Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Alkaya, Jasper van Dijk en Leijten over de aanwezigheid van Gazprom in Nederland
Vragen van de leden Alkaya, Jasper van Dijk en Leijten (allen SP) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Klimaat en Energie over de aanwezigheid van Gazprom in Nederland (ingezonden 17 maart 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van Rij (Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst),
mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 29 april 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het SOMO-onderzoek «Enabling Putin’s War: The ties between
Amsterdam’s financial centre and Gazprom»? Wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ja. Het is bekend dat verschillende Russische bedrijven vennootschappen in Nederland
hebben. Voor zover deze bedrijven of de eigenaren van deze bedrijven onder sancties
vallen, moeten tegoeden van deze bedrijven worden bevroren. Daarnaast kijkt het kabinet
in algemene zin naar Russische geldstromen in Nederland. Het kabinet acht het faciliteren
van Russische bedrijven die profiteren van het regime onwenselijk, zeker als het vennootschappen
in Nederland betreft die enkel financiële of fiscale doeleinden dienen. In dat verband
is van belang dat de ministerraad op 1 april heeft ingestemd met het voorstel van
de Minister van Financiën om een wetsvoorstel voor spoedadvies voor te leggen aan
de Raad van State waarin dienstverlening door trustkantoren gericht op Russische geldstromen
wordt verboden. In het wetsvoorstel is ook een verbod om doorstroomvennootschappen
aan te bieden en om trustdiensten te verlenen met betrokkenheid van derde-hoogrisicolanden
op witwasgebied of non-coöperatieve landen op belastinggebied opgenomen. Daarnaast
is met het laatst ingestelde pakket van EU-sancties van 8 april jl. op voorspraak
van Nederland ook een EU-breed verbod op trustdienstverlening aan Russische personen
en entiteiten ingesteld, behoudens uitzonderingen voor o.a. maatschappelijk middenveld.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat Gazprom in Nederland zo’n 26 miljard aan activa heeft staan
en via zestien Nederlandse brievenbusfirma’s, waarvan een deel geen enkele economische
activiteit ontplooit, in Nederland actief is?
Antwoord 2
Zie beantwoording vraag 1.
Vraag 3
Bent u ervan op de hoogte dat mede als gevolg hiervan Nederland de op twee na grootste
investeerder in Rusland is en de op een na grootste ontvanger van Russische investeringen?
Antwoord 3
Dat klopt nagenoeg. Op basis van data uit de IMF CDIS database kan gesteld worden
dat Nederland inderdaad de op twee na grootse directe investeerder is in Rusland (positie
van USD 38,5 mrd per eind 2020). Ditzelfde geldt voor de directe investeringen vanuit
Rusland (USD 25,1 mrd per eind 2020). Hiermee staat Rusland overigens niet in de toplanden
met een directe investeringsrelatie met Nederland. De totale inkomende directe investeringspositie
in Nederland bedroeg in 2020 USD 4.512 mrd, terwijl de uitgaande directe investeringspositie
USD 5.877 mrd bedroeg. Wanneer de Nederlandse directe investeringen in Rusland worden
afgezet worden tegen de totale uitgaande directe investeringen van Nederland, gaat
het om 0,7%; de directe investeringen vanuit Rusland vertegenwoordigen 0,6% van het
totaal.
Vraag 4
Klopt het volgens u dat de Russische staat meerderheidsaandeelhouder is in Gazprom?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Klopt het dat eventuele belastingontwijking door Gazprom inhoudt dat Poetin meer financiële
middelen heeft om zijn oorlog tegen Oekraïne te bekostigen, gezien het belang van
de Russische staat in Gazprom? Kunt u uitsluiten dat Gazprom via Nederland belasting
ontwijkt?
Antwoord 5
Op grond van de fiscale geheimhoudingplicht van artikel 67 van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen (AWR) kan het kabinet niet ingaan op de fiscale positie van een individuele
belastingplichtige. In zijn algemeenheid geldt natuurlijk dat belastingontwijking
door een bedrijf uiteindelijk de aandeelhouders van dat bedrijf financieel bevoordeelt.
Het kabinet vindt belastingontwijking van iedere belastingplichtige onwenselijk en
neemt zowel nationale als internationale maatregelen om belastingontwijking tegen
te gaan. In aanvulling hierop wordt nu gewerkt aan een wijziging van artikel 43c van
de Uitvoeringsregeling AWR. Op deze manier wil de Belastingdienst de ontheffing van
de fiscale geheimhoudingsplicht en de verstrekkingsverplichting op basis van de genoemde
sanctieregelingen nader wettelijk regelen. Een concept van deze wijziging is op 15 april
2022 ingediend bij de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) voor een spoedadvies.
Vraag 6
Wat is het beleid omtrent rulings aan staatsbedrijven uit landen die op brute wijze
een ander land binnenvallen? Zegt u in een dergelijke situatie de ruling op?
Antwoord 6
In een «ruling» geeft de Belastingdienst zekerheid vooraf aan een belastingplichtige
over de fiscale behandeling van een transactie of structuur op grond van de geldende
fiscale wet- en regelgeving. Een ruling geeft een bedrijf dus geen financieel voordeel.
Er is geen specifiek beleid omtrent rulings aan staatsbedrijven uit landen die een
ander land binnenvallen, maar vanaf juli 2017 is er wel een beëindigingsgrond in de
na dat tijdstip afgesloten rulings vastgelegd indien de vennootschap of een van haar
bestuurders op de EU-sanctielijst voorkomt. Ingeval de vennootschap of een van haar
bestuurders op de EU-sanctielijst is gezet, vervalt de vaststellingsovereenkomst van
rechtswege. Dit betekent bijvoorbeeld dat een eventuele ruling aan een vennootschap,
waarin een staatsbedrijf uit een land dat een ander land binnenvalt meer dan 50% (direct
of indirect) aandeelhouder is of een doorslaggevende zeggenschap heeft, van rechtswege
vervalt indien die vennootschap of dat staatsbedrijf op de EU-sanctielijst wordt geplaatst.
Vraag 7
Hoe verklaart u dat Nederland slechts 6 miljoen euro aan tegoeden van gesanctioneerde
Russen heeft bevroren? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 7
Zoals bij brief van 21 april jl. aan uw Kamer gemeld, hadden op dat moment financiële
instellingen en trustkantoren EUR 632,9 miljoen aan tegoeden bevroren en is EUR 274,3 miljoen
aan transacties tegengehouden. We zullen uw Kamer periodiek blijven informeren over
de stand van zaken van ontvangen meldingen van financiële instellingen en trustkantoren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.