Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Omtzigt en Van Nispen over de landsadvocaat en fraude-onderzoeken
Vragen van de leden Omtzigt (Omtzigt) en Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de landsadvocaat en fraude-onderzoeken (ingezonden 4 maart 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 11 mei 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 2223.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat het kantoor van de landsadvocaat Pels Rijcken,
weigert om het intern verrichte fraudeonderzoek openbaar te maken en/of te delen met
het openbaar ministerie (OM)?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van de berichtgeving in de NRC van 21 februari jl. waarin wordt
gesteld dat Pels Rijcken weigert interne fraudeonderzoeken met het Openbaar Ministerie
(hierna: OM) te delen.
Het OM en Pels Rijcken doorlopen momenteel de geëigende wettelijke procedure die bestaat
voor verstrekking van gegevens waarop een geheimhoudingsplicht rust. Pels Rijcken
heeft volgens het OM de globale onderzoeksresultaten van de in opdracht van Pels Rijcken
uitgevoerde onderzoeken beschikbaar gesteld aan het OM. Voor zover de verzochte informatie
gegevens betreft waarop een geheimhoudingsplicht rust, voorziet de wet in een procedure
waarbij de rechter-commissaris bepaalt of de informatie kan worden vrijgegeven ten
behoeve van het strafrechtelijk onderzoek. Ik licht dat nader toe.
De gegevens over individuele zaken vallen onder de wettelijke geheimhoudingsplicht
die advocaten en notarissen hebben jegens hun cliënten. Het Wetboek van Strafvordering
geeft de geheimhouder (in dit geval de advocaten en notarissen van Pels Rijcken) een
weigeringsgrond in het geval van het leggen van beslag (art. 98 jo art. 218 Sv), in
geval van een bevel tot uitlevering van voor in beslagneming vatbare voorwerpen (art.
96a lid 3 sub jo. art. 218 Sv), of in geval van een vordering tot het verstrekken
van gegevens (art. 126nd lid 2 jo. art. 96a lid 3 sub b jo. art. 218 Sv). Pels Rijcken
heeft aangegeven dat deze informatie onder de geheimhoudingsplicht valt en dat de
rechter-commissaris via een toetsingsprocedure dient te bepalen welke informatie kan
worden vrijgegeven voor het strafrechtelijk onderzoek. Hierbij is van belang te vermelden
dat Pels Rijcken niet exclusief voor de Staat werkt en door (andere) cliënten zowel
tuchtrechtelijk als civielrechtelijk aansprakelijk kan worden gesteld voor schending
van de geheimhoudingsplicht. Het OM heeft ook belang bij een zorgvuldige procedure
zodat over de bruikbaarheid van het bewijs later geen discussie kan ontstaan. Het
OM heeft inmiddels meerdere vorderingen ingediend bij de rechter-commissaris. Een
aantal van die vorderingen is reeds (deels) gehonoreerd door de rechter-commissaris.
In die gevallen is geoordeeld dat vanwege de uitzonderlijke omstandigheden van deze
zaak het verschoningsrecht diende te wijken voor de waarheidsvinding. Tegen deze beslissing
staat beklag open bij de rechtbank. Van die beklagprocedure is door Pels Rijcken geen
gebruik gemaakt.
Vraag 2
Wanneer bent u ervan op de hoogte gesteld dat het fraudeonderzoek niet gedeeld wordt
met het OM? Welke actie heeft u toen ondernomen?
Antwoord 2
Het artikel waarin de stelling wordt ingenomen dat Pels Rijcken weigert het onderzoek
dat door Deloitte is uitgevoerd te delen met het OM is gebaseerd op een mailwisseling
die ik op 17 februari jl. in het kader van een verzoek in het kader van de Wet openbaarheid
van bestuur openbaar heb gemaakt. In die mailwisseling is te lezen dat op 15 juli
2021 door een medewerker van het OM aan mijn departement werd gemeld dat Pels Rijcken
zich op het standpunt stelde dat verstrekking van de desbetreffende gegevens pas kon
plaatsvinden na toetsing door de rechter-commissaris. Dit is een gebruikelijke procedure
als het gaat om informatie waarop een geheimhoudingsplicht rust. Mijn voorganger heeft
uw Kamer hierover geïnformeerd bij brief van 16 juli 2021.2
Vraag 3
Kunt u de uitkomsten van dit fraudeonderzoek, die u kent, delen met de Kamer?
Antwoord 3
Bij brief van 17 september 2021 heeft de VKC mij gevraagd het onderzoek uitgevoerd
door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic & Dispute Services B.V. aan de Kamer te
doen toekomen. Bij brief van 17 november 2021 heeft mijn ambtsvoorganger uw Kamer
gemeld dat dit onderzoek niet bij hem berust, maar uitsluitend bij het kantoor van
de Landsadvocaat en de instanties die het onderzoek hebben uitgevoerd.
De eindresultaten van het onderzoek uitgevoerd door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic
& Dispute Services B.V. zijn neergelegd in een overkoepelend verslag van handelingen
en bevindingen. Gelet op het belang om uw Kamer zo volledig mogelijk te informeren,
is het onderzoek uitgevoerd door Van Doorne N.V. en Deloitte Forensic & Dispute Services
B.V. via het kantoor van de Landsadvocaat aan uw Kamer tot medio maart 2022 ter vertrouwelijke
inzage gelegd. Het rapport is inmiddels geretourneerd aan het kantoor van de Landsadvocaat.
Vraag 4
Zijn er door uw ministerie of het OM afspraken gemaakt met Pels Rijcken over het openbaar
maken van dit interne onderzoek of het delen van het interne onderzoek met het OM
(en/of het Ministerie van J&V)? Zo ja, kunt u dan aangeven welke afspraken daarover
gemaakt zijn en wanneer die gemaakt zijn?
Antwoord 4
Nee. Zoals ik mijn antwoord op vraag 1 heb beschreven, heeft Pels Rijcken aan het
OM aangegeven dat voor informatie die onder de geheimhoudingsplicht valt (van de advocaten
en notarissen van Pels Rijcken) de rechter-commissaris via een toetsingsprocedure
dient te bepalen welke informatie kan worden vrijgegeven voor het strafrechtelijk
onderzoek.
Vraag 5
Is deze weigering transparant te zijn tegenover uw ministerie en/of het OM voor u
een reden om de zakelijke relatie met Pels Rijcken als landsadvocaat zo spoedig mogelijk
te beëindigen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee. Het OM en Pels Rijcken doorlopen momenteel de geëigende wettelijke procedure
die bestaat voor verstrekking van gegevens waarop een geheimhoudingsplicht rust.
Vraag 6
Wie is de externe deskundige op het gebied van governance en integriteit, die samen
met de Haagse deken Arjen van Rijn en de Rotterdamse deken Peter Hanenberg onderzoek
gedaan heeft?3
Antwoord 6
Uit het persbericht van de Haagse deken van 12 augustus 2021 naar aanleiding van de
afronding van zijn onderzoek maak ik op dat de externe deskundige is prof. Dr. Rob
van Eijbergen, hoogleraar Kwaliteit en integriteit van organisaties aan de VU.4
Vraag 7
Hoe luidde de onderzoeksopdracht aan deze onderzoekscommissie en welk(e) persoon/personen
heeft/hebben de reikwijdte van die opdracht opgesteld en/of verstrekt?
Antwoord 7
Net als de Minister voor Rechtsbescherming5 ben ik, gelet op de onafhankelijkheid van de advocatuur en het toezicht daarop, terughoudend
met het reageren op een individuele casus. De deken in het arrondissement Den Haag
is de bevoegde toezichthouder op de advocaten van het kantoor Pels Rijcken. Het is
aan de deken als toezichthouder om bij het doen van onderzoek naar mogelijke misstanden
bij advocaten, de opzet en omvang van het onderzoek te bepalen. Uit het in antwoord
op vraag 6 genoemde persbericht van de Haagse deken maak ik op dat het onderzoek was
gericht op de mogelijke betrokkenheid van de advocaten bij de omvangrijke notariële
fraude en naar de kantoororganisatie.
Vraag 8
Is er overleg geweest met de Minister of het Ministerie van J&V met betrekking tot
dit onderzoek? Zo ja, welke informatie is gedeeld?
Antwoord 8
Nee. Het is aan de toezichthouder om te bepalen of onderzoek nodig is en wat de opzet
van dat onderzoek is. Wel heeft mijn ambtsvoorganger na afronding van het onderzoek,
zoals is gemeld in zijn brief van 19 november jl., vanuit de hoedanigheid als cliënt
contact gezocht met de Haagse deken om aandacht te vragen voor de berichtgeving over
de sociale veiligheid in de NRC van 3 november 2021, als signaal ten behoeve van het
lopende toezichttraject.
Vraag 9
Klopt het dat de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) een spil is in het afhandelen
van miljardenclaims tegen beursgenoteerde bedrijven?6
Antwoord 9
De Vereniging van Effectenbezitters (VEB) start juridische acties wanneer beleggers
naar inzicht van de vereniging collectief gedupeerd zijn en men aanleiding ziet om
een schadevergoeding te bewerkstelligen. Of dat om miljarden gaat zal afhangen van
de casus.
Vraag 10
Bent u ermee bekend dat gerechtigden niet altijd een claim indienen en dat er dus
geld overblijft van die claims?
Antwoord 10
Ja, het is aan gerechtigden zelf om uiteindelijk daadwerkelijk aanspraak te maken
op toegekende compensatie. Voor verbindend verklaarde schikkingen bepaalt de rechter
hoe de gedupeerde gerechtigden bericht hierover moeten worden, zodat zoveel mogelijk
gerechtigden worden bereikt.
Vraag 11
Bent u ermee bekend dat er met de claims gefraudeerd wordt?7
Antwoord 11
Ja, dat is mij bekend.
Vraag 12
Is de VEB zelf ook onderwerp van onderzoek in de fraudezaak?
Antwoord 12
Over lopende onderzoeken doe ik zoals bekend, in het belang van de lopende onderzoeken,
geen uitspraken.
Vraag 13
Heeft u of uw ministerie onderzoek laten doen naar de vraag waarom de volledige Raad
van Commissaren van de VEB in juli 2021 is opgestapt en of het opstappen gerelateerd
is aan het onderzoek naar de fraude door Frank O.? Zo ja, wat was de uitkomst van
dit onderzoek? Zo nee, waarom niet en bent u bereid om dat alsnog te doen?8
Antwoord 13
Nee, we hebben geen onderzoek daarnaar laten doen. Voor zover uw vraag ziet op het
strafrechtelijk onderzoek zoals dat door het OM wordt uitgevoerd, kan ik daarover
geen mededelingen doen.
Vraag 14
Klopt het dat een voormalig partner van Pels Rijcken en advocaat van de VEB de is
executeur-testamentair van Frank O. is en zijn nalatenschap beheert?
Antwoord 14
Zoals u weet kan ik geen mededelingen doen over lopende onderzoeken.
Vraag 15
Is het privé vermogen van Frank O. ook onderdeel van het onderzoek naar de fraude
bij Pels Rijcken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 15
Zoals u weet kan ik geen mededelingen doen over lopende onderzoeken.
Vraag 16
Hoe is geborgd dat belangenconflicten zijn uitgesloten, zoals deze advocaat die ook
de VEB vertegenwoordigt en voormalig partner bij Pels Rijcken is geweest?
Antwoord 16
In het algemeen geldt het volgende. Gelet op Gedragsregel 15, eerste lid, is het voor
advocaten niet toegestaan tegen een voormalige of bestaande cliënt of die van zijn
of haar kantoorgenoten op te treden, behoudens bijzondere omstandigheden. Leden 3
en 4 van Gedragsregel 15 geven invulling aan die bijzondere omstandigheden. Een advocaat
kan afwijken van de norm indien, kort gezegd, het niet om dezelfde zaak gaat, de advocaat
niet beschikt over vertrouwelijke of zaaksgebonden informatie over de voormalige of
bestaande cliënt en niet is gebleken van redelijke bezwaren van de voormalige of bestaande
cliënt (lid 3). Ook indien de voormalig of bestaande cliënt vooraf toestemming heeft
gegeven kan worden afgeweken van de algemene norm (lid 4). Het is aan de advocaat
zelf om een afweging te maken of er sprake is van (mogelijke) belangenverstrengeling,
waarbij hij zo nodig advies kan inwinnen bij de lokale deken.
Vraag 17
Klopt het dat uw voorganger al veel eerder op de hoogte was een grote fraudezaak bij
Pels Rijcken van het kantoor zelf? Welke fraudezaak betrof dat?9
Antwoord 17
Bij brief van 1 oktober 2021 heeft mijn voorganger uw Kamer hierover het volgende
gemeld:
In maart 2019 heeft de voorzitter van het College van procureurs-generaal mij één
op één en marge van een overleg vertrouwelijk medegedeeld dat er aanwijzingen waren
van mogelijk strafbaar handelen van een notaris van Pels Rijcken en dat er een embargo
onderzoek was gestart. Daarbij zijn geen verdere details met betrekking tot dit embargo
onderzoek gedeeld.
Op 26 augustus 2020 heeft de plaatsvervangend voorzitter van het College van procureurs-generaal
mij mondeling bericht dat er sprake was van een strafrechtelijke verdenking, dat het
strafrechtelijk onderzoek was aangevangen en dat de verdachte zou worden verhoord.
Op 17 september 2020 heeft de Directeur-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
(DGRR) mij medegedeeld dat de Landsadvocaat aan haar als vertegenwoordiger van mijn
ministerie op 14 september 2020 had gemeld dat het hiervoor genoemde strafrechtelijk
onderzoek liep.10
Dit betrof het onderzoek naar een omvangrijke fraude door een notaris/bestuursvoorzitter
van het kantoor van de Landsadvocaat Pels Rijcken.
Vraag 18
Was er een claimstichting onderdeel van deze fraudezaak? Zo ja, was er een band met
de VEB?
Antwoord 18
Zoals u weet kan ik geen mededelingen doen over lopende onderzoeken.
Vraag 19
Wie heeft uw voorganger op de hoogte gesteld en welke informatie is hem toen verstrekt?
Antwoord 19
Bij brief van 1 oktober 2021 heeft mijn voorganger uw Kamer hierover het volgende
gemeld:
In maart 2019 heeft de voorzitter van het College van procureurs-generaal mij één
op één en marge van een overleg vertrouwelijk medegedeeld dat er aanwijzingen waren
van mogelijk strafbaar handelen van een notaris van Pels Rijcken en dat er een embargo
onderzoek was gestart. Daarbij zijn geen verdere details met betrekking tot dit embargo
onderzoek gedeeld.
Op 26 augustus 2020 heeft de plaatsvervangend voorzitter van het College van procureurs-generaal
mij mondeling bericht dat er sprake was van een strafrechtelijke verdenking, dat het
strafrechtelijk onderzoek was aangevangen en dat de verdachte zou worden verhoord.
Op 17 september 2020 heeft de Directeur-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving
(DGRR) mij medegedeeld dat de Landsadvocaat aan haar als vertegenwoordiger van mijn
ministerie op 14 september 2020 had gemeld dat het hiervoor genoemde strafrechtelijk
onderzoek liep.11
Vraag 20
Welke informatie met betrekking tot strafbare feiten en/of strafzaken inzake malversaties
bij het indienen van claims bij claimstichtingen is sinds 2010 gedeeld met de bewindspersonen
en met (de medewerkers) van uw ministerie (en de rechtsvoorgangers)? Kunt u een uitputtende
lijst geven?
Antwoord 20
Dergelijke overzichten zijn er niet. In het algemeen kan het volgende worden aangegeven.
Collectieve schikkingen hebben in de afgelopen jaren ertoe bijgedragen dat veel rechtzoekenden
een vergoeding hebben gekregen van hun schade, zonder dat zij hiervoor een individuele
procedure bij de rechter hebben hoeven voeren. Het is denkbaar dat een rechtszoekende
ten onrechte aanspraak heeft gemaakt op een vergoeding. Om die reden zijn waarborgen
ingebouwd voor de daadwerkelijke uitkeringen onder een schikking. Indien achteraf
blijkt dat ten onrechte een uitkering is gedaan aan iemand die daarop geen recht heeft,
dan kan dit worden teruggevorderd.
Vraag 21
Had Frank O. een rol bij de afwikkeling van de betreffende claim(s) ter zake waarvan
de (straf)zaak over vermeende malversaties diende?
Antwoord 21
Zoals u weet kan ik geen mededelingen doen over lopende onderzoeken.
Vraag 22
Is er jurisprudentie over civiele en/of strafzaken met betrekking tot (malversaties
bij) het indienen van (valse) claims? Kunt u een volledige lijst geven?
Antwoord 22
Voor een overzicht van gepubliceerde rechterlijke uitspraken verwijs ik u naar de
website www.rechtspraak.nl.
Vraag 23
Zo ja, kunt u de ECLI-nummers noemen waaronder deze zaken openbaar gemaakt zijn?
Antwoord 23
Zie het antwoord op vraag 22.
Vraag 24
Kunt u bevorderen dat de uitspraak van deze zaak bij de rechtbank Rotterdam in zijn
geheel gepubliceerd wordt? Kunt u ook aangeven waarom deze zaak tot nu toe niet openbaar
geworden is?12
Antwoord 24
De beslissing om rechterlijke uitspraken al dan niet te publiceren, is aan de onafhankelijke
rechtspraak. De Raad voor de rechtspraak hanteert selectiecriteria voor het publiek
toegankelijk maken van uitspraken door middel van opname in een databank op de website
www.rechtspraak.nl. Het gaat om uitspraken die maatschappelijk en/of juridisch in het bijzonder en op
zichzelf staand relevant worden geacht.13 Uw Kamer is op 24 maart jl. nader geïnformeerd over de publicatie van rechterlijke
uitspraken.14
Vraag 25
Wilt u een overzicht geven van alles wat er de afgelopen drie jaar bekend geworden
is over het kantoor van de landsadvocaat of waarin dat kantoor een rol speelt? Wilt
u daarvan een overzicht verstrekken (geen verwijzingen) waarin alle bewezen fraude,
malversaties, verdenkingen, onderzoeken en strafzaken punt-voor-punt worden genoemd?
Antwoord 25
Dergelijke overzichten zijn er niet. Er is mij overigens geen andere fraudekwestie
bij het kantoor van de Landsadvocaat bekend dan de aan het licht gekomen en reeds
aan uw Kamer gemelde fraude door de voormalige bestuursvoorzitter van het kantoor.
Vraag 26
Wilt u het antwoord op de vorige vraag voorleggen aan de ministerraad en aan de ministerraad
vragen of zo’n kantoor nog geschikt is om de rol van landsadvocaat te hebben?
Antwoord 26
Zoals ik bij de vorige vraag heb aangegeven zijn dergelijke overzichten er niet.
Vraag 27
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord op vraag 27
De vragen zijn een voor een en zo spoedig als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.