Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Haga over sluiten operatiekamers Gronings ziekenhuis
Vragen van het lid Van Haga (Groep Van Haga) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over sluiten operatiekamers Gronings ziekenhuis (ingezonden 4 april 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 11 mei
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2529.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Gronings ziekenhuis sluit helft operatiekamers door
ziekteverzuim»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het sluiten van operatiekamers vanwege personeelstekort in een
welvarend land als Nederland geen pas geeft? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Ik begrijp dat het voor patiënten zeer vervelend is als hun operatie wordt uitgesteld.
Zorgaanbieders doen hun uiterste best om de zorg aan patiënten zo snel en zo goed
mogelijk te bieden. Uit de laatste NZa monitor Toegankelijkheid van Zorg (31 maart
2022)2 blijkt dat de ziekenhuizen de planbare zorg de afgelopen weken hebben kunnen opschalen.
Het ziekteverzuim in alle zorgsectoren is echter nog steeds hoog. Dat maakt dat op
sommige plekken, waaronder in dit Gronings ziekenhuis, het onvermijdelijk was om de
niet-acute operaties uit te stellen.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat de hoge werkdruk, het relatief lage salaris en het
zware werk de belangrijkste redenen zijn voor het personeelstekort? Wat is uw beleid
hiertegen?
Antwoord 3
Nee. Uit het uitstroomonderzoek van RegioPlus (oktober 2021)3 blijkt dat het gebrek aan loopbaanmogelijkheden, de uitdagingen in werkzaamheden
en de manier van werken belangrijkste redenen zijn voor het vertrek van medewerkers.
Het personeelstekort binnen de zorg wordt voornamelijk veroorzaakt door de stijgende
zorgvraag in combinatie met de beperkte toename van zorgpersoneel. Deze kabinetsperiode
heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport (LZS) als speerpunt om het werken
in de zorg aantrekkelijk te maken en te houden. Een brief met de hoofdlijnen van deze
aanpak wordt voor het commissiedebat van 11 mei toegestuurd. Voor het arbeidsmarktbeleid
in de zorg heeft het Kabinet ook extra middelen beschikbaar gesteld, oplopend tot
130 miljoen euro structureel vanaf 2023.
Ik zie uiteraard wel dat veel zorgmedewerkers met name de afgelopen twee jaar onder
uitzonderlijk grote druk hebben gestaan. In alle zorgsectoren is het ziekteverzuim
nog steeds zorgwekkend hoog. Het is aannemelijk dat corona een van de belangrijke
oorzaken is voor dit hoge verzuim. Ook de extreem hoge werkdruk en de emotioneel zware
omstandigheden door de coronacrisis kunnen hebben geleid tot meer verzuim. Veel zorgorganisaties
creëren ruimte voor mentale ondersteuning aan medewerkers. Voor wie daar geen gebruik
van wil of kan maken, ondersteunt de Minister voor LZS verschillende initiatieven
zoals het contactpunt «Psychosociale ondersteuning voor zorgprofessionals» en het
actieplan «Veerkracht en Zeggenschap» van V&VN, BSPW en de werkgeversorganisaties.
Tot slot wil ik graag opmerken dat ik van mening ben dat de sector niet geholpen is
bij een dusdanig negatieve framing over het werken in de zorg. Veel zorgmedewerkers
voeren met grote passie hun beroep uit. We staan voor de gezamenlijke opgave om toekomstige
en huidige zorgmedewerkers in staat te stellen om dit nu en in de toekomst te blijven
doen.
Vraag 4
Bent u bekend met het de berekeningen in het Prognosemodel Zorg en Welzijn, gemaakt
voordat COVID-19 opkwam, waaruit blijkt dat we in 2022 in het slechtste geval al 74.000
mensen tekortkomen? Zo ja, wat doet u met deze cijfers?
Antwoord 4
Voor het Prognosemodel Zorg en Welzijn zijn in 2020 vanwege de onzekerheid door COVID-19
twee scenario’s ontwikkeld; een corona basisscenario en corona tweede golf scenario.
Op basis van deze prognoses lag het verwachtte personeelstekort in 2022 tussen de
56 en 74 duizend zorgmedewerkers.
Begin dit jaar heeft de Minister voor LZS uw Kamer geïnformeerd over de nieuwe uitkomsten
van het Prognosemodel Zorg en Welzijn die op 13 december 2021 door ABF zijn opgeleverd4. Via deze brief heeft zij u geïnformeerd over de prognoses op landelijk niveau per
branche en per beroepsgroep in 2022 en in 2031. Uit deze nieuwe prognose blijkt dat
het verwachte tekort in 2022 bijna 49 duizend zorgmedewerkers bedraagt. Dit is lager
dan het vorig jaar geraamde tekort van 56 tot 74 duizend personen.
Vraag 5
Wat is uw plan om het chronische personeelstekort in de zorg het hoofd te bieden,
aangezien volgens berekeningen van de Sociaal Economische Raad (SER) er in 2040 meer
dan twee miljoen mensen nodig zijn in de zorg en er in 2020 zo’n 1,4 miljoen mensen
in de zorg werkzaam waren?
Antwoord 5
Medio mei ontvangt uw Kamer een brief met de arbeidsmarktaanpak op hoofdlijnen.
Vraag 6
Heeft u de bereidheid om een nationale taskforce voor het oplossen van het chronische
personeelstekort in de zorg in het leven te roepen? Zo ja, wilt u de Kamer laten weten
hoe u zo’n taskforce gaat inrichten en binnen welke termijn we resultaten en oplossingsscenario’s
kunnen verwachten?
Antwoord 6
Nee. De afgelopen jaren hebben verschillende organen en commissies, waaronder de SER
en de Commissie Werken in de Zorg, nuttige adviezen gegeven over de arbeidsmarkt in
de zorg. Op 12 april 2022 heeft uw Kamer ook de eindrapportage ontvangen van de taskforce
Ondersteuning optimale inzet zorgverleners5. Het wordt tijd om nu gezamenlijk aan de slag te gaan met deze adviezen. Een nieuwe
nationale taskforce lijkt mij daarbij niet nodig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.