Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over de “erkenning van de Armeense genocide”
Vragen van het lid Eppink (Ja21) aan de Minister-President over de erkenning van de Armeense genocide (ingezonden 20 april 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister-President
(ontvangen 9 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bereid om eindelijk de Armeense genocide onomwonden te erkennen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 1
De motie Voordewind c.s. over dit onderwerp is onder beraad bij het kabinet. Zoals
de Kamer bekend (Kamerstuk 35 925 V, nr. 84 d.d. 8 maart jl.) zal Nederland in de komende maanden met een aantal gelijkgestemde
EU lidstaten spreken over de erkenning van genocides. Daarbij zal worden verkend hoe
deze landen aankijken tegen het gezamenlijk erkennen van genocides en onder welke
voorwaarden daartoe zou kunnen worden overgegaan. Voor Nederland geldt dat uitspraken
van internationale gerechts- of strafhoven, wetenschappelijk onderzoek en/of vaststellingen
door de VN Veiligheidsraad hierbij zwaarwegend zijn.
Vraag 2
Bent u bereid deze vraag te beantwoorden vóór aanstaande zondag 24 april, de 107e
herdenkingsdag van de Armeense genocide?
Antwoord 2
Uw vraag is z.s.m. beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M. Rutte, minister van Algemene Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.