Schriftelijke vragen : De uithuisgeplaatste kinderen in het toeslagenschandaal
Vragen van het lid Omtzigt (Omtzigt) aan de Minister voor Rechtsbescherming en de Minister-President over de uithuisgeplaatste kinderen in het toeslagenschandaal (ingezonden 3 mei 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich dat de Kamer in november 2021 unaniem motie-Omtzigt cs (35 927, nr. 79) heeft aangenomen, die de regering verzocht om:
– onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar de omvang van het probleem en hoe
dit jarenlang heeft kunnen gebeuren;
– voorstellen te doen hoe en wanneer ouders en kinderen herenigd worden waar uithuisplaatsing
nu nog voortduurt;
– een meldpunt op te zetten voor ouders die hiermee te maken gehad hebben;
– aan te geven hoe recht gedaan kan worden aan ouders en kinderen?
Vraag 2
Herinnert u zich dat de regering in november aan de Kamer schreef dat een van de doelstellingen
van de regering is: «Bezien of herstel van de gezinssituatie wenselijk en mogelijk
is. Dit vereist per ouder en kind een individuele afweging waarbij het belang van
het kind voorop dient te staan. Het perspectief op thuis wonen is een mogelijke uitkomst
van de aanpak, maar zal pas kunnen worden gerealiseerd als de veiligheid of ontwikkeling
van het kind niet langer in het geding is. Daar waar het beëindigen van de uithuisplaatsing
niet mogelijk is, zou ondersteuning bijvoorbeeld ook kunnen bijdragen aan beter contact
tussen ouders en kinderen.»?1
Vraag 3
Herinnert u zich dat de regering in juni 2021 en juli 2021 zelf al heeft toegegeven
dat kinderen door de stress van het toeslagenschandaal uit huis geplaatst zijn, bij
monde van toenmalig Staatssecretaris Van Huffelen die aan de Kamer schreef: «Veel
van de kinderen van gedupeerde ouders zijn ten gevolge van de problemen bij de kinderopvangtoeslag
in problematische omstandigheden opgegroeid. Kinderen hebben onder meer armoede ervaren.
Ook leidde de stressvolle thuissituatie in sommige gevallen tot gebroken gezinnen
en/of zelfs tot uithuisplaatsing van kinderen.»2 en de regering in de Kamer vertelde: «Er zijn ook ouders die verschrikkelijke gevolgen
hebben ondervonden. We kennen ze allemaal: mensen die hun baan zijn verloren, mensen
van wie de kinderen uit huis zijn geplaatst en mensen die, soms in combinatie met
ziekte of andere dingen, een leven hebben geleid dat totaal niet is wat ze zich hadden
voorgesteld. Het is natuurlijk met name voor deze ouders zo belangrijk om in het herstel
niet alleen naar financiële compensatie te kijken, maar ook naar veel bredere hulp
om ervoor te zorgen dat hun problemen zo veel mogelijk worden opgepakt.»?3
Vraag 4
Herinnert u zich dat u na het rapport «Ongekend Onrecht» op uw wekelijkse persconferentie
van 18 december 2000 zei dat de ouders helpen de eerste prioriteit had: «We doen dit
stap voor stap en dan is echt nu de eerste stap ervoor te zorgen dat we zo goed mogelijk
dit rapport ook omzetten in die acties die ervoor zorgen dat ouders recht wordt gedaan,
het rapport recht wordt gedaan, dat zoiets niet meer kan gebeuren.»?4
Vraag 5
Hoeveel kinderen, die erkend zijn als gedupeerden in het toeslagenschandaal zijn in
het jaar 2021, na het uitkomen van het rapport ongekend onrecht, uit huis geplaatst,
terwijl zij voorheen bij hun ouders woonden? Is er in deze gevallen enige relatie
met het toeslagenschandaal?
Vraag 6
Hoeveel kinderen, die getroffen zijn in het toeslagenschandaal, wonen op dit moment
niet bij hun ouders, ofwel omdat er nog een lopende kinderbeschermingsmaatregel is,
ofwel omdat er sprake is van zogenaamde vrijwillige uithuisplaatsing, ofwel omdat
de voogdij nu bijvoorbeeld bij de pleegouders ligt?
Vraag 7
Kunt u aangeven voor hoeveel ouders en kinderen een individuele afweging is gemaakt
het afgelopen jaar of terugkeer en herstel van de gezinssituatie mogelijk is, zoals
u in november 2021 aankondigde? Kunt u aangeven wat de uitkomst van die evaluaties
was?
Vraag 8
Vindt u zelf dat, gezien het antwoord op de vorige vraag, u alles op alles gezet heeft
de ouders recht te doen in het afgelopen jaar?
Vraag 9
Kunt u aangeven waarom het gevraagde onafhankelijke onderzoek nog niet gestart is
en waarom u nog geen voorstel gedaan heeft aan de Kamer voor de opdracht en de samenstelling
van de commissie, maar dat u pas op 30 maart aangeeft met de Kamer hierover in gesprek
te willen gaan?5
Vraag 10
Vindt er bij uithuisplaatsingen excessief geweld plaats in Nederland en worden kinderen
daarbij getraumatiseerd?
Vraag 11
Vindt u de huidige procedure tot uithuisplaatsingen en dan met name de procedure tot
spoeduithuisplaatsingen in Nederland zorgvuldig en in overeenstemming met het EVRM?
Vraag 12
Heeft u kennisgenomen van het feit dat tot begin dit jaar 7600 mensen een schadevergoeding
van 5.000 euro bij het Schadefonds Geweldsmisdrijven aangevraagd hebben, omdat ze
slachtoffer werden van fysiek, psychisch of seksueel geweld in de jeugdzorg, veel
meer dan de verwachte 2000 aanvragen? Herinnert u zich dat er sprake was van «systemisch
geweld» volgens de Commissie Onderzoek naar Geweld in de Jeugdzorg?6
Vraag 13
Hoeveel kinderen die slachtoffer geworden zijn van het kinderopvangtoeslagschandaal
hebben naar uw schatting te maken gehad met fysiek, seksueel of psychisch geweld of
is daar getuige van geweest? Hoe gaat u die kinderen helpen, wetend dat volgens de
Commissie-de Winter driekwart van de kinderen die tussen 1945 en nu in de jeugdzorg
hebben gezeten, die te maken heeft gehad met fysiek, seksueel of psychisch geweld
of is daar getuige van geweest?7
Vraag 14
Binnen welke termijn zal elke nog lopende uithuisplaatsing van slachtoffers in het
kinderopvangtoeslagschandaal, vrijwillig of verplicht), of elke voogdijmaatregel gerevalueerd
zijn, als de ouder of het kind daarom vragen?
Vraag 15
Welke maatregelen heeft u tot nu toe genomen om een volgend kinderopvangtoeslagschandaal
te voorkomen?
Vraag 16
Vindt u dat de hersteloperatie kinderopvang en de hulp aan de gezinnen waar kinderen
uithuisgeplaatst zijn, op schema liggen? Kunt u dat toelichten?
Vraag 17
Wilt u deze vragen een voor een en voor 11 mei 15.00 uur beantwoorden in verband met
het Kamerdebat op 12 mei over de uithuisplaatsingen?
Indieners
-
Gericht aan
M. Rutte, minister-president -
Gericht aan
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.