met de betreffende stoffen, in zowel de NVIC-meldingen
als die beschreven zijn in de internationale literatuur, herstelden zonder restschade.
De beperkte risico’s op milde klachten bij de hulpverlener moeten altijd worden afgewogen
tegen het nut van (snel) hulpverlenen. Overigens heb ik van het Openbaar Ministerie
(hierna: OM) begrepen dat nog niet onomstotelijk is vast komen te staan dat de onwelwording
het gevolg is van de in de desbetreffende woning aangetroffen stof.
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de effecten zijn van het «drempelverhogend beleid» zoals beschreven
in de brief van 3 september 2018?2 Kunt u daarnaast de resultaten tot nu toe geven van het in 2018 afgesloten convenant
met de chemiesector waarin de verkoop van deze stoffen aan particulieren wordt tegengegaan?
Antwoord 3
Het is in aantallen moeilijk te zeggen in hoeverre het drempelverhogend beleid effectief
is geweest, omdat niet met zekerheid gesteld kan worden of en hoeveel suïcidepogingen
voorkomen zijn. Wel is wetenschappelijk bewezen dat het opwerpen van drempels bij
suïcide effectief is.3
Het beleid is met name gericht op het tegengaan van de beschikbaarheid van deze middelen
voor particulieren. Op 26 juni 2019 is daartoe de code «Signalering van risico’s op
suïcide met behulp van chemische stoffen» door VWS samen met 113 Zelfmoordpreventie,
Raad Nederlandse Detailhandel, Thuiswinkel.org, het Verbond van Handelaren in Chemische
Stoffen en de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie ondertekend. De code
bevat een aantal afspraken met de chemiebranche om de verkoop aan particulieren van
stoffen waarvan vastgesteld is dat zij mogelijk bij suïcide gebruikt worden te monitoren,
en om kennis over deze stoffen met elkaar te delen in een overleg.4 Voor de stoffen waarvan tot nu toe het beeld is ontstaan dat deze geschikt zouden
zijn voor suïcide, de zogenaamde Middel X-stoffen, is door de betrokken partijen zelfstandig
besloten deze niet meer aan particulieren te leveren. De deelnemers aan de code zijn
de afgelopen jaren enkele keren bij elkaar geweest. Daarbij is niet gebleken dat naast
de al bekende stoffen, andere stoffen op grote schaal gebruikt worden. Tegelijkertijd
is er internationaal gesondeerd of in andere landen veel bekend is over het gebruik
van deze stoffen. Uit deze sondering kwam niet naar voren dat het probleem met de
middel X-stoffen op grote schaal speelt in andere EU-landen. Uiteraard is niet uit
te sluiten dat deze stoffen elders ook gebruikt worden. Tijdens de laatste vergadering
in december 2021 hebben de deelnemers aangegeven de code nog steeds te beschouwen
als een nuttig instrument om misbruik van chemicaliën voor suïcide te voorkomen. De
deelnemers hebben toen ook de intentie uitgesproken om in 2022 vervolg te geven aan
de code.
Ik hecht eraan te benadrukken dat deze inzet in samenhang moet worden gezien met de
inzet van de Staatssecretaris van VWS op het gebied van suïcidepreventie.
Vraag 4
Bent u bereid om nogmaals te onderzoeken hoe de illegale markt met betrekking tot
Middel X aangepakt kan worden? Zo ja, kunt u de Kamer voor het zomerreces 2022 informeren
over de uitkomsten van dit onderzoek?
Antwoord 4
De zogenaamde Middel X-stoffen zijn niet verboden en er is dus geen sprake van een
illegale markt. Er is wel sprake van drempelverhogend beleid, zoals eerder uiteengezet.
Uiteraard blijft het Ministerie van VWS in gesprek met veldpartijen om te verkennen
of en zo ja, welke aanvullende mogelijkheden er zijn om het gebruik van deze stoffen
voor suïcide te voorkomen.
Vraag 5
Kunt u aangeven of de Coöperatie Laatste Wil zich, na eerdere afwijzing door het Ministerie
van VWS, opnieuw gemeld heeft voor een gesprek over een zogenaamde «proeftuin» met
Middel X?
Antwoord 5
De Coöperatie Laatste Wil (CLW) heeft in juni 2021 aangegeven met het Ministerie van
VWS (opnieuw) in gesprek te willen over een zogenaamde «proeftuin», waarbinnen de
werkwijze van de CLW rondom het dodelijk poeder kan worden getest zonder straf- of
tuchtrechtelijke gevolgen. Dit verzoek is afgewezen vanwege de demissionaire status
van het kabinet en de huidige beleidslijn. Het is namelijk onwenselijk dat van deze
stoffen het beeld is ontstaan dat deze geschikt zouden zijn voor suïcide en dat mensen
in anonimiteit en zonder begeleiding van een arts deze fatale stap zetten. Daarom
zijn drempels opgeworpen tegen de beschikbaarheid van deze stoffen voor particulieren.
Over een proeftuin is daarna geen contact meer geweest.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.