Schriftelijke vragen : De opvolging van het advies van de commissie-Hordijk over AERIUS
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof en van Infrastructuur en Waterstaat over de opvolging van het advies van de commissie-Hordijk over AERIUS (ingezonden 13 mei 2022).
Vraag 1
            
Waarom is niet gekozen voor beoordeling van de stikstofdepositie (bij toestemmingsverlening)
               op areaalniveau in plaats van op hexagoonniveau, ondanks het ambtelijke oordeel (vanuit
               het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) dat beoordeling op areaalniveau in
               lijn is met hoe de Europese Commissie dit ziet? Wordt dit alsnog overwogen?1
Vraag 2
            
Deelt u de redenering dat de grote onzekerheden bij gedetailleerde projectspecifieke
               depositieberekeningen alleen bezien vanuit het aspect verspreiding, los van terreinruwheid
               en turbulentie, pleiten voor berekeningen op een hoger abstractieniveau?
            
Vraag 3
            
Waarom is zo lang volgehouden om de redenering dat berekende deposities op meer dan
               vijf kilometer afstand van de bron niet meer betekenisvol te herleiden zijn tot individuele
               projecten wel toe te passen bij wegverkeer, maar niet bij andere bronnen?
            
Vraag 4
            
Herkent u «de tendens dat door sommige bevoegde gezagen bij de beoordeling van vergunningaanvragen
               te eenzijdig afgegaan wordt op berekende depositiebijdragen op microniveau (hectareniveau
               en twee cijfers achter de komma), waarbij de ecologische relevantie en juridische
               ruimte die er wel is, uit het oog dreigt te worden verloren»? Hoe gaat u dergelijke
               eenzijdigheid voorkomen?2
Vraag 5
            
Wordt onderzoek gedaan naar een hogere rekenkundige drempelwaarde dan 0,005 mol/ha/jaar
               bij projectspecifieke berekeningen? Zo ja, wat is de stand van zaken?
            
Vraag 6
            
Waarom is tot nu toe niets gedaan met de suggestie om te kiezen voor bepaling van
               de projectspecifieke depositie in kg stikstof/ha/jaar in plaats van mol/ha/jaar, zodat
               op een minder groot detailniveau gerekend hoeft te worden? Gaat u hier alsnog naar
               kijken?3
Vraag 7
            
Hoe wordt ervoor gezorgd dat de beheerder van AERIUS zich voldoende kritisch en onafhankelijk
               opstelt ten aanzien van meer beleidsmatig en juridisch gemotiveerde dan wetenschappelijk
               gemotiveerde keuzes in AERIUS, zoals de verschillen in afkapgrenzen, de vaststelling
               van de rekenkundige drempel op 0,005 mol en het detailniveau van de berekeningen,
               en zich rekenschap geeft van andere wetenschappelijke inzichten?
            
Vraag 8
            
Waarom zijn verschillende validatierapporten bij het OPS-model niet gedeeld met de
               commissie-Hordijk, inclusief de recent genoemde kanttekeningen, en ook niet openbaar
               gemaakt ten behoeve van meer transparantie?4
Vraag 9
            
Hoe waardeert u de analyse van professor Lindeboom inzake de berekening van de stikstofdepositie
               in kustgebieden en het toepassen van een meetcorrectie, die niet langer verklaard
               kan worden door vermeende ammoniak uit zee?5
Vraag 10
            
Deelt u de analyse dat in het model ontbrekende emissies van lokale vogelkolonies
               maar een zeer klein percentage van de meetcorrectie kunnen verklaren?
            
Vraag 11
            
Deelt u de analyse dat er verschillende mogelijke oorzaken zijn die het weglaten van
               de meetcorrectie zouden rechtvaardigen?
            
Vraag 12
            
Waarom kiest u er niet voor de meetcorrectie weg te laten, zolang nader onderzoek
               niet concludeert dat de meetcorrectie gerechtvaardigd is?
            
Vraag 13
            
Is de veronderstelling juist dat bij het weglaten van de meetcorrectie in kustgebieden
               op verschillende plekken geen sprake meer is van overschrijding van de kritische depositiewaarde,
               terwijl dat bij toepassing van de meetcorrectie wel het geval zou zijn, en dat bij
               toepassing van de meetcorrectie vergunningverlening voor bouwactiviteiten dan onnodig
               belemmerd wordt?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
R. Bisschop, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.