Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Podt over de beantwoording van de schriftelijke vragen over het rapport van de Afdeling advisering van de Raad van State over de Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband met het regelen van de aanmeldfase, het vervallen van het eerste gehoor in de algemene asielprocedure en het doorvoeren van enkele technische aanpassingen
Vragen van het lid Podt (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de beantwoording van de schriftelijke vragen over het rapport van de Afdeling advisering van de Raad van State over de Wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000, in verband met het regelen van de aanmeldfase, het vervallen van het eerste gehoor in de algemene asielprocedure en het doorvoeren van enkele technische aanpassingen (ingezonden 21 maart 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 25 april
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2378
Vraag 1
Kunt u aangeven hoe het samenvoegen van de gehoren tot nu toe verloopt? Kunt u hierbij
in ieder geval ingaan wat de ervaringen zijn van vreemdelingen, in het bijzonder alleenstaande
minderjarigen, en betrokken organisaties zoals juridische hulpverlening en Vluchtelingenwerk?1
Antwoord 1
In het derde kwartaal van dit jaar zal een evaluatie plaatsvinden van de gewijzigde
procedure die ik met uw Kamer zal delen. De evaluatie zal ingaan op het behalen van
de doelen en het voldoen aan de benodigde procedurele waarborgen waarbij ook aandacht
zal zijn voor de alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Bij de evaluatie
zullen ook de ervaringen van advocatuur, VluchtelingenWerk Nederland en Nidos worden
meegenomen.
Vraag 2
Hoe reflecteert u op de bezwaren van verschillende organisaties, onder meer in de
internetconsultatie over deze wijziging in de asielprocedure, dat met name alleenstaande
minderjarige vreemdelingen (amv’s) bij aankomst in Nederland vermoeid zijn en dat
zij de relevantie van bepaalde gesprekken, in dit geval het eerste gehoor, niet snappen?
In hoeverre wordt dit zo ervaren in de praktijk?
Antwoord 2
Amv’s krijgen aan het begin van de asielprocedure een voogd van Nidos toegewezen.
Een medewerker van Nidos voert voorafgaand aan het aanmeldproces een gesprek met de
amv. Ook krijgt de amv een informatiebrochure met een op de minderjarige toegespitste
uitleg van de asielprocedure. Daarnaast geeft de IND-medewerker tijdens het aanmeldgehoor
uitleg over het doel van het gehoor en is daar bij amv’s extra aandacht voor. Voorts
krijgt een amv een aanmeldgehoor dat speciaal is ontwikkeld voor minderjarigen en
alleen speciaal daartoe opgeleide medewerkers nemen deze gehoren af. Nidos woont zo
mogelijk het aanmeldgehoor van een amv bij. Met Nidos is ook de afspraak gemaakt dat
amv’s na de aanmeldfase een rust- en voorbereidingstermijn van tenminste drie weken
krijgen. Eventuele correcties en aanvullingen op het aanmeldgehoor kunnen later in
de procedure worden ingebracht. Er wordt dus uitgebreid aandacht besteed aan de uitleg
van en begeleiding tijdens de procedure om amv’s zo goed mogelijk door de procedure
te geleiden.
Voorts merk ik op dat in het nader rapport bij het besluit uitgebreid is ingegaan
op de bezwaren zoals die onder meer zijn geuit in de internetconsultatie. Om herhalingen
te voorkomen wordt verwezen naar dit stuk (Stcrt. 2021-33182).
Vraag 3
Hoe reflecteert u op de bezwaren van verschillende organisaties, onder meer in de
internetconsultatie over deze wijziging in de asielprocedure, dat de forse psychische
problematiek waarmee veel niet-begeleide minderjarigen kampen vraagt om procedurele
waarborgen die er niet zijn als deze kinderen zich niet kunnen voorbereiden op belangrijke
gesprekken door middel van een gespecialiseerde advocaat? Op welke manier wordt dit
nu ondervangen? Acht u dat voldoende?
Antwoord 3
Ik verwijs allereerst naar mijn antwoord op vraag 2 waar ik heb toegelicht welke procedurele
waarborgen in het aanmeldproces van amv’s zijn ingebouwd. Ik acht deze voldoende.
De werkinstructies WI 2021/12 Medische problematiek en horen en beslissen in de asielprocedure
– Immigratie- en Naturalisatiedienst2 en WI 2021/9 Bijzondere procedurele waarborgen – Immigratie- en Naturalisatiedienst3 geven daarnaast handvatten aan de IND medewerkers om rekening te houden met kwetsbaarheden
van vreemdelingen, zo ook van amv’s.
Vraag 4
Hoe reflecteert u op het feit dat veel hulporganisaties aangeven dat asielzoekers
en met name amv’s bij aankomst in Nederland vaak verward en wantrouwend zijn ten aanzien
van instanties en jegens de overheid en dat zij daarom gebaat zijn bij contact met
een eigen advocaat die hen het belang kan uitleggen van het direct vertellen van de
waarheid in het eerste gehoor, iets dat zowel in hun eigen belang is als in het belang
van de IND in het kader van de hoeveelheid procedures?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in mijn antwoord op vraag 2 krijgen amv’s in principe voorafgaand
aan het aanmeldproces een gesprek met een medewerker van Nidos. Ook wordt uitgebreid
aandacht besteed aan de uitleg over de asielprocedure en het doel van de gehoren,
zowel schriftelijk als tijdens het aanmeldgehoor. De IND-medewerkers zijn daarnaast
getraind in het horen van minderjarigen en kunnen tijdens het aanmeldgehoor inspelen
op signalen van verwardheid of wantrouwen. Bovendien is een medewerker van Nidos in
de regel aanwezig bij een aanmeldgehoor van een amv.
Vraag 5
Hoe kan het dat in de beantwoording enerzijds wordt aangegeven dat er geen enkele
reden is «om aan te nemen dat de vreemdeling zonder rechtsbijstandverlener niet in
staat zal zijn deze informatie [uit het aanmeldgehoor] te verstrekken en is er evenmin
reden om aan te nemen dat een zorgvuldig vervolg van de procedure hierdoor in het
gedrang zal komen» terwijl anderzijds wordt aangegeven dat «verklaringen over identiteit,
nationaliteit, gezinssamenstelling, opleiding, werkzaamheden, woonomgeving en landen
waar de vreemdeling voorafgaand aan de komst naar Nederland heeft verbleven» wel kunnen
worden tegengeworpen? Zijn deze twee zaken niet in tegenspraak? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Deze twee zaken zijn niet in tegenspraak. De tijdens het aanmeldgehoor gevraagde informatie
ziet op basale en feitelijke informatie omtrent de persoon van de betrokken asielzoeker.
Zoals eerder aangegeven en in uw vraag aangehaald is er geen enkele reden om aan te
nemen dat deze asielzoeker zonder rechtsbijstandverlener niet in staat zal zijn deze
informatie te verstrekken. Hierbij wordt opgemerkt dat indien nodig later in de procedure
correcties en aanvullingen op het verslag van het aanmeldgehoor kunnen worden ingediend.
De tijdens de aanmeldfase afgelegde verklaringen worden betrokken bij de beoordeling
van de inwilligbaarheid van de aanvraag. Als het nader gehoor is afgerond en de IND
van oordeel is dat er genoeg informatie is verzameld, verricht de IND een integrale
geloofwaardigheidsbeoordeling. Hierbij worden de door de vreemdeling afgelegde verklaringen
en overgelegde bewijsmiddelen over de reden waarom hij in Nederland asiel wil, bezien
in onderlinge samenhang en in het licht van de overige afgelegde verklaringen, overgelegde
bewijsmiddelen en overige omstandigheden. Niet valt in te zien dat een asielzoeker
zonder (juridisch) advies niet in staat moet worden geacht (correcte) gegevens te
verstrekken omtrent de gevraagde feitelijke informatie als onder meer zijn naam, geboortedatum,
namen van partners en kinderen.
Hiervan uitgezonderd zijn de door de vreemdeling tijdens de aanmeldfase afgelegde
verklaringen omtrent de asielmotieven. Hiervoor is met de wijziging van het Vreemdelingenbesluit
(artikel 3.108d, vijfde lid) expliciet neergelegd dat die niet worden betrokken bij
de beoordeling van de inwilligbaarheid.
Vraag 6
Hoe rijmt u dat enerzijds in de beantwoording als reden voor de onmiddellijke start
van het aanmeldgehoor het belang benadrukt wordt van relevante informatie die zo vroeg
mogelijk in het proces wordt vastgelegd en dat er aan de andere kant wordt aangegeven
dat er geen hoge eisen worden gesteld aan het vermogen van de vluchteling om te verklaren
over haar/zijn asielmotief? Kunt u zich voorstellen dat wantrouwen, vermoeidheid,
onbekendheid met het Nederlandse systeem van asiel en met de Nederlandse instanties,
leiden tot meer fouten die later weer gecorrigeerd moeten worden? Wat wordt er gedaan
om dit te voorkomen?
Antwoord 6
De relevante informatie die de IND zo vroeg mogelijk over de vreemdeling wenst te
krijgen, moet worden gezien als feitelijke informatie die voor het verloop van de
asielprocedure van belang kan zijn en/of mogelijk onderzoek vergt voorafgaand aan
het nader gehoor. Het gaat dan bijvoorbeeld om de herkomst van de vreemdeling, Dublin
indicaties, verblijf in derde landen of informatie over werkzaamheden die kunnen duiden
op daden als bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag of relevant zijn in
het kader van de bescherming van de nationale veiligheid.
Voor wat betreft de korte uitvraag van de asielmotieven, gaat het om het verkrijgen
van een globaal beeld van de reden van de asielaanvraag. Dit maakt het mogelijk om
al in een vroeg stadium de inschatting te maken of sprake is van een asielmotief dat
extra aandacht en tijd nodig heeft. Naar aanleiding van de korte uiteenzetting van
de asielmotieven stelt de IND tijdens het aanmeldgehoor verder geen nadere, verdiepende
vragen. In die zin worden er tijdens het aanmeldgehoor geen hoge eisen gesteld aan
het vermogen van de vreemdeling om te verklaren over zijn asielmotieven. Eventuele
correcties en aanvullingen op de verklaringen tijdens het aanmeldgehoor kunnen later
in de procedure worden ingebracht.
Vraag 7
Wat vindt u ervan de samenvoeging van het gehoor zodanig aan te passen dat, om te
beginnen bij minderjarigen, de rust en voorbereidingstijd voorafgaand aan het uitgebreide
aanmeldgehoor plaatsvindt? Bent u bereid dit expliciet te overwegen bij de evaluatie
van de aangepaste procedure die gepland staat voor zomer 2022?
Antwoord 7
Met de wijziging van het Vreemdelingenbesluit 2000 is de procedure om verschillende
redenen aangepast. Een belangrijke reden is het belang om relevante informatie zo
vroeg mogelijk in het proces vast te leggen. Dit is zowel in het belang van de vreemdeling
als van de IND.
Deze maatregel draagt bij aan een efficiënter ingericht asielproces en kan de kwaliteit
van de besluitvorming bevorderen: er gaat geen kostbare tijd en capaciteit verloren
en tegelijkertijd blijft de zorgvuldigheid geborgd en worden vreemdelingen minder
belast. Aan de hand van de informatie uit de aanmeldfase wordt een passend vervolgtraject
ingezet.
Het is tevens om redenen van nationale veiligheid en openbare orde van belang in een
zo vroeg mogelijk stadium over alle relevantie informatie te beschikken.
En net zoals bij volwassen asielzoekers is het wenselijk om ook bij amv’s zo veel
mogelijk informatie al in een vroegtijdig stadium te hebben. Ook om te voorkomen dat
deze informatie later in het proces verloren gaat. Daarnaast is een zo volledig beeld
van de vreemdeling van belang om bepaalde onderzoeken al in een vroegtijdig stadium
te kunnen starten.
Invoering van deze regeling brengt overigens niet met zich dat alleenstaande minderjarigen
op dezelfde wijze worden gehoord als meerderjarigen. Tijdens het uitgebreidere aanmeldgehoor
dat sinds november 2020 bij alleenstaande minderjarigen wordt afgenomen, wordt wat
betreft vraagstelling rekening gehouden met de minderjarigheid en de kwetsbare positie
van deze groep. Ook voor hen geldt dat er na invoering van deze regeling geen nadere
vragen zullen worden gesteld over het asielmotief. Indien de alleenstaande minderjarige
moeite heeft met het opgeven van het asielmotief, dan wordt daar uiteraard rekening
mee gehouden. Voor de volledigheid benadruk ik dat de procedure voor amv’s voldoende
waarborgen bevat zoals ook volgt uit de voorgaande antwoorden.
Concluderend kan ik aangeven dat ik niet voornemens ben om af te stappen van het uitgangspunt
om relevante informatie zo vroeg mogelijk in de aanmeldfase vast te leggen
Vraag 8
Hoe vaak is het het afgelopen jaar gebeurd dat het Nidos niet lukte aanwezig te zijn
bij het aanmeldgehoor van een amv? Vindt u het te billlijken dat minderjarigen zonder
enige begeleiding worden gehoord? Zo nee, hoe gaat u ervoor zorgen dat minderjarigen
nooit alleen gehoord worden door de IND?
Antwoord 8
De IND registreert niet hoe vaak het Nidos niet lukte om aanwezig te zijn bij een
aanmeldgehoor van een amv. Nidos wordt geïnformeerd over de aanmelding van een amv
en het moment waarop een aanmeldgehoor gaat plaatsvinden. Waar mogelijk zal een medewerker
van Nidos het aanmeldgehoor bijwonen. Waar dit onverhoopt niet mogelijk is door overmacht
bij Nidos, acht ik de overige procedurele waarborgen in de procedure voor amv’s voldoende
om te spreken van een zorgvuldige procedure. Ik hecht eraan om hier nogmaals te benadrukken
dat medewerkers die het aanmeldgehoor bij amv’s afnemen, hiertoe zijn opgeleid. Als
zij signalen bij de amv herkennen waardoor het gehoor niet zonder begeleiding kan
worden voortgezet, zullen zij contact met Nidos opnemen en kan maatwerk worden geboden.
Mocht ondanks voornoemde waarborgen de afwezigheid van Nidos er toch toe leiden dat
een amv onvolledige dan wel per abuis onjuiste informatie verstrekt, dan kan dit door
middel van correcties en aanvullingen op een later moment nog gewijzigd worden.
Vraag 9
Bent u bereid, als onderdeel van de beloofde evaluatie van het samengevoegd gehoor,
te onderzoeken wat het effect is van deze manier van horen op de minderjarige en de
procedures van minderjarigen, ook gezien de speciale aandacht die in het coalitieakkoord
uitgaat naar de positie van het kind in de vreemdelingenketen en het belang dat in
het rapport van de commissie van Zwol wordt gehecht aan rechtsbijstand?
Antwoord 9
De evaluatie zal ingaan op het behalen van de doelen van de wijziging van het Vreemdelingenbesluit.
Zoals reeds aangegeven acht ik de procedurele waarborgen voor amv’s in de asielprocedure
nu voldoende om te spreken van een zorgvuldige procedure. Onderdeel van de evaluatie
zal echter ook zijn om externe partijen zoals Nidos mee te nemen bij de evaluatie
waardoor ook het effect van de wijzigingen voor minderjarigen kan worden meegenomen.
Vraag 10
Bent u tevens bereid in de evaluatie expliciet te bekijken of de mate van rechtsbescherming
voldoende is geborgd? Bent u tevens bereid betrokken relevante partijen zoals de juridische
bijstand (asieladvocatuur), Vluchtelingenwerk en vreemdelingen te betrekken bij deze
evaluatie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Relevante externe partijen zoals asieladvocatuur, Vluchtelingenwerk en ook Nidos zullen
betrokken worden bij de evaluatie waarbij deze partijen tevens bevraagd worden over
onvoorziene situaties of onzorgvuldigheden in de asielprocedure die niet waren voorzien
bij de wijziging van de asielprocedure. Opmerkingen of aanbevelingen over de rechtsbescherming
van vreemdelingen kunnen hierbij betrokken worden.
Vraag 11
Wilt u al deze vragen individueel beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.