Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Omtzigt over de uithuisgeplaatste kinderen in het toeslagenschandaal
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Minister-President over de uithuisgeplaatste kinderen in het toeslagenschandaal (ingezonden 3 mei 2022).
Antwoord van Minister Weerwind (Rechtsbescherming), mede namens de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de Staatssecretaris van Financiën (Toeslagen
en Douane) (ontvangen 12 mei 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich dat de Kamer in november 2021 unaniem motie-Omtzigt cs (35 927, nr. 79) heeft aangenomen, die de regering verzocht om:
– onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar de omvang van het probleem en hoe
dit jarenlang heeft kunnen gebeuren;
– voorstellen te doen hoe en wanneer ouders en kinderen herenigd worden waar uithuisplaatsing
nu nog voortduurt;
– een meldpunt op te zetten voor ouders die hiermee te maken gehad hebben;
– aan te geven hoe recht gedaan kan worden aan ouders en kinderen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat de regering in november aan de Kamer schreef dat een van de doelstellingen
van de regering is: «Bezien of herstel van de gezinssituatie wenselijk en mogelijk
is. Dit vereist per ouder en kind een individuele afweging waarbij het belang van
het kind voorop dient te staan. Het perspectief op thuis wonen is een mogelijke uitkomst
van de aanpak, maar zal pas kunnen worden gerealiseerd als de veiligheid of ontwikkeling
van het kind niet langer in het geding is. Daar waar het beëindigen van de uithuisplaatsing
niet mogelijk is, zou ondersteuning bijvoorbeeld ook kunnen bijdragen aan beter contact
tussen ouders en kinderen.»?1
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Herinnert u zich dat de regering in juni 2021 en juli 2021 zelf al heeft toegegeven
dat kinderen door de stress van het toeslagenschandaal uit huis geplaatst zijn, bij
monde van toenmalig Staatssecretaris Van Huffelen die aan de Kamer schreef: «Veel
van de kinderen van gedupeerde ouders zijn ten gevolge van de problemen bij de kinderopvangtoeslag
in problematische omstandigheden opgegroeid. Kinderen hebben onder meer armoede ervaren.
Ook leidde de stressvolle thuissituatie in sommige gevallen tot gebroken gezinnen
en/of zelfs tot uithuisplaatsing van kinderen.»2 en de regering in de Kamer vertelde: «Er zijn ook ouders die verschrikkelijke gevolgen
hebben ondervonden. We kennen ze allemaal: mensen die hun baan zijn verloren, mensen
van wie de kinderen uit huis zijn geplaatst en mensen die, soms in combinatie met
ziekte of andere dingen, een leven hebben geleid dat totaal niet is wat ze zich hadden
voorgesteld. Het is natuurlijk met name voor deze ouders zo belangrijk om in het herstel
niet alleen naar financiële compensatie te kijken, maar ook naar veel bredere hulp
om ervoor te zorgen dat hun problemen zo veel mogelijk worden opgepakt.»?3
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Herinnert u zich dat u na het rapport «Ongekend Onrecht» op uw wekelijkse persconferentie
van 18 december 2000 zei dat de ouders helpen de eerste prioriteit had: «We doen dit
stap voor stap en dan is echt nu de eerste stap ervoor te zorgen dat we zo goed mogelijk
dit rapport ook omzetten in die acties die ervoor zorgen dat ouders recht wordt gedaan,
het rapport recht wordt gedaan, dat zoiets niet meer kan gebeuren.»?4
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Hoeveel kinderen, die erkend zijn als gedupeerden in het toeslagenschandaal zijn in
het jaar 2021, na het uitkomen van het rapport ongekend onrecht, uit huis geplaatst,
terwijl zij voorheen bij hun ouders woonden? Is er in deze gevallen enige relatie
met het toeslagenschandaal?
Antwoord 5
Wij hebben uw Kamer op 11 mei 2021 geïnformeerd over de meest recente cijfers over
de uithuisplaatsingen van deze groep kinderen Kamerstuk 31 066, nr. 1017. Op basis van deze gegevens kan worden vastgesteld dat het aantal uithuisplaatsingen
is toegenomen, wat niet kan worden vastgesteld is of al deze uithuisplaatsingen in
2021 plaatsvonden, noch of deze kinderen voorheen hij hun ouders woonden.
Of er een relatie is met de problemen met de kinderopvangtoeslag blijkt evenmin uit
deze cijfers. Het is mijn hypothese dat de problemen met de kinderopvangtoeslag mogelijk
hebben bijgedragen aan de problemen in gezinnen die uiteindelijk hebben geleid tot
een uithuisplaatsing.
Vraag 6
Hoeveel kinderen, die getroffen zijn in het toeslagenschandaal, wonen op dit moment
niet bij hun ouders, ofwel omdat er nog een lopende kinderbeschermingsmaatregel is,
ofwel omdat er sprake is van zogenaamde vrijwillige uithuisplaatsing, ofwel omdat
de voogdij nu bijvoorbeeld bij de pleegouders ligt?
Antwoord 6
Wij hebben de Kamer op 11 mei 2021 (Kamerstuk 31 066, nr. 1017) geïnformeerd over de meest recente cijfers over de uithuisplaatsingen van deze groep
kinderen. Dit betreft cijfers over uithuisplaatsingen met een kinderbeschermingsmaatregel.
Deze cijfers geven geen inzicht in de zogenoemde vrijwillige uithuisplaatsingen en
ook niet over uithuisplaatsingen waarbij de voogdij bij de pleegouders ligt.
Vraag 7
Kunt u aangeven voor hoeveel ouders en kinderen een individuele afweging is gemaakt
het afgelopen jaar of terugkeer en herstel van de gezinssituatie mogelijk is, zoals
u in november 2021 aankondigde? Kunt u aangeven wat de uitkomst van die evaluaties
was?
Antwoord 7
Zoals ik in de beantwoording van uw Kamer gestelde vragen in een schriftelijk overleg
van 11 april 20225 heb aangeven, kan ik geen uitspraak doen over het aantal herbeoordelingen van uithuisplaatsingen
onder kinderen van gedupeerde ouders of de uitkomsten daarvan.
Het systeem van jeugdbescherming voorziet in momenten om het verloop van de ondertoezichtstelling
en de noodzaak van het voortduren van de uithuisplaatsing te toetsten. Dit behoort
tot het reguliere werk van jeugdbeschermers. Ook kunnen ouders en kinderen vanaf 12
jaar bij hun jeugdbeschermer een verzoek indienen om de uithuisplaatsing te beëindigingen
of de duur ervan te verkorten. Een dergelijk verzoek dient binnen 2 weken te worden
behandeld. Ik heb geen zicht op het aantal herbeoordelingen of verzoeken dat in dit
kader heeft plaatsgevonden.
Het Ondersteuningsteam is nog te kort aan de gang om uitspraken te doen over herbeoordelingen
die via hun ondersteuning tot stand zijn gekomen. De situaties van de ouders die nu
begeleid worden door het Ondersteuningsteam zijn heel divers en complex. Procesbegeleiders
van het Ondersteuningsteam besteden veel aandacht aan persoonlijk contact, het krijgen
van vertrouwen en het samen met de ouders (en eventueel kinderen) in kaart brengen
van de situatie en de wensen en mogelijkheden. Dit heeft tijd en aandacht nodig waarbij
het tempo en de wensen van de ouders leidend zijn.
Vraag 8
Vindt u zelf dat, gezien het antwoord op de vorige vraag, u alles op alles gezet heeft
de ouders recht te doen in het afgelopen jaar?
Antwoord 8
Mijn ambtsvoorganger en ik hebben ons maximaal ingezet om in deze complexe problematiek
zo snel als mogelijk ondersteuning en hulp voor deze ouders te organiseren.
Vraag 9
Kunt u aangeven waarom het gevraagde onafhankelijke onderzoek nog niet gestart is
en waarom u nog geen voorstel gedaan heeft aan de Kamer voor de opdracht en de samenstelling
van de commissie, maar dat u pas op 30 maart aangeeft met de Kamer hierover in gesprek
te willen gaan?6
Antwoord 9
Met de aangenomen motie Omtzigt7 van 10 november 2021 heeft uw Kamer gevraagd om «onafhankelijk onderzoek te laten
verrichten naar de omvang van het probleem en hoe dit jarenlang heeft kunnen gebeuren».
In eerdere brieven8 is uw Kamer geïnformeerd over het onderzoek dat de Inspectie Justitie en Veiligheid
(IJenV) is gestart. De IJenV zal onderzoeken of en op welke wijze het falen van de
overheid in de toeslagenaffaire heeft doorgewerkt naar de jeugdbescherming.
Met dit onafhankelijk onderzoek van de IJenV en door de inzet van het Ondersteuningsteam
op de individuele casuïstiek wordt reeds een eerste uitvoering gegeven aan de motie.
Mij is daarna gebleken dat hiernaast behoefte is aan aanvullend onderzoek door een
commissie. Ik heb daarom op 30 maart 20229 aangegeven dat ik graag met uw Kamer in gesprek ga over wat aanvullend onderzocht
kan worden door een in te stellen commissie.
Vraag 10
Vindt er bij uithuisplaatsingen excessief geweld plaats in Nederland en worden kinderen
daarbij getraumatiseerd?
Antwoord 10
Een uithuisplaatsing kan noodzakelijk zijn om te voorkomen dat kinderen niet langer
worden blootgesteld aan bijvoorbeeld ernstige mishandeling. Er wordt ingezet om dat
zo rustig mogelijk te laten verlopen. Het is nooit helemaal te voorkomen dat er kinderen
zijn die mogelijk getraumatiseerd raken door de omstandigheden waarin zij uit huis
worden gehaald. Er is echter altijd een jeugdbeschermer aanwezig die zich over het
kind ontfermt.
Vraag 11
Vindt u de huidige procedure tot uithuisplaatsingen en dan met name de procedure tot
spoeduithuisplaatsingen in Nederland zorgvuldig en in overeenstemming met het EVRM?
Antwoord 11
Ik herken de zorgen over de rechtsbescherming van kinderen en ouders bij een uithuisplaatsing,
in het bijzonder een spoeduithuisplaatsing. Bij een spoeduithuisplaatsing zijn er
grote zorgen over de acute veiligheid van een kind, dat snel handelen noodzakelijk
maakt. Tegelijkertijd moet een spoeduithuisplaatsing ook altijd zorgvuldig gebeuren.
De Factsheet Uithuisplaatsingen van de Universiteit Leiden, met een overzicht van
alle knelpunten rondom uithuisplaatsingen, geeft meer inzicht in de rechtspositie
van ouders en kinderen bij een spoeduithuisplaatsing. Ook de in juni verwachte evaluatie
van de herziene kinderbeschermingswetgeving geeft mij mogelijk aanknopingspunten voor
verbeteringen.
Vraag 12
Heeft u kennisgenomen van het feit dat tot begin dit jaar 7600 mensen een schadevergoeding
van 5.000 euro bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven aangevraagd hebben, omdat ze
slachtoffer werden van fysiek, psychisch of seksueel geweld in de jeugdzorg, veel
meer dan de verwachte 2000 aanvragen? Herinnert u zich dat er sprake was van «systemisch
geweld» volgens de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg?10
Antwoord 12
Ja.
Vraag 13
Hoeveel kinderen die slachtoffer geworden zijn van het kinderopvangtoeslagschandaal
hebben naar uw schatting te maken gehad met fysiek, seksueel of psychisch geweld of
is daar getuige van geweest? Hoe gaat u die kinderen helpen, wetend dat volgens de
Commissie-de Winter driekwart van de kinderen die tussen 1945 en nu in de jeugdzorg
hebben gezeten, die te maken heeft gehad met fysiek, seksueel of psychisch geweld
of is daar getuige van geweest?11
Antwoord 13
Zoals in de beantwoording van de door uw Kamer gestelde vragen in een schriftelijk
overleg van 11 april 2022 is aangeven, bestaat er geen zicht op de mate van misbruik
of geweld onder uithuisgeplaatste kinderen van ouders die slachtoffer zijn van de
problemen rond de kinderopvangtoeslag. Als er sprake is van (een vermoeden van) seksueel
misbruik van een kind dat niet meer thuis verblijft, is het van belang dat er gehandeld
wordt. Naar aanleiding van de commissies Samson en De Winter zijn verschillende maatregelen
genomen. Zo is onder andere extra geïnvesteerd in vertrouwenswerk (AKJ) om jongeren
een luisterend oor te bieden. Het AKJ zal tevens vaker expliciet vragen naar ervaringen
van geweld bij bezoeken aan instellingen. Zij kunnen ook ondersteunen bij het doen
van aangifte als de jongere dat wil.
Daarnaast is het belangrijk om het thema geweld uit de taboesfeer te halen. Dialoogsessies
in instellingen, waarbij jongeren, professionals en bestuurders in gesprek gaan moeten
hieraan bijdragen. Het Jeugd Welzijnsberaad zal hier onder andere een rol in gaan
spelen en gaan het thema «veiligheid» op een laagdrempelige manier bespreekbaar maken
met jongeren die in de jeugdhulp verblijven. Voor de jeugdhulp is in het Kwaliteitskader
voorkomen seksueel misbruik in de jeugdzorg opgenomen hoe te handelen. Daarnaast is
het bij misbruik van belang dat een kind goede zorg en ondersteuning krijgt zoals
via het Centrum voor seksueel geweld. Ook zijn jeugdhulpaanbieders verplicht calamiteiten
en geweld (waaronder seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld) te melden
aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd.
Vraag 14
Binnen welke termijn zal elke nog lopende uithuisplaatsing van slachtoffers in het
kinderopvangtoeslagschandaal, vrijwillig of verplicht), of elke voogdijmaatregel gerevalueerd
zijn, als de ouder of het kind daarom vragen?
Antwoord 14
Ouders en kinderen vanaf twaalf jaar kunnen bij gewijzigde omstandigheden bij hun
jeugdbeschermer een verzoek indienen om de uithuisplaatsing met kinderbeschermingsmaatregel
te beëindigen of de duur ervan te verkorten. Bij wet is bepaald dat de Gecertificeerde
Instelling binnen twee weken na ontvangst van een dergelijk verzoek een schriftelijke
reactie moet geven of een uithuisplaatsing wel of niet kan worden beëindigd. Als de
Gecertificeerde Instelling niet instemt met het verzoek van de ouders, dan kan de
ouder dit voorleggen aan de kinderrechter. Ouders die een dergelijk verzoek aan de
kinderrechter willen richten, komen binnenkort in aanmerking voor kosteloze rechtsbijstand
op grond van de subsidieregeling.
Aan een uithuisplaatsing zonder kinderbeschermingsmaatregel ligt geen besluit van
een kinderrechter, Gecertificeerde Instelling of van de Raad voor de Kinderbescherming
ten grondslag. Ouders en jeugdigen vanaf zestien jaar beslissen in dit geval zelf
tot een uithuisplaatsing of geven toestemming. Een beslissing om een uithuisplaatsing
zonder kinderbeschermingsmaatregel weer ongedaan te maken en het kind weer volledig
bij de ouders te laten opgroeien, wordt door de ouders en de jeugdigen boven zestien
jaar genomen. Eventueel in samenspraak met het netwerk en/of betrokken professionals.
Wel kunnen ouders, wiens kind vrijwillig uit huis is geplaatst te maken krijgen met
pleegouders die zich beroepen op het blokkaderecht of een procedure om een kind alsnog
onder toezicht te stellen. In beide situaties komt het voor bij de kinderrechter en
kan de gedupeerde ouder aanspraak maken op kosteloze rechtsbijstand.
Vraag 15
Welke maatregelen heeft u tot nu toe genomen om een volgend kinderopvangtoeslagschandaal
te voorkomen?
Antwoord 15
In de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» heeft het toenmalige kabinet
een maatregelenpakket aangekondigd dat onder andere ziet op herziening van het toeslagensysteem,
leren van de praktijk, versterken van de dienstverlening van de overheid, menselijke
maat in wet en regelgeving, voorkomen van discriminatie, informatievoorziening, gebruik
van het rechtssysteem door de overheid en versterking van het ambtelijk vakmanschap.
Daarnaast zijn het coalitieakkoord verscheidene maatregelen opgenomen om de democratische
rechtsorde te versterken. Hier wordt momenteel invulling aan gegeven.
Vraag 16
Vindt u dat de hersteloperatie kinderopvang en de hulp aan de gezinnen waar kinderen
uithuisgeplaatst zijn, op schema liggen? Kunt u dat toelichten?
Antwoord 16
Er moet in de hersteloperatie nog veel gebeuren, maar er zijn ook stappen gezet. Onder
meer via de Catshuisregeling, de brede ondersteuning van gemeenten op het terrein
van financiën, wonen, werk, gezondheid en gezinssituatie en de schuldenaanpak en de
extra hulp rondom uithuisplaatsingen. Niet alleen door UHT, maar ook door gemeenten
en andere organisaties. Per eind maart 2022 is voor ruim 25.000 ouders vastgesteld
dat zij gedupeerd zijn door de problemen met de kinderopvangtoeslag. Het aantal niet-gedupeerden
bij de kinderopvangtoeslag is, op basis van de eerste toetsen en integrale beoordelingen
die tot nu toe zijn gedaan, ongeveer net zo groot. Van alle aanvragers hebben circa
5.600 mensen nog geen eerste toets gehad. Voor hen moet nog duidelijk worden of zij
gedupeerd zijn. Zij krijgen hierover zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen zes maanden
na aanmelding, bericht. Gedupeerden hebben na de eerste toets direct recht op de Catshuisregeling
van € 30.000,– en het pauzeren en oplossen van hun schulden conform de regeling. Bij
de integrale beoordeling wordt bepaald of er meer moet worden uitgekeerd. Met de herijking
willen we ook een aantal verbeteringen doorvoeren om ouders beter en soms ook sneller
te helpen. We blijven steeds zoeken naar manieren om het beter te doen.
Voor wat betreft de aanpak uithuisgeplaatste kinderen heb ik u in mijn brief van 31 maart
jongstleden gemeld dat het landelijk Ondersteuningsteam per 4 april is gestart. Dit
is lijn met de planning zoals ik u in mijn brief van 26 november 2021 aangaf.
Vraag 17
Wilt u deze vragen een voor een en voor 11 mei 15.00 uur beantwoorden in verband met
het Kamerdebat op 12 mei over de uithuisplaatsingen?
Antwoord 17
De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Mede namens
A. de Vries, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.