Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over de problemen bij de woonlocatie Oosterparkheem Groningen
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de problemen bij de woonlocatie Oosterparkheem Groningen (ingezonden 28 februari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede
namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport (ontvangen 9 mei 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2121.
Vraag 1, 4
Wat is uw reactie op de problemen bij de woonlocatie Oosterparkheem Groningen?1
Wat gebeurt er om de bewoners van Oosterparkheem zo snel mogelijk duidelijkheid te
geven en om hen een goede woonplek te geven? Bent u bereid om hierover in gesprek
te gaan met de gemeente Groningen?
Antwoord 1, 4
Een faillissement is een vervelende en vaak zeer ingrijpende gebeurtenis voor de betrokkenen,
in het bijzonder voor cliënten en personeel. Voorop staat dat de continuïteit van
zorg en ondersteuning moet worden gewaarborgd.
Op de locatie Oosterparkheem verbleven zowel cliënten met een beschermd wonen indicatie
als cliënten met een Wlz (GGZ) indicatie. De gemeente Groningen en het zorgkantoor
Menzis zijn verantwoordelijk voor de continuïteit van zorg en ondersteuning, en voor
het vinden van een oplossing voor passende zorg voor de cliënten. De gemeente en het
zorgkantoor hebben mij desgevraagd geïnformeerd over de huidige situatie van de cliënten.
De afwikkeling van dit faillissement is een complex geheel, waarbij de gemeente Groningen
en het zorgkantoor Menzis, in samenwerking met de curator, prioriteit geven aan continuering
van zorg en ondersteuning voor de (kwetsbare) groep cliënten. De gemeente Groningen
heeft het contract voor beschermd wonen met MartiniZorg beëindigd per 31 december
2021. Het herplaatsen van deze cliënten was dus al gestart. Voor wat betreft de Wlz-cliënten
bij Oosterparkheem heeft het zorgkantoor onmiddellijk gezocht naar een passend alternatief
voor de bewoners. Zo heeft het zorgkantoor een bijeenkomst georganiseerd waarin gecontracteerde
aanbieders uit de regio met een passend zorgaanbod gevraagd is wat ze voor de betreffende
cliënten kunnen betekenen. Inmiddels is voor het overgrote deel van de cliënten een
andere zorglocatie gevonden. Omdat inmiddels voor bijna alle cliënten een nieuwe woonplek
is gevonden, en voor de overige cliënten gezocht wordt naar een oplossing, zie ik
geen aanleiding om hierover op dit moment verder in gesprek te gaan met de gemeente
Groningen.
Vraag 2
Hoe duidt u de problematiek waarmee de bewoners te maken hebben, terwijl Martinizorg
buitensporige winsten maakte?
Antwoord 2
Het is niet mijn verantwoordelijkheid om conclusies te trekken of een oordeel te geven
over individuele aanbieders en de gevolgen voor de betreffende cliënten. Deze verantwoordelijkheid
is belegd bij gemeenten, zorgkantoren en de toezichthouders.
Ik vind het wel zorgelijk dat geconstateerd is dat een zorgaanbieder winst maakt terwijl
geen kwalitatief goede en veilige zorg wordt geleverd. Dit is een onwenselijke situatie
met als gevolg dat de IGJ op een kordate manier heeft ingegrepen.
Uit onderzoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in 2020 is namelijk
gebleken dat dat de bestuurlijke en financiële randvoorwaarden voor het leveren van
kwalitatief goede en veilige zorg, in de onderzoeksperiode (2017–2019) bij MartiniZorg
onvoldoende waren gewaarborgd. De maatregelen die MartiniZorg heeft genomen na het
onderzoek zijn niet voldoende gebleken om de bedrijfsvoering van MartiniZorg te kunnen
continueren.
Vraag 3
Hoe kon het gebeuren dat hoogbejaarden en (ex-)verslaafden op dezelfde locatie zijn
geplaatst?
Antwoord 3
Zorgaanbieders hebben ruimte om hun eigen zorgorganisatie in te richten, inclusief
keuzes t.a.v. de doelgroepen waaraan zij zorg verlenen. Specifiek als het gaat om
beschermd wonen zien gemeenten het als hun taak om mensen met een psychische kwetsbaarheid
zoveel mogelijk in hun eigen woonomgeving te ondersteunen. Als de ondersteuning dichtbij
mensen georganiseerd wordt, dan is het namelijk makkelijker om actief mee te doen
aan de samenleving en is de kans op herstel groter.
De gemeente Groningen geeft aan dat zij ook de groep (ex-)verslaafden met psychische
problemen perspectief wil bieden op weer kunnen meedoen aan de samenleving door hen
in de wijk te ondersteunen. De combinatie van ouderen en mensen met een verslavingsproblematiek
vindt de gemeente Groningen echter ongelukkig. Daarnaast geeft de gemeente aan van
mening te zijn dat MartiniZorg onvoldoende heeft kunnen sturen op de kwaliteit en
veiligheid van zorg voor de cliënten beschermd wonen, waardoor overlast voor de andere
bewoners van het pand is ontstaan. De gemeente Groningen heeft hierop ingegrepen en
nadat verbetering uitbleef is het contract beschermd wonen met Martinizorg beëindigd
per 31 december 2021.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat zorginstelling La Hacienda nu in beeld is als mogelijke opvolger
van Martinizorg, terwijl deze zorginstelling zelf ook opvallend hoge winstcijfers
heeft?
Antwoord 5
Het is van belang dat instellingen financieel gezond zijn, door voldoende resultaat
te kunnen maken ten behoeve van een gezonde bedrijfsvoering. Er moet echter worden
voorkomen dat geld dat bedoeld is voor de zorg niet ten goede komt van die zorg.
Hiertoe zijn verschillende middelen. Voor de Wmo 2015 geldt dat aanbieders die door
gemeenten zijn gecontracteerd om maatschappelijke ondersteuning te leveren aan cliënten,
winst mogen uitkeren op grond van de Wmo 2015. De gemeente kan zelf wel eisen stellen
in de contractering waarmee het uitkeren van winst kan worden beperkt of verboden.
Gemeenteraden moeten daarbij controleren of aan de gestelde randvoorwaarden is voldaan.
Daarnaast hebben gemeenten de wettelijke verplichting om het toezicht op de uitvoering
in te richten. Hierbij hoort ook de controle op rechtmatige besteding van de uitgaven
van zorgaanbieders. Voor de Wlz geldt op dit moment dat winstuitkering verboden is
voor intramurale zorg en toegestaan voor extramurale zorg. Ook onderaannemers mogen
winst uitkeren. Om excessen te voorkomen door hoofd- en onderaannemers in de extramurale
zorg en onderaannemers in de intramurale zorg binnen de Zvw en Wlz, wil ik de mogelijkheid
introduceren om voorwaarden te stellen aan winstuitkering. De aard van de voorwaarden
kan verschillen per sector, omdat per sector ook de risico’s voor de betaalbaarheid,
toegankelijkheid en kwaliteit van zorg bij winstuitkeringen kunnen verschillen. Hiertoe
is het wetsvoorstel Integere bedrijfsvoering zorgaanbieders in voorbereiding.
Alvorens de keuze voor een overnamekandidaat is gemaakt, heeft de gemeente Groningen
gesprekken gevoerd met La Hacienda over onder andere de relatief hoge winst in het
verleden en hoe deze is aangewend. De gemeente geeft aan dat La Hacienda verschillende
organisatorische en bestuurlijk wijzigingen heeft doorgevoerd. Zo is La Hacienda van
rechtsvorm veranderd van een besloten vennootschap naar een stichting. Vanuit de gemeente
Groningen is er hierdoor voldoende vertrouwen dat eventuele winsten voor de zorg behouden
blijven. Daarnaast zullen vanuit regulier contractmanagement, en indien nodig vanuit
toezichthoudende instanties, de kwaliteit en rechtmatigheid van de geleverde zorg
nauwlettend worden gevolgd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.