Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kops en Wilders over de berichten 'Chaos rond energiegeld – Willekeur in gemeenten' en 'Steeds meer huishoudenskunnen energierekening nauwelijks nog voldoen'
Vragen van de leden Kops en Wilders (beiden PVV) aan de Minister-President en de Minister voor Klimaat en Energie over de berichten «Chaos rond energiegeld – Willekeur in gemeenten» en «Steeds meer huishoudens kunnen energierekening nauwelijks nog voldoen» (ingezonden 11 april 2022).
Antwoord van Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) (ontvangen
9 mei 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Chaos rond energiegeld – Willekeur in gemeenten»1 en «Steeds meer huishoudens kunnen energierekening nauwelijks nog voldoen»?2
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2, 8
Beseft u dat de gemiddelde energierekening dit jaar verdubbelt, dat steeds meer huishoudens
hun energiekosten niet meer kunnen betalen, en dat zij daarom onmiddellijk geholpen
moeten worden?
Beseft u hoe groot de urgentie is, aangezien de bedragen op openstaande rekeningen
bij de energiebedrijven hard oplopen? Hoe voorkomt u dat de energiebedrijven uitgerekend
nu incassobureaus op de huishoudens afsturen in een repressieve poging geld te innen
dat zij helemaal niet hebben?
Antwoord 2, 8
Door de hoge energieprijzen zien veel huishoudens hun energierekening stijgen. Ik
begrijp goed dat veel mensen zich hier zorgen over maken, omdat ze nu al een hoge
energierekening hebben, of bang zijn daar binnenkort mee te worden geconfronteerd.
Daarom heeft het kabinet maatregelen genomen om de gevolgen van de stijgende energierekening
te dempen. Zo heeft het kabinet in het najaar de energiebelasting in 2022 tijdelijk
verlaagd, een eenmalige tegemoetkoming voor lage inkomens aangekondigd en budget beschikbaar
gesteld voor energiebesparende maatregelen voor huishoudens. Om de gevolgen van de
stijgende energiekosten verder te verkleinen, heeft het kabinet daarbij recent aangekondigd
om de tegemoetkoming voor huishoudens met een laag inkomen te verhogen van € 200 naar
€ 800, het btw-tarief op energie tijdelijk te verlagen, net als de accijns op benzine,
diesel en LPG en om versneld in te zetten op verdergaande energiebesparende maatregelen
voor huishoudens. Voor meer informatie over deze aanvullende koopkrachtmaatregelen
verwijs ik u naar de Kamerbrief van 11 maart jl.3
Het kabinet heeft regelmatig contact met de energieleveranciers en wijst energieleveranciers
op hun maatschappelijke rol om huishoudens met risico op betalingsproblemen op coulante
wijze te ondersteunen. Als huishoudens hun energierekeningen niet op tijd kunnen betalen,
kunnen zij met hun energieleverancier uitstel van betaling of een betalingsregeling
bespreken. Energieleveranciers helpen klanten ook naar de gemeentelijke schuldhulpverlening.
Hierbij gelden specifieke plichten voor zowel huishoudens, leveranciers en netbeheerders.
Zo mag de energielevering in beginsel niet worden beëindigd in de winterperiode en
mogen huishoudens niet worden afgesloten van energie als zij betrokken zijn bij een
traject voor schuldhulpverlening. Daarnaast hebben de vier grote energieleveranciers
een actieplan gepresenteerd over energiearmoede met onder andere energiecoaches. Het
kabinet blijft in gesprek met de energieleveranciers om een vinger aan de pols te
houden wat betreft de ontwikkelingen in de energierekening en betalingsproblematiek.
Vraag 3, 4, 5
Hoe kan het dan dat de uitkering van de eenmalige energietoeslag een grote chaos is?
Hoe gaat u dit oplossen?
Hoe kan het dat huishoudens in de ene gemeente wél recht hebben op de energietoeslag
en in de andere gemeente net buiten de boot vallen – oftewel dat de energietoeslag
in de praktijk leidt tot willekeur?
Hoe kan het dat de ene gemeente de energietoeslag al heeft uitgekeerd en de andere
gemeente daar nog weken mee wacht? Deelt u de conclusie dat er geen tijd te verliezen
valt en huishoudens nú geholpen moeten worden?
Antwoord 3, 4, 5
Ik ben gemeenten erkentelijk voor de voortvarendheid waarmee zij de uitvoering van
de eenmalige energietoeslag oppakken. Op het ogenblik spelen er twee zaken. Ten eerste
zijn niet alle gemeenten even ver met de uitvoering van de eenmalige energietoeslag.
Daarbij wijs ik erop dat het Wetsvoorstel eenmalige energietoeslag lage inkomen op
15 maart jl. bij uw Kamer is ingediend. Op 15 maart jl. heb ik direct na indiening
van het wetsvoorstel gemeenten de toestemming gegeven om vooruitlopend op de parlementaire
behandeling en vooruitlopend op de inwerkingtreding van het wetsvoorstel al tot uitbetaling
van de eenmalige energietoeslagen over te gaan en gemeenten daartoe ook opgeroepen.
Op 15 maart jl. heb ik bovendien landelijke richtlijnen en een uitgebreide handreiking
voor gemeenten gepubliceerd, waarmee gemeenten voortvarend én verantwoord aan de slag
kunnen met de uitvoering van de eenmalige energietoeslag. Een aantal gemeenten is
daarop ook direct aan de slag gegaan met de ambtshalve toekenning en uitbetaling van
de eenmalige energietoeslagen aan bijstandsgerechtigden wonend in die gemeenten. Huishoudens
aan wie de energietoeslag niet automatisch kan worden toegekend, kunnen via een aanvraag
bij de gemeente in aanmerking komen voor de tegemoetkoming. De meeste gemeenten zijn
nog niet toegekomen aan de inrichting van een aanvraagprocedure.
Ten tweede zijn er verschillen tussen gemeenten voor wat betreft de doelgroep en het
bedrag van de energietoeslag. Op grond van het wetsvoorstel krijgen gemeenten de bevoegdheid
om via het instrument van de categoriale bijzondere bijstand een eenmalige energietoeslag
toe te kennen aan huishoudens met een laag inkomen. Een geüniformeerde vorm van eenmalige
energietoeslag met een wettelijk voorgeschreven doelgroep en een wettelijk voorgeschreven
bedrag is vanuit het oogpunt van rechtsgelijkheid te verkiezen, maar is een te grote
opgave voor gemeenten gebleken, omdat deze niet in alle gevallen de aansluiting bij
het lokale gemeentelijk minimabeleid mogelijk maakt. De mogelijkheid van aansluiting
bij het lokale gemeentelijke minimabeleid is voor gemeenten van cruciaal belang om
een snelle ambtshalve toekenning en betaling van de eenmalige energietoeslag aan een
groot deel van de doelgroep mogelijk te maken. De eerder genoemde landelijke richtlijnen
en de uitgebreide handreiking kunnen daarbij behulpzaam zijn. De keuze voor de vormgeving
via de categoriale bijzondere bijstand betekent desalniettemin dat gemeenten beleidsvrijheid
hebben bij de vormgeving van de eenmalige energietoeslag. Dat is overigens nu ook
al zo bij de uitvoering van de bijzondere bijstand door gemeenten.
Vraag 6, 7
Wat vindt u ervan dat het moment van uitkeren, de groepen die hiervoor wel of niet
in aanmerking komen en de precieze hoogte van het bedrag «afhangen van de politieke
kleur en de financiële situatie van een gemeente» (aldus Peter Heijkoop van de Vereniging
Nederlandse Gemeenten)?
Hoe kan de financiële situatie van de gemeenten een rol spelen, aangezien het Rijk
de garantie heeft gegeven de regeling geheel te zullen betalen?
Antwoord 6, 7
De gemeentelijke beleidsvrijheid bij de uitvoering van de eenmalige energietoeslag
betekent onvermijdelijk dat er verschillen tussen gemeenten in de uitvoering zullen
ontstaan. Ik hecht eraan dat het wetsvoorstel zoveel mogelijk uniform wordt uitgevoerd,
ook gezien de landelijke aard van de huidige energieproblematiek. Om een uniforme
uitvoering van de eenmalige energietoeslag door gemeenten te bevorderen heb ik in
afstemming met de VNG landelijke richtlijnen opgesteld ten aanzien van de doelgroep
en het richtbedrag van de eenmalige energietoeslag. Deze richtlijnen zijn op 15 maart
jl. gepubliceerd, als bijlage 1 van de Handreiking eenmalige energietoeslag 2022.4 Met deze richtlijnen wil ik bevorderen dat in ieder geval huishoudens met een inkomen
tot circa 120% van het sociaal minimum in aanmerking komen voor een eenmalige energietoeslag
van 800 euro.
Ik heb de signalen ontvangen van gemeenten die vanwege het financiële risico voor
de gemeente terughoudend zijn bij de uitvoering van de eenmalige toeslag. Hoewel begrijpelijk,
acht ik die terughoudendheid ongewenst. Om die reden heb ik tijdens het Kamerdebat
op 30 maart jl. over de ontwikkeling van de koopkracht en de stijgende energieprijzen
gemeenten de garantie gegeven dat zij financieel worden gecompenseerd indien blijkt
dat het aan gemeenten toegekende budget ontoereikend is voor verstrekken van een eenmalige
energietoeslag van 800 euro aan huishoudens met een inkomen tot 120 procent van het
sociaal minimum. Over de invulling van deze garantie en de verhoging van het beschikbare
budget naar € 854 miljoen heb ik uw Kamer op 28 april jl. verder geïnformeerd5.
Met deze toezeggingen bestaat er naar mijn mening geen rem meer op de doelstelling
van het wetsvoorstel, namelijk het bereiken van zoveel mogelijk huishoudens met een
laag inkomen met een eenmalige energietoeslag van 800 euro, en wordt een uniforme
uitvoering conform de landelijke richtlijnen bevorderd. Nu het Rijk een financiële
garantie aan gemeenten heeft gegeven, vertrouw ik erop dat gemeenten ook daadwerkelijk
gebruik zullen maken van hun bevoegdheid om huishoudens met een inkomen tot 120 procent
van het sociaal minimum een eenmalige energietoeslag van 800 euro te verstrekken.
Daarbij vertrouw ik op de werking van de lokale democratie.
Vraag 9
Hoe gaat u voorkomen dat huishoudens door de stijgende energierekening én de chaos
rond de energietoeslag in de schulden en de schuldhulpverlening terechtkomen?
Antwoord 9
Als mensen zien aankomen dat zij hun energierekening niet kunnen betalen, is er hulp
beschikbaar. Deze ondersteuning is onafhankelijk van de eenmalige energietoeslag.
Mensen met financiële problemen kunnen in de eerste plaats contact opnemen met de
energieleverancier om een betalingsregeling, uitstel van betaling of een ander voorschotbedrag
af te spreken. Als dat niet tot een oplossing leidt, is er andere hulp beschikbaar.
Via Geldfit.nl en 0800-8115 kan iedereen met geldzorgen eenvoudig hulp vragen. Dat
kan tevens individuele bijstand zijn of schuldhulpverlening, waarbij onder voorwaarden
een deel van de schulden kan worden kwijtgescholden. De energieleveranciers wisselen
ook betalingsachterstanden uit met gemeenten om problemen vroeg bij hulpverleners
te signaleren. Daardoor komen ook mensen in beeld die om wat voor reden dan ook, geen
hulp vragen. Over de verschillende vormen van ondersteuning en de afstemming daartussen
houd ik uiteraard contact met gemeenten en energieleveranciers.
Vraag 10
Kunt u deze vragen binnen een week beantwoorden?
Antwoord 10
Vanwege de noodzaak tot interdepartementale afstemming van de antwoorden, is het helaas
niet mogelijk gebleken de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.