Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Beckerman en van Nispen over de kosten van het opruimen van drugsdumpingen en de zaak van de 90-jarige gedupeerde landeigenaar
Vragen van de leden Van Nispen en Beckerman (beiden SP) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over de kosten van het opruimen van drugsdumpingen en de zaak van de 90-jarige gedupeerde landeigenaar (ingezonden 1 april 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 11 mei 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2021–2022, nr. 2516.
Vraag 1
Heeft u kennis genomen van de zaak van de 90-jarige Toon Francken, die van de gemeente
tonnen aan opruimkosten van chemisch drugsafval moet betalen?1 Wat is uw reactie hierop?
Antwoord 1
Ja. Zie onderstaand voor mijn reactie op deze casus en bredere problematiek.
Vraag 2
Kan aangetoond worden dat deze meneer, die al jaren nauwelijks nog buiten komt vanwege
zijn leeftijd en lichamelijke toestand, rechtstreeks verantwoordelijk is voor het
dumpen van drugsafval 400 meter van zijn huis of dit actief of oogluikend heeft toegestaan?
Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo niet, waarom zou het dan een goede uitkomst zijn van
dit alles dat deze meneer toch voor deze enorme kosten op gaat draaien?
Antwoord 2
Er loopt in deze zaak een bezwaarprocedure bij het bevoegd gezag. Als bewindspersoon
kan ik hier niet in treden en geen uitspraken doen over deze specifieke situatie omdat
ik hiervoor niet het bevoegd gezag ben, geen betrokkenheid heb bij de afhandeling
van de zaak en daarom ook niet alle feiten ken die relevant zijn voor die afhandeling.
Vraag 3
Begrijpt u de verontwaardiging over de uitkomst van deze slepende zaak? Waarom moet
een bejaarde man opdraaien voor iets waar hij niets mee te maken heeft?
Antwoord 3
Ons land is helaas een cruciale spil in de wereldwijde drugshandel en -productie.
Drugscriminelen hebben daarbij geen oog voor burgers, de natuur en het grondwater.
Daarom zet ik in op het voorkomen van drugsafval door de aanpak van de drugsproductie.
Zoals ik ook heb benadrukt in mijn brief van 26 april 2022 aan de Kamer, zet het kabinet
aanzienlijke extra structurele middelen in om de georganiseerde ondermijnende criminaliteit
aan te pakken. Hierdoor wordt het voor producenten van synthetische drugs moeilijker
hun waren in Nederland te produceren, wat naar verwachting resulteert in minder in
minder dumpingen.
De lokaal betrokken overheden (gemeente, waterschap en provincie) hebben de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat en mij geïnformeerd over deze situatie en alle partijen
werken samen om tot een oplossing te komen. De gemeente houdt contact met bewoners
en betrokken perceeleigenaren in de directe omgeving. Over de specifieke situatie
en de betrokkenheid van de perceeleigenaar hierbij kan ik, zoals in het antwoord op
vraag 2 aangegeven, geen uitspraken doen.
Vraag 4
Als de regels op dit moment zo uitpakken dat de grondeigenaar altijd verantwoordelijk
kan worden gehouden voor dumpingen op zijn of haar land, vindt u dit dan rechtvaardige
regels? Zouden die in alle gevallen toegepast moeten worden volgens u? Waar is dan
het maatwerk?
Antwoord 4
Het uitgangspunt is dat de vervuiler betaalt. Die is in het geval van drugsafvaldumpingen
echter niet altijd te achterhalen. Het is niet zo dat vervolgens de grondeigenaar
in alle gevallen (volledig) verantwoordelijk kan worden gehouden. In het geval van
drugsafvaldumpingen kunnen, afhankelijk van de specifieke omstandigheden, verschillende
wetten van toepassing zijn. Het is daarmee ook afhankelijk van de specifieke situatie
welke verantwoordelijkheid op de perceeleigenaar rust. Het is aan het bevoegd gezag
en uiteindelijk aan de rechter om te beoordelen, op basis van de specifieke feiten
en omstandigheden, of en in hoeverre de eigenaar verantwoordelijk is.
Het Rijk heeft geen wettelijke verantwoordelijkheid voor het financieren van de schade
van drugsafvaldumpingen. Sinds 2015 wordt vanuit het Rijk desalniettemin geld beschikbaar
gesteld voor particulieren en gemeenten ter (co)financiering van de geleden schade.
Initieel was dit vanuit het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en vanaf 2019
is hiervoor op de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid 1 mln. euro
per jaar beschikbaar. Particulieren kunnen 100% van de kosten vergoed krijgen en gemeenten
50% tot een maximum van 25.000 EUR. BIJ12, als uitvoeringsorganisatie van het Interprovinciaal
Overleg, voert deze Regeling uit. We zien sinds vorig jaar dat de kosten van het opruimen
van sommige drugslozingen het maximum van 25.000 EUR overschrijdt. Het Ministerie
van Justitie en Veiligheid is samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
in gesprek met het Interprovinciaal Overleg, BIJ12 en de provincie Noord-Brabant over
de problematiek van grootschalige drugslozingen. We kijken hoe we gezamenlijk een
oplossing kunnen vinden voor de problematiek.
Vraag 5
Klopt het dat u op 14 december 2021 bent aangeschreven door de provincie Noord-Brabant
in verband met de zaak van de 90-jarige Toon Francken? Zo ja, heeft u al op dit schrijven
gereageerd? Bent u bereid een afschrift van uw reactie aan de Kamer te sturen?
Antwoord 5
Ja, mijn ambtsvoorganger heeft inderdaad een brief ontvangen waarin de complexe problematiek
en grote financiële gevolgen van de drugsdumpingen in Zundert en Halsteren helder
uiteen worden gezet. Ik begrijp dat de impact op de betrokken gebieden en individuele
betrokkenen erg groot is.
Ik heb de provincie hierop in een brief laten weten dat het Ministerie van Justitie
en Veiligheid samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek
is met het Interprovinciaal Overleg, BIJ12 en de provincie Noord-Brabant over de problematiek
van grootschalige drugslozingen in het algemeen. De antwoordbrief van 23 maart jl.
is opgenomen in de bijlage bij deze brief.2 We kijken hoe we gezamenlijk een oplossing kunnen vinden voor de brede problematiek.
Ik zal uw Kamer, mede namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
voor de zomer informeren over de stand van zaken hiervan.
Vraag 6
Klopt het dat de provincie Noord-Brabant om financiële middelen of garantstelling
heeft gevraagd?
Antwoord 6
Ja, de provincie heeft in december 2021 een brief gestuurd met een aanvraag voor financiële
middelen ten behoeve van het treffen van tijdelijke maatregelen en sanering van de
bodemverontreiniging in Zundert.
Vraag 7
Wat vindt u ervan dat de provincie en/of de gemeente enerzijds een procedure starten
tegen een hoogbejaarde man om hem verantwoordelijk te houden voor de drugsdumping
en anderzijds het Rijk om financiële middelen vragen?
Antwoord 7
Over de specifieke situatie en de betrokkenheid van de perceeleigenaar hierbij kan
ik, zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven, geen uitspraken doen. Wat betreft
het verzoek aan het Rijk: zoals in het antwoord op vraag 5 aangegeven heb ik een brief
ontvangen van bestuurders van de provincie Noord-Brabant, waterschap Brabantse Delta
en de gemeente Zundert over de problematiek van grootschalige drugslozingen en de
hoge kosten die dit met zich meebrengt. Over deze problematiek in algemene zin zijn
mijn Ministerie en dat van Infrastructuur en Waterstaat in gesprek met betrokken partijen.
Vraag 8
Is er inmiddels overleg geweest met de provincie en/of de gemeente Zundert naar aanleiding
van deze brief? Zo ja, wat is afgesproken?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 9
Bent u bereid in overleg te treden met de gemeente Zundert, met in ieder geval als
doel er voor te zorgen dat deze 90-jarige meneer, die part noch deel heeft aan de
drugsdumping, niet opdraait voor de kosten? Zo niet, waarom niet? Zo ja, hoe gaat
u hier voor zorgen?
Antwoord 9
Zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven, kan ik niet treden in een individuele
zaak.
Vraag 10
Deelt u de mening van de woordvoerder van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) dat het niet de bedoeling kan zijn dat onschuldige inwoners de dupe worden van
de alsmaar zwaardere en brutalere ondermijnende drugscriminaliteit? Zo niet, waarom
niet? Zo ja, hoe wilt u dit probleem aanpakken?
Antwoord 10
Ja; onschuldige inwoners mogen niet de dupe worden van ondermijnende drugscriminaliteit.
Daarom zet ik in op het voorkomen van drugsafval door de aanpak van de drugsproductie.
Zoals ik ook heb benadrukt in mijn brief van 26 april 2022 aan de Kamer, zet het kabinet
aanzienlijke extra structurele middelen in om de georganiseerde ondermijnende criminaliteit
aan te pakken.3 Door de ondermijnende criminaliteit hard aan te pakken, wordt het voor producenten
van synthetische drugs moeilijker hun waren in Nederland te produceren, hetgeen naar
verwachting resulteert in minder dumpingen.
Zoals in het antwoord op vraag 4 vermeld hangt het van de specifieke omstandigheden
af welke verantwoordelijkheid op een perceeleigenaar rust en wordt sinds 2015 vanuit
het Rijk geld beschikbaar gesteld voor particulieren en gemeenten ter (co)financiering
van de geleden schade.
Vraag 11
Klopt het dat het aantal drugsdumpingen de laatste jaren is toegenomen? Kunt u hier
cijfers van delen?
Antwoord 11
Uit cijfers van de politie blijkt dat het aantal drugsdumpingen 206 in 2017, 292 in
2018, 191 in 2019, 178 in 2020 en 208 in 2021 betrof. Het is van belang hierbij op
te merken dat dumpingen onderling enorm verschillen in aard en omvang. Al deze dumpingen
tellen in dezelfde mate mee in bovenstaande cijfers. De politie geeft aan dat er in
2021 weliswaar meer dumpingen hebben plaatsgevonden, maar dat het vermoeden bestaat dat het volume van het totaal aangetroffen drugsafval minder is dan het voorgaande jaar.
Vraag 12
Bent u het er mee eens dat drugdumpingen een landelijk probleem zijn en dus niet zozeer
een gemeentelijk probleem en dat het dan ook niet gek zou zijn als de landelijke overheid
regie zou nemen bij het ruimen van drugsdumpingen, in plaats van dit over te laten
aan afzonderlijke gemeentes dan wel provincies? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven kunnen in het geval van drugsafvaldumpingen,
afhankelijk van de specifieke omstandigheden, verschillende wetten van toepassing
zijn. Het is daarmee ook afhankelijk van de specifieke situatie wie verantwoordelijk
is voor het opruimen van het afval. In het algemeen geldt dat de veroorzaker verantwoordelijk
is, maar deze is vaak niet bekend. Het bevoegd gezag is meestal de gemeente of provincie.
Omdat de situatie altijd lokaal zal verschillen, zie ik geen meerwaarde van regie
van de landelijke overheid op het opruimen van drugsafvaldumpingen.
Vraag 13
Waarom is er slechts 1 miljoen euro beschikbaar gesteld om grondeigenaren te compenseren
en waarom wordt er maximaal 25.000 euro per aanvrager uitgekeerd, terwijl duidelijk
is dat dit niet genoeg is en de betreffende particulieren, bedrijven en natuurorganisaties
met de schade blijven zitten? Hoe vaak is er in 2021 en 2022 een beroep gedaan op
de schadevergoedingsmaatregel en kan daarbij worden aangegeven om welke bedragen de
aanvragen gingen?
Antwoord 13
Het bedrag van 1 mln. euro per jaar is bij de totstandkoming van de huidige regeling
mede gebaseerd op een raming van een onafhankelijk onderzoeksbureau. Er is gekozen
voor een maximum uitkering van 25.000 euro per aanvraag vanwege de (snelle) uitvoerbaarheid
van de Regeling door middel van een lichte toets. Ik heb begrepen dat uit overleg
met het Interprovinciaal overleg, BIJ12 en de provincie Noord-Brabant is gebleken
dat de Regelingen de afgelopen jaren goed dienst hebben gedaan. Dit geldt nog steeds
voor het overgrote deel van de dumpingen. In 2021 waren er 64 aanvragen, waarvan alle
aanvragen (gedeeltelijk) zijn toegekend. Wel is uit analyse gebleken dat in 2021 verder
nog 12 aanvragen waren waarbij de kosten boven de 25.000 euro uit kwamen. Dit betrof
bedragen tussen de 25.000 en 190.000. Daarnaast is sprake van enkele zeer grootschalige
drugslozingen. Over de problematiek van drugsafvaldumpingen die het maximum van de
regeling overschrijden ben ik, zoals in het antwoord op vraag 5 aangegeven, samen
met mijn collega van Infrastructuur en Waterstraat in overleg met alle betrokken partijen.
In 2022 is er tot dusver 22 keer een aanvraag gedaan voor subsidie van de opruimingskosten
van drugsafval.
Vraag 14
Vindt u dat het aan gemeentes is om financieel bij te springen? Hebben gemeentes daarvoor
volgens u voldoende middelen?
Antwoord 14
Zoals in het antwoord op vraag 4 aangegeven is er een regeling waarmee gemeenten een
tegemoetkoming van 50% van de kosten kunnen krijgen. Vanuit het Ministerie van Justitie
en Veiligheid hebben we weinig zicht op de financiële middelen van individuele gemeenten.
In het algemeen is het beeld dat de Regeling goed dienstdoet. De problematiek van
grootschalige drugslozingen, zoals in Zundert, in relatief nieuw en vraagt om een
andere benadering. Zoals in het antwoord op vraag 5 aangegeven zijn mijn ambtenaren
samen met hun collega’s van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat in overleg
met betrokken partijen over de problematiek van grootschalige drugslozingen.
Vraag 15
Erkent u dat de vervuiling alleen maar toeneemt zolang er strijd ontstaat over de
verantwoordelijkheid voor de kosten van de ruiming?
Antwoord 15
In algemene zin is het uiteraard niet wenselijk dat een eventuele strijd over de kosten
van een ruiming zou leiden tot het eventueel toenemen van de vervuiling. Uit de informatie
die ik van lokaal betrokken partijen bij de situatie in Zundert heb ontvangen begrijp
ik dat er tijdelijke beschermingsmaatregelen zijn getroffen.
Vraag 16
Is het, ook vanuit het oogpunt van de bescherming van natuur en drinkwater, niet wenselijk
dat het Rijk snel stappen zet om te voorkomen dat er vertraging bij de sanering ontstaat
vanwege de kosten?4
Antwoord 16
Uit de vraag begrijp ik dat u vraagt naar de situatie in natuurgebied Brabantse Wal,
waar ook een drugslozing heeft plaatsgevonden. De Staatssecretaris van het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat heeft, mede namens mij, hierover eerder vragen beantwoord.5 In de antwoorden op deze vragen is aangegeven dat het aan het bevoegd gezag is, in
dit geval de provincie Noord-Brabant, om de risico’s voor mens en milieu te beoordelen
en dat door betrokken partijen reeds stappen zijn genomen om de grootste lading aan
verontreinigende stoffen weg te nemen. Ook vindt overleg plaats tussen de provincie
Noord-Brabant, Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) en de terreineigenaar
Brabants Landschap over aanpak van de resterende sanering. Het is dus niet aan het
Rijk, maar aan lokaal betrokken partijen om hier te handelen en dit gebeurt ook.
Vraag 17
Welke maatregelen gaat u nemen om er voor te zorgen dat onschuldige grondeigenaren
niet blijven zitten met enorme kosten voor het opruimen en de saneringen van drugsdumpingen
wel spoedig plaatsvinden?
Antwoord 17
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 18
Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden, in ieder geval voor
het commissiedebat drugsbeleid?
Antwoord 18
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.