Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht dat de ggz in het eerste kwartaal al een miljoenenverlies lijdt
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de ggz in het eerste kwartaal al een miljoenenverlies lijdt (ingezonden 13 april 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 9 mei 2022).
Vraag 1
Wat is uw rectie op het bericht dat de geestelijke gezondheidszorg (ggz) in het eerste
kwartaal van 2022 al een miljoenenverlies lijdt?1
Antwoord 1
Zoals aangegeven in mijn brief van 9 mei jl. is het aan zorgverzekeraars om – uit
oogpunt van hun zorgplicht – in de contracten zodanige financiële afspraken te maken
met de ggz dat de continuïteit van zorg geborgd kan worden, wat overigens niet hetzelfde
is als de continuïteit van elke individuele zorgaanbieder. Als een ggz-aanbieder in
financieel zwaar weer verkeert, is de jaarlijkse contractering het eerst aangewezen
instrument om afspraken te maken over wat er moet gebeuren. Partijen hebben daarnaast
altijd de mogelijkheid om (indien nodig) aanvullende financiële afspraken te maken,
ook als contracten al gesloten zijn. Daarbij is het van belang dat er ten behoeve
van de contractering een goede informatieuitwisseling plaatsvindt tussen zorgaanbieder
en zorgverzekeraar.
Vraag 2
Hoe kan het zijn dat verschillende grote ggz-instellingen ruim drie maanden in het
nieuwe jaar nog steeds geen contracten hebben met de grote zorgverzekeraars?
Antwoord 2
De contractering is aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars. Contracten kunnen het
hele jaar door gesloten en waar nodig aangepast worden. Er is geen verplichting om
onderhandelingen voor een bepaalde datum afgerond te hebben.
Het is wel belangrijk dat verzekerden voor het maken van een keuze voor een zorgverzekering
over de nodige informatie beschikken. Daarom moeten zorgverzekeraars vanaf 12 november
– de start van het jaarlijkse overstapseizoen – aangeven welke vergoeding verzekerden
kunnen verwachten bij een zorgaanbieder. Als de onderhandelingen tussen een zorgverzekeraar
en zorgaanbieder nog lopen, kan een verzekeraar formeel aangeven dat er nog niets
bekend is over de vergoeding, maar het komt in dergelijke situaties ook voor dat een
verzekeraar dan aangeeft dat de zorg bij de aanbieder vergoed wordt alsof er sprake
is van een contract. Voor de in het artikel genoemde zorgaanbieders, Parnassia en
Pro Persona, is dat het geval.
Vraag 3
Wat gaat u eraan doen om ervoor te zorgen dat dit alsnog zo snel als mogelijk gebeurt,
en wat zijn uw plannen om een herhaling hiervan voor de komende jaren te voorkomen?
Antwoord 3
In het kader van de invoering van het zorgprestatiemodel per 2022, hebben de partijen
in de ggz bestuurlijk afgesproken gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor een
financieel verantwoorde, zorgvuldige en macroneutrale overgang van de oude naar de
nieuwe bekostiging. Dit moet zijn weerslag vinden in de contractering voor 2022. Zorgverzekeraars
Nederland (ZN) en de Nederlandse ggz (dNggz) spreken elkaar hier maandelijks over
in een bestuurlijk overleg met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) als toehoorder.
De NZa monitort daarnaast net als vorige jaren de contractering in de ggz in het algemeen.
In het Hoofdlijnenakkoord ggz 2019–2022 zijn hier afspraken over vastgelegd. De eerstvolgende
rapportage – over de contractering voor 2022 – volgt voor de zomer.
Het Hoofdlijnenakkoord loopt in 2022 af. Voor 2023 en verder zijn er nog geen bestuurlijke
afspraken gemaakt over de contractering en de monitoring daarvan. Ik vind het belangrijk
dat het gesprek tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders over verbeteringen in de
contractering gevoerd blijft worden. Knelpunten in de contractering blijven daarom
onderwerp van de bestuurlijke agenda.
Vraag 4
Welke maatregelen bent u van plan te nemen naar aanleiding van de constatering van
de belangenbehartiger van de Nederlandse ggz, dat twee miljoen verlies niet meer in
te halen is?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 1. Waar een ggz-instelling in financieel zwaar weer verkeert,
is de jaarlijkse contractering het eerst aangewezen instrument om afspraken te maken
over wat er moet gebeuren. Partijen hebben daarnaast altijd de mogelijkheid om (indien
nodig) aanvullende financiële afspraken te maken, ook als contracten al gesloten zijn.
Het is aan zorgverzekeraars om – uit oogpunt van hun zorgplicht – in de contracten
zodanige financiële afspraken te maken met de ggz dat de continuïteit van zorg geborgd
kan worden, wat overigens niet hetzelfde is als de continuïteit van elke individuele
zorgaanbieder. Daarbij is het van belang dat er ten behoeve van de contractering een
goede informatieuitwisseling plaatsvindt tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar.
Vraag 5
Hoe komt het dat ggz-aanbieders lagere tarieven krijgen dan vorige jaren, ondanks
dat dit met het nieuwe zorgprestatiemodel juist niet het geval zou moeten zijn?
Antwoord 5
Het is aan zorgverzekeraars en zorgaanbieders om tot goede afspraken te komen en steeds
meer en beter gebruik te maken van de handvatten die het zorgprestatiemodel daarvoor
aanreikt. Het zorgprestatiemodel geeft betere handvatten om in de contractering een
passende vergoeding voor geleverde zorg af te spreken dan de oude ggz-bekostiging.
Zowel voor zware als lichtere zorg. De oude bekostiging ging uit van gemiddelde trajecten
van diagnostiek en behandeling en werkte onderfinanciering van zwaardere zorg en overfinanciering
van lichtere zorg in de hand. De nieuwe bekostiging is gebaseerd op de feitelijke
inzet van beroepen en aantallen behandel- en diagnostiekconsulten. Daarbij zijn ook
aparte tarieven voor outreachende ggz en hoogspecialistische ggz geïntroduceerd.
De financiële effecten die ggz-aanbieders van de nieuwe ggz-bekostiging ondervinden
zijn niet alleen afhankelijk van de tariefafspraken, maar ook van de bredere financiële
(transitie)-afspraken die zij met zorgverzekeraars maken. Daarnaast kunnen er lopende
een jaar soms ook aanvullende afspraken worden gemaakt. Ook die kunnen financiële
impact hebben.
Ggz-partijen hebben vorig jaar binnen het programma Zorgprestatiemodel bestuurlijk
met elkaar afgesproken om gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen voor een financieel
verantwoorde, zorgvuldige en macroneutrale overgang naar het zorgprestatiemodel. ZN
en dNggz spreken elkaar daar maandelijks over in een bestuurlijk overleg met de NZa
als toehoorder.
Macroneutraliteit betekent overigens niet dat de invoering van de nieuwe ggz-bekostiging
voor elke zorgaanbieder financieel neutraal uitpakt. Met de nieuwe bekostiging wordt
namelijk ook een verschuiving van middelen beoogd van lichte naar zware ggz. De continuïteit
van zorg moet wel geborgd zijn.
Vraag 6
Hoe kan het dat in de afspraken tussen zorgverzekeraars en ggz-aanbieders de zorg
aan zwaardere doelgroepen onvoldoende gefinancierd wordt, en wat gaat u eraan doen
om dit nog dit jaar te verbeteren?
Antwoord 6
Ik heb geen zicht op de inhoud van de gemaakte afspraken of op de overwegingen van
een zorgaanbieder en zorgverzekeraar om tot een bepaalde afspraak te komen. In de
monitor contractering ggz die in juni verschijnt zal de NZa wel op hoofdlijnen ingaan
op de inhoud en het proces van de contractering 2022.
Het is aan zorgverzekeraars en zorgaanbieders om tot goede afspraken te komen. Daarnaast
hebben zij de mogelijkheid om – indien nodig – lopende het jaar aanvullende afspraken
te maken. Zorgverzekeraars zijn daarbij gehouden aan hun zorgplicht, ook voor hun
verzekerden die complexe ggz nodig hebben. De NZa ziet toe op de naleving van deze
zorgplicht, vanuit haar wettelijke taak.
Vraag 7
Wat is uw reactie op de oproep in het artikel om vaart te zetten achter «de noodzakelijke
akkoorden en programma’s»?
Antwoord 7
Zoals toegezegd in de brief van 4 maart 20222 wordt de Tweede Kamer dit kwartaal geïnformeerd over de contouren van, en het proces
rondom, het Integraal Zorgakkoord. Specifiek voor de ggz werk ik aan de Toekomstagenda
ggz. Er wordt parallel gewerkt aan het Integraal Zorgakkoord en aan de Toekomstagenda
ggz. In de Aanpak mentale gezondheid wordt ingezet op preventie, de Staatssecretaris
van VWS zal u binnenkort hierover nader informeren.
Vraag 8
Kunt u garanderen dat geen enkele cliënt vanwege deze miljoenenverliezen tussen wal
en schip valt en zonder hulp komt te zitten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Voor mij staat continuïteit van zorg centraal. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars
hebben hierin ieder hun verantwoordelijkheid. De NZa en IGJ houden daar toezicht op
en spreken zo nodig partijen aan. Dit betekent niet een garantie dat er nooit iets
mis kan gaan. Maar wel dat de verantwoordelijkheden goed en duidelijk belegd zijn.
Waar sprake is van acute financiële problemen bij ggz-instellingen, kan binnen de
contractering gezocht worden naar oplossingen. Partijen hebben daarnaast altijd de
mogelijkheid om (indien nodig) aanvullende financiële afspraken te maken, ook als
contracten al gesloten zijn.
Omdat de recent aangekondigde aanpassingen van behandelaanbod in korte tijd plaatsvinden
heb ik de NZa gevraagd om de casuïstiek nader te bezien en mij over eventuele gemeenschappelijke
onderliggende factoren te informeren. Ik wil namelijk scherp in beeld hebben of dit
incidenten zijn of dat hier sprake is van een breder onderliggend probleem dat vraagt
om een aanpassing van beleid. De NZa zal mij hierover voor de zomer informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.