Schriftelijke vragen : Een kwart van de mbo’ers dat recht heeft op een aanvullende beurs, maar deze niet aanvraagt
Vragen van het lid De Hoop (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een kwart van de mbo’ers dat recht heeft op een aanvullende beurs, maar deze niet aanvraagt (ingezonden 12 mei 2022).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u dat het Centraal Planbureau constateert dat in 2019 ruim een kwart
(26,5%) van de mbo-studenten dat recht had op een aanvullende beurs hiervan echter
geen gebruik maakte en deze mbo’ers zo gemiddeld 190 euro per maand misliepen?1
Vraag 2
Hoe verklaart u het niet gebruikmaken van de aanvullende beurs door deze doelgroep?
In hoeverre is er volgens u sprake van de mogelijke verklaringen die het Centraal
Planbureau noemt: onbekendheid met de aanvullende beurs, niet weten dat zij recht
hebben, denken dat de aanvraagprocedure ingewikkeld is, privacyoverwegingen of stigma?
Vraag 3
Welke consequenties verbindt u hieraan voor de invoering per studiejaar 2023/2024
van een basisbeurs voor alle studenten in en een inkomensafhankelijke aanvullende
beurs per studiejaar 2023/2024, zoals afgesproken in het coalitieakkoord «Omzien naar
elkaar, vooruitkijken naar de toekomst»?
Vraag 4
Onderkent u dat het vanwege de kansengelijkheid voor mbo-studenten uit minder draagkrachtige
milieus wenselijk is dat er bij de invoering van de nieuwe stelsel van studiefinanciering
niet eenzijdig aandacht moet zijn voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid, maar
ook voor het beperken van bureaucratische rompslomp die bij jongeren ertoe kan leiden
dat zij afzien van voorzieningen waar zij recht op hebben? Zo nee, waarom niet en
op welke wijzen gaat u het niet-gebruik dan tegen? Zo ja, hoe gaat u dan gestalte
geven aan deze beperking van bureaucratische rompslomp?
Vraag 5
Mocht het lukken om bij rechthebbenden verbetering te brengen in de niet-aanvragen
van aanvullende beurzen, wat gaat dit dan betekenen voor de hoogte van de basisbeurs,
aangezien het gehele nieuwe studiefinancieringsstelsel wordt betaald uit een vaste
pot geld en het niet een zogenoemde open einde regeling betreft?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Habtamu de Hoop, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.